Zondag, 13 augustus.
Als ik vroeg in de morgen mijn tent uitstap is alles behoorlijk natgeregend. Ik heb er niets van gemerkt. Blijkbaar als een blok geslapen. Het waait ook stevig hier aan het meer. Ik loop naar de waterkant en het wit van de schuimkoppen is zichtbaar. Het is een enorm wateroppervlak waar de wind vrij spel heeft voordat hij de camping bereikt. De lucht is langzaam van rozerood naar geel aan het verkleuren door de opkomende zon. De wolken snellen over mijn hoofd voorbij. Een beetje windsurfer kan hier zijn lol op vandaag. Bij aankomst gisteren zagen we ook al een surfschool aan de rand van het meer.
Als Lars en ik na het ontbijt de boel opbreken controleer ik de geïmproviseerde bagagerek constructie met schoenveter nogmaals. Hij is door al het schudden en stuiteren met de bagage wat losser gaan zitten dus we maken hem opnieuw. Vandaag zondag dus het moet tot maandag houden. Dan zijn er weer winkels open.
We willen flink wat kilometers maken. De totale afstand naar Rügen is nog zo'n 170 kilometer. Met een beetje mazzel en doortrappen lukt dat in twee dagen. Dan hebben we op het eiland nog een hele dag om te lummelen. We gaan in ieder geval een mooie dag tegemoet want de zon breekt steeds verder door en brandt aardig. Na een paar kilometer bedenken we dat we ons ook helemaal niet ingesmeerd hebben dus staan we ergens langs de weg onze lichaamsdelen die uit de fietskleding steken flink in te smeren.
De harde wind hebben we in het begin schuin mee, dus we vreten de kilometers weg. De fietspaden zijn nog steeds van afwisselende kwaliteit. Soms vreselijk hobbelig en vol bulten van de boomwortels die het asfalt tot scheurend toe omhoog drukken. Het geeft soms vreselijke klappen op de fietsen en met de bagage klinkt dat nog heftiger. Uiteraard worden we ook vandaag over stroken kinderkopjes gestuurd. Onverharde bospaden zijn vandaag moddervrij dus die rijden weer smooth....
Als we tijdens een verharde afdaling over het omhoog geduwde asfalt denderen hoor ik uit mijn achterwiel een harde knap. Ik weet het meteen: een gebroken spaak. Ik rem en zoek naar de losse spaak. Inderdaad. Hij bungelt er slapjes bij. Ik wikkel de stalen spaak om de nabijgelegen collega zodat hij geen verdere schade kan aanrichten. Ik loop de rest van het wiel na maar de rest van de spaken zijn heel en goed op spanning. Wel een vervelend idee dat ik met deze zwaar beladen fiets een spaak mis. Ik zie ook een klein slag in het wiel dat ontstaan is door de disbalans in het wiel nu de ene zijde minder tegenkracht geeft. Nu maar duimen dat dit wiel verder heel blijft.
Het is zondag en zo mogelijk doet deze streek nog verlatener aan dan gisteren. Als we het eerste echte stadje binnen komen hopen we dat er een café of terras toch open is. Maar helaas.. Nu is echt alles dicht en ik heb zo'n zin in koffie! We rijden het stadje weer uit en passeren een tankstation. Kijken elkaar aan en even later zitten we op een picknicktafel met automaat latte macchiato, flesje fris, appelflap en een chocolade koek in het zonnetje te genieten.
Als we over wat hobbelige betonplaten rijden zie ik dat de bagagedrager van Lars helemaal mee opstuitert bij iedere hobbel. Fuck....dit ziet er niet best uit! We gooien alle bagage eraf en dan zie ik tot mijn schrik dat niet alleen de noodverbinding met veters door is maar dat er aan de andere zijde nu ook een bout mist. De andere bouten onder het zadel zijn inmiddels losgetrilt. Ik pak het gereedschap en begin aan een reparatie. Uit mijn eigen fiets offer ik een boutje voor de bidonhouder zodat er weer drie van de vier punten vast zitten. Het punt waar de allereerste bout mistte kan echter niet met eenzelfde boutje worden vastgezet omdat het schroefdraad helemaal dolgedraaid is. Dat had ik al bij de eerste reparatie poging ontdekt.
Als we bezig zijn met de reparatie komt er een bestelwagen aangereden. Ik heb hem in de verte zien staan. Er klonk ook kettingzaag herrie dat inmiddels gestopt is. Waarschijnlijk hoorde de auto bij het zagen. De man zet zijn auto aan de kant en vraagt uit het open raam of de panne groot is. Ik laat hem het bagagerek met de ontbrekende bout zien. Warte mall, zegt hij terwijl hij uitstapt. Hij zwaait zijn achterklep open en daar staan inderdaad kettingzagen en jerrycans benzine en olie. Hij haalt er een doek en een emmer uit. De doek legt hij op de grond en kiepert de inhoud van de emmer er over uit. Een stortvloed aan bouten en moeren in alle verschillende lengtes, diameters en tapeinden. We zoeken samen naar de juiste diameter en lengte. Omdat het schroefdraad stukgedraaid is nemen we een diameter kleiner en net iets langer zodat we op het uitstekende tapeinde een boutje kunnen draaien. Na een paar minuten zit de bagagedrager ramvast en beter dan ooit. Ik zeg hem dat hij vandaag onze reddende engel was. Hij zegt blij te zijn ons te hebben geholpen. We schudden elkaar een stevige hand. Als hij weer optrekt steekt hij zijn arm uit het raam en wenst ons nog ein gutes fahrt. We bepakken de fiets weer en fietsen tot het volgende dorp waar we ons laatste brood en beleg als lunch verorberen. Al het eten is nu op en geen winkel is open. We besluiten dat we eerst maar verder gaan fietsen en onderweg goed uitkijken naar iets dat wel open is of anders een restaurant zoeken.
Als we aan het einde van de middag nog steeds niets zijn tegengekomen en onze magen beginnen te rommelen na een hele dag op de fiets, komen we vlak buiten het stadje Franzburg een bord tegen met Eiscafé am mer. Die gaan we opzoeken en intussen doen we schietgebedjes dat hij geopend is. Als we de weg naar het meer afzeilen zie we het houten keetje liggen. Het is open. Yes!
Naast ijs verkopen ze nog wat gebak. Twee cola met twee stukken bosbessen kruimeltaart. Man, wat smaakt dat lekkker! We voelen ons bij iedere hap weer opknappen. Ik vraag de serveerster tegen beter weten in of er hier iets open is om inkopen te doen of misschien een restaurant.... Ondanks dat het antwoord volledig voldoet aan de verwachting: nee, baal ik wel. Echter blijkt aan de andere kant van het meer wel een restaurant te zijn dat volgens haar open is. 3 kilometer fietsen dus we besluiten er heen te gaan. Na wat navraag is er inderdaad een café dat geopend is en wat te eten serveert. Kartoffelsalat und wurst. Oder brot und wurst. We gaan voor de aardappelsalade. Ook al was niet niet het restaurant waarop we gehoopt hadden, het smaakt uitstekend.
Nu de magen weer gevuld zijn rest ons nog een slaapplaats. Geen camping in een straal van 40 kilometer, dus het wordt weer wildcamperen of we vinden iets anders.
We herinneren ons dat er in Franzburg tegenover het Eiscafé een bordje hing met Zimmer frei. En daar liggen we we nu in een kingsize bed onder bloemetjes dekbed. De kamer gevuld met allerlei prullaria. De wanden en het plafond betimmert met schrootjes. Kitscherige schilderijen aan de muur in gouden lijsten. Meubelen die in een bejaardenhuis niet zouden misstaan en om het af te maken een rode papieren lampion aan het plafond. We zijn er blij mee. Een warme douche, vers gezette thee en een prima boxspring voor twee tientjes per persoon. De fietsen staan veilig achter slot en grendel. Een passende afsluiting van een bewogen dag.
Geschreven door JorisRuhe