We bevinden ons in Kuala Lumpur, KL in de volksmond. Wat een contrast in vergelijking met Laos en Cambodja. Hier lopen de mensen niet op hun flipflops en tuktuks zijn er niet te vinden. De binnenstad straalt netheid en structuur uit. Verkeerslichten en rijvakken bewijzen hun nut. Het is een luxe om het zebrapad over te steken zonder het gevoel te hebben dat je elk moment kan gegrepen worden door auto's. Hier vind je geen drummende auto's die kriskras door elkaar rijden, maar wel geduldige en netjes aanschuivende auto's. Het is een stad met geschreven do's and don'ts. En toeristen gaan op in de mengelmoes van culturen (hoewel wij wel degelijk opvallen met onze teva's, rugzak en fotoapparaat...).
De stad - ontstaan in 1857 - heeft vele gezichten. Het ene moment bevind je je in het koloniale centrum waar in 1957 de onafhankelijkheid is uitgeroepen, en het andere moment sta je tussen de immense wolkenkrabbers zoekend naar de Petronas Twin Towers. Chinatown en Little India - elk met hun eigen kleuren en geuren - nemen je mee naar een andere wereld. De wijk Kampong Bahru staat met zijn houten laagbouw aan de voet van de skyscrapers. Je waant je hier in een dorp.
De Petronas Twin Towers zijn het icoon van KL, en moesten dus bezocht worden. Gezien het ons niet lukte om online tickets te boeken, besloten we maar rijtje te gaan schuiven aan de kassa. Veel rij was er niet en tot onze verbazing konden we direct de torens op! Na het in acht nemen van de nodige veiligheidsregels, werden we in groep netjes begeleid naar het observatieplatform en vervolgens naar verdieping 86. Wat een uitzicht! Het doet wel iets met een mens om in het ooit hoogste gebouw van de wereld te zijn!
Het zijn 2 identieke torens die Petronas Twin Towers. Ze zijn elk 452m hoog en tellen 88 verdiepingen. De ene toren is gebouwd door de Japanners, de andere door de Zuid-Koreanen die ook de eer hebben gehad om de verbindingsbrug - die fungeert als obervatieplatform en evacuatieroute tussen beide torens - te mogen bouwen. Bij de ingebruikname in 1998 was het het hoogste gebouw van de wereld. Vandaag de dag kan het al niet meer tippen aan de 828m hoge Burj Khalifa die in Dubai staat. En in 2020 zal de 644m hoge PNB118 toren het hoogste gebouw van KL zijn. Momenteel is de toren al 36 verdiepingen hoog. Nog 82 verdiepingen te gaan!
Onderaan de Petronas torens bevindt zich het 6 verdiepingen tellende winkelcentrum Suria KLCC. Wat een luxe, wat een "waw" gehalte, wat een streling voor het oog. En dit is belange niet de enige shoppingmall die KL rijk is. We hebben er door verschillende rondgewandeld, de ene al iets sjieker dan de andere. Het is indrukwekkend om al die winkelcentra zo dicht bij elkaar te vinden.
Het rondwandelen alleen al is een fijne kennismaking met de stad, die aanvoelt als een metropool maar toch minder dan 3 miljoen inwoners telt. Zo vind je de Jamek moskee op de plaats waar de stad is ontstaan, aan de samenvloeiing van de rivieren Klang en Gombak. Met zijn witte bogen en prachtige koepels is het de oudste moskee van de stad. De KL tower - de 421m hoge zendmast - torent boven de vele wolkenkrabbers uit. Jalan Alor, in de wijk Bukit Bintang, is de place to eat. Eén straat vol met restaurantjes en kraampjes, waar het 's avonds fijn vertoeven is.
Voor de kinderen is al dat slenteren niet altijd even fijn. Gelukkig brengen de fonteintjes aan de centrale markt wat afkoeling. Ook de Canopy walkway, in het Bukit Nanas park, kan hen bekoren. Het parkje - 10ha groot ongeveer - ligt midden in de stad en wordt ook nog wel de groene long genoemd. Een paar hangbruggen brengt je tussen de bomenkruinen van de ene naar de andere kant van het park.
Het uitgebreide metro-trein-monorail netwerk en de vele wolkenkrabbers geven ons de indruk dat we met een grootstad te maken hebben, wat eigenlijk niet zo is. Pas na 2 dagen komen we tot het besef dat de Petronas towers als het ware aan onze achterdeur liggen... Een ommetje langs de achterkant van ons condominium - waar we logeren op de 21ste verdieping met zicht op nog meer wolkenkrabbers - en we kunnen de toppen van de Petronas towers aanschouwen. Jammer is dat het zicht wordt weggenomen door de W-wolkenkrabber... Er is eigenlijk maar één plaats vanwaar je de torens goed kan aanschouwen en bewonderen, en dat is als je er net onder staat!
Iets buiten het centrum bezoeken we de Batu caves, een pelgrimsoord waar jaarlijks het Hindoe festival van Thaipusam plaatsgrijpt. De kalkstenen grotten - in de 19e eeuw ontdekt en ingericht als tempelcomplex - bereiken we na een klim van 272 kleurrijke treden. Wij vonden de grot en tempels niet zo indrukwekkend, maar het waren de vele apen die indruk nalieten. Het was ongelooklijk te zien hoe die beesten van niets of niemand schrik hadden. Ze namen gewoonweg eten en drinken letterlijk uit de handen van toeristen. Er was zelfs een aap die langs een toerist omhoogkroop om haar bloemenketting kapot te bijten en mee te nemen. Ik was onder de indruk hoe die vrouw zo kalm is kunnen blijven...
En ja, ook hier durft het te regenen. We waren al vergeten hoe nat regen kan aanvoelen! Op dag 54 van onze reis werden we getrakteerd op een eerste regenbui, die toch welgeteld een goed halfuur heeft geduurd.
Geschreven door Thuis.in.de.wereld