We gaan naar Wellington. Naar gewoonte doen we de rit niet in één keer, hoewel het maar 100 km is vanuit Gladstone. We stoppen in Greytown, een stadje dat in 2017 uitgeroepen is tot het mooiste dorpje van Nieuw-Zeeland. Over het algemeen stellen de stadjes hier niet veel voor. Vaak beslaat het centrum een paar winkels die doorsneden wordt door een hoofdbaan. En de typische overhangende luifels geven het vaak een far-west look en gevoel. Maar hier is het inderdaad gezellig rondwandelen. We lopen de hoofdstraat door en om het aangenaam te houden voor de kinderen doen we geo-catching. Het is eens een andere manier om een stadje te verkennen! Verder rapen we beukenootjes en vinden we eikels onder roodverkleurde kruinen. Het is hier volop herfst!
De mooie herfstkleuren vinden we ook aan de moerassen rondom het meer van Wairarapa. Daar houden we nog even halt bij het Boggy Pond voor een korte wandelig alvorens we doorrijden naar Wellington.
In de hoofdstad overnachten we in een jeugdherberg. Na de luxe van onze vakantiehuisjes is het toch even wennen. We slapen met z'n allen op 1 slaapkamer, er is geen haardvuur en ook geen gezellige living waar we de avond kunnen afsluiten. In plaats daarvan zitten we op de terrace lounge - wat niet meer is dan een zetel in de gang aan een raam - dicht bij de slaapkamer waar onze kinderen liggen te slapen.
Het wordt een 3-daagse city-trip door één van de kleinste hoofdsteden van het zuidelijk halfrond. Via de promenade - die langs de jachthaven loopt - steken we de houten brug over naar het centrum dat we - zoals het een stadsbezoek betaamt - door slenteren. We wandelen langs o.a. het stadhuis, de parlementsgebouwen, de nationale bibliotheek, allerhande ministeries en de kathedraal. Zelfs het oversteken aan een zebrapad heeft hier zijn charme. Er is wel altijd een ander groen mannetje en/of vrouwtje met wapperende jurk die je uitnodigt om de straat over te steken. Verder trekt het oud regeringsgebouw - uit hout opgetrokken - onze aandacht doordat het de indruk geeft dat het een stenen woning is. We eten fruit in het park met uitzicht op het gebouw waar het Waitangi Treaty - het in 1840 ondertekende verdrag tussen de Maori's en Britten - wordt bewaard. En we wandelen verder naar een super gezellig klein houten kerkje, waar de rust over je valt eens de zware deuren achter je dichtvallen. De winkelstraten met zijn weinige souvenirswinkeltjes houden we voor de laatste dag! We drinken een lekkere kop koffie en de kinderen smullen van hun allergrootste ijsje van deze reis. En de vele speeltuinen die Wellington rijk is, worden één voor één uitgetest én goedbevonden.
Eerder op de dag hebben we in het centrum de kabeltrein genomen die ons naar hoger gelegen stadsdelen brengt. We stappen terug naar beneden en volgen hierbij de route die ons doorheen de botanische tuin en - verder beneden - de rozentuin leidt. Op het einde wandelen we nog een groot kerkhof door. De grafzerken zijn oud, hier en daar scheefgezakt en soms met vervagen inscripties. Er komt rust in mijn hoofd als ik hier wandel. Kristoffel en de jongens ben ik ondertussen uit het oog verloren. En dan plots is er de brug over de snelweg, die het impressionante kerkhof in tweeën deelt. Eens de brug over loopt het kerkhof nog iets verder. De grafzerken, die net naast de trappen van de brug opdoemen, zullen me bijblijven. Het voelt aan alsof de doden geen rust wordt gegund.
Het centrum van Wellington is klein en vlug doorkruist. De volgende dag verkennen we de groene gordel rondom de stad. We combineren de Southern Walkway met de Lookout Walkay en klimmen hierbij de heuvels op die Wellington omgeven. Vanop de eerste heuvel - Mount Victoria - hebben we een prachtig zicht over de stad. We zoeken herkenningpunten en vinden al gauw de zeilbootjes, de brandweertoren, het Te Papa museum, onze hostel en het rugby stadium. De helicopter - die toeristenvluchten verzorgt - cirkelt over de stad en landt op zijn vertrouwde plek aan de rand van de haven. De wandeling - iets meer dan 13 km - zijn we gestart ten noorden van de stad en loopt helemaal door naar het zuiden, tot aan de zee. Het is een fijne tocht die niet verveelt en ons prachtige uitzichten geeft over Wellington stad en zijn suburbs. We wandelen door bossen, kruisen rustige straten en komen veel joggers en mountain-bikers tegen. Met momenten hebben we zicht op de luchthaven en kijken we gefascineerd naar de vliegtuigen die er landen en opstijgen. En op dé gepaste momenten komen we heel uitnodigende speeltuinen - 7 in totaal volgens Wannes - tegen waar de jongens zich uitleven. We zijn moe als we uiteindelijk de zee tegenkomen en dan is het nog even wandelen tot aan het eindpunt van de wandeling. En wat is er beter dan te eindigen op een speeltuin? De jongens zijn uitgelaten en van vermoeide benen is er geen sprake meer! Wij genieten nog even van de laatste zonnestralen alvorens de zon achter de heuvels verdwijnt. We hoeven gelukkig de 13 km niet meer terug te stappen. We nemen het openbaar vervoer. Na een 30-tal minuten en vele busstoppen later worden we op nog geen 100 m van onze hostel gedropt.
In Wellington is het Te Papa museum een must-do! Het museum neemt je mee in de Maori cultuur, de buitengewone natuur, de belangrijkste kunstwerken en de geschiedenis van Nieuw-Zeeland. Dit gratis museum is echt de moeite en heeft steeds wisselende tentoonstellingen. Maar het is vooral groot! Het is te groot om alles te willen zien, en dus pikken we er - verspreid over een aantal dagen - enkele interessante dingen uit. De eerste dag worden we meegezogen in de Nieuw-Zeelandse natuur en ontdekken we de impact van zowel de Maori's als de eerste Europeanen op de omgeving. Het laat indruk na wanneer je beseft dat er vandaag nog maar 25% van de natuurlijke bebossing overschiet! Tijdens ons laatste bezoek leren we meer over de Maori-cultuur en het Waitangi treaty. Lukas is geboeid door de korte tentoonstelling over immigratie, de verhalen erachter en de sprekende grafiek over de belangrijkste immigratie periodes. Het is een top museum, maar na anderhalf uur is de aandacht verslapt en zoeken we de zon op.
Het is staalblauwe hemel, de zon schijnt. De kinderen amuseren zich op de speeltuin(en), kijken gefascineerd toe naar de skateboarders en wij genieten van het aangename herfstweertje. Maar van zodra de zon achter de heuvels verdwijnt, wordt het berekoud. De wind snijdt. Het is tijd om terug naar onze jeugdherberg te gaan.
Geschreven door Thuis.in.de.wereld