De voorbije dagen hebben we wat gesleuteld aan onze reisroute en we besluiten om de Mekong achter ons te laten. De voorbije weken is de rivier over een afstand van meer dan 1500 km onze trouwe metgezel geweest. We hebben genoten van deze rivier en hebben zijn veelzijdigheid kunnen ontdekken. Naast het leveren van vis, voedt de rivier de vele nabijgelegen rijstvelden en zorgt ze voor de bereikbaarheid van vele dorpen. We hebben een rustige Mekong gezien, maar evenzeer een turbulente stroom die uiteenvalt in indrukwekkende watervallen. Onze jongens hebben de rivier overgestoken met de zipline en ook hebben we erop gekayakt. De Mekong heeft ons geleerd dat ze een belangrijke woonplaats is voor schildpadden en de zeldzame Irrawady dolfijnen. De Mekong is een levensader!
We trekken verder en nemen vanuit Kratië de minibus naar Siem Reap. We hebben 400 km te overbruggen. En - eens we vertrokken zijn - valt de rit goed mee. Het vertrekken echter heeft zijn tijd nodig. Nadat de chauffeur ons heeft opgepikt, nog een uur heeft rondgebeld en Kratië heeft rondgereden, besluit hij dat zijn busje vol genoeg zit en start onze reis naar de volgende stad. Rond 15h bereiken we ons hotel, een gezellig familiaal gerunde guesthouse. Het kost ons veel moeite om onze jongens rustig te houden. Ze hadden immers het zwembad al heel snel in de gaten!
Siem Reap voelt aan als een aangename stad met een relaxte sfeer. Ik voelde opnieuw de sfeer van Luang Prabang. Alleen is het hier veel groter, en is de koloniale uitstraling hier niet terug te vinden. Maar het is een charmante stad die ons kan bekoren! Zelfs aan het drukke verkeer - een wir war van scooters, tuk tuks en auto's - storen we ons niet. Siem Reap - vroeger een klein stadje - is uitgegroeid tot de derde grootste stad van Cambodja en blijft maar groeien. Hotels rijzen sinds de jaren negentig als paddestoelen uit de grond. Siem Reap is immers de toegangspoort tot de magische Angkor tempels, die sinds 1992 op de lijst van UNESCO werelderfgoed staan.
Maar Siem Reap heeft meer te bieden dan alleen de Angkor tempels! Het stadje alleen al is gezellig om in rond te dwalen en er de sfeer te proeven. Op de avondmarkt kwamen we altijd wel iets leuks tegen: gezellige pubs en restaurantjes, een ontspannen sfeer, souvenirs en visjes. Het zijn vooral die visjes die de aandacht van onze jongens trokken. Deze werden geafficheerd als de ideale massage: voed de vissen met je dode huidcellen! De jongens wisten ons te overtuigen om hun voetjes in het water te steken. En massaal kwamen de vissen erop af. Ze vonden het hilarisch, kriebelachtig en zelfs leuk tot wanneer een vis zijn tanden eens goed in Wannes zijn teen zette! Zo een fijn gevoel is het helemaal niet. De visjes schrapen als het ware je huidcellen weg. Als er zo een 20-tal aan je hand zitten te knabbelen, is dat echt niet aangenaam! Een echte massage daarentegen is wel een aanrader! De massage salons zijn niet uit het straatbeeld weg te denken, dus dat moesten we ook eens uitprobreren. En het is goedgekeurd, zélfs door onze hyperactieve kinderen die we die 45 minuten helemaal niet gehoord hebben!
In de buurt van Siem Reap ligt het Tonlé Sap meer, het grootste zoetwatermeer van Azië. Tijdens het regenseizoen zwelt het meer immers op doordat water van de Mekong terugstroomt in het Tonlé Sap meer en bereikt het een oppervlakte tot 25.000 km2. In het droge seizoen, wanneer het water terugstroomt naar de Mekong, krimpt het meer tot zo een 2.500 km2. Fascinerend toch! De dorpen rond het meer leven van de visvangst en zijn ook aangepast aan deze getijden. Je hebt er drijvende dorpen, en dorpen bestaande uit enkel en alleen paalwoningen. Met de tuk tuk zijn we naar het paalwoningen-dorp Kompong Khleang gereden. Echt indrukwekkend zijn die woningen, die op zo een 10 meter hoge palen staan. Onder de huizen - of tussen de palen - was het een en al bedrijvigheid. Vrouwen en kinderen waren vis aan het kuisen en aan het klaarleggen om gerookt te worden in de zon. De mannen zag je hun visnetten herstellen. De boot bracht ons verder langs de paalwoningdorpen naar het Tonlé Sap meer. Daar voeren we voorbij drijvende dorpen. Deze mensen leven pas samen met de natuur en zijn ook helemaal overgeheveld aan de grillen van het water en de natuur.
In de hitte was het moeilijk om onze jongens te motiveren om in het vissersdorpje rond te wandelen. Veel liever zaten ze in de tuk tuk, of waren ze in "gesprek" met de chauffeur over wie hoe heette. En met de motorhelm op zaten ze als ware motards op zijn scooter! Wij daarentegen konden onze ogen niet afhouden van de primitieve woningen, de vuiligheid waarin deze mensen leven en de hoge paalwoningen. Een hard bestaan moet het hier zijn.
Geschreven door Thuis.in.de.wereld