Dag 21
Hij komt met grote passen langs mijn overnachtingsplaats gebeend en reageert wat kortaf op mijn goedemorgen. Het is de eigenaar. Het zit zo: gisteren was ik rond 18 uur in Ardenos vreselijk aan het zoeken naar de camping. Slecht 1 blauw bordje in het centrum met de richtingaanduiding. Ik fietsen. Na 3 km en geen enkel bord stond ik op het industrieterrein. Geen mens te bekennen. Alles dicht. Uiteindelijk weer teruggefietst. Gevraagd aan mensen. Ja, ergens buiten de stad. Wederom geen duidelijk aanwijzingen. Ik weer terug. Na het industrieterrein een rotonde met voorbij razend verkeer. Geen bordje camping te bekennen. Uiteindelijk komt er een auto van de Gendarmerie met daarin 4 agenten met verhitte hoofden. Ook zij hebben het warm in hun donkerblauwe uniformen. Ik vraag naar de camping. Zij wijzen mij uiteindelijk de juiste weg. Eenmaal bij de camping aangekomen is het ruim half 7 geweest en de receptie uiteraard dicht. Geen telefoon nummer; alleen voor noodgevallen. Ik volg mijn eerdere strategie door gewoon een plek te kiezen en morgen te betalen.
Als ik mijn tent opzet staat er plots een man achter mij. Ik groet vriendelijk maar hij vraagt of ik hier ga overnachten. Ik zeg dat hij het geen probleem vind graag en dat ik me nergens kon melden. Alles was dicht. Hij wil mijn paspoort zien. Die toon ik. Hij zegt dat hij mijn paspoort meeneemt en dat ik die morgen terugkrijg als ik betaald heb. Ik zeg dat ik een kopie van mijn paspoort heb en dat hij die mag hebben. Dat ik mijn paspoort graag terug wil hebben. Hij kijkt mij nu echt boos aan en zegt dat ik dan maar moet weggaan. Zo, dat is duidelijk. Ik schat de situatie in en kies maar eieren voor mijn geld. Ten eerste is het zijn terrein en heb ik inderdaad zonder toestemming een plek gekozen. Bovendien heb ik behoefte aan een maaltijd, een douche en geen energie voor een discussie. Dat wil zeggen: Als mijn Frans dat zou toelaten.....
Nu beent dezelfde man niet toevallig langs mijn plek. Vast checken of ik er nog wel ben. Zijn humeur lijkt niet beter dan gisteren.
Als ik mij bij de receptie meld word ik vriendelijk begroet door een dame. Zij vraagt of ik de fietser ben wiens paspoort haar man had ingenomen. Ik bevestig haar vraag. Ik leg haar ook uit dat alles gesloten was gisterenavond en ik niet weet hoe ik mij moest melden. Ze stelde mij gerust en zegt dat het helemaal geen probleem is. Ze vraagt of ik goed geslapen heb en de camping prettig vond. Wat een verschil met haar man. Ze houden elkaar waarschijnlijk mooi in balans.
Ik volg nog altijd La Vélodyssée. Ik kom hier steeds meer vakantiefietsers tegen. Veel 50-60 plussers, vaak in groepsvorm reizend.
Ook hier weer pelgrims te voet.
Na een uurtje fietsen kom ik een wielrenner achterop. Hij lijkt wat oud aan zijn manier van fietsen te zien. Tempo is mooi constant. Bovenlijf keurig stil. Handen losjes op het stuur. Waar ik kan het zien aan de lichaamshouding. De wat stramme pedaalslag, zadel wat lager dan het stuur en bij ieder kruispunt veel tijd nemen voor de oversteek. Zijn tempo is niet slecht. Ik kom heel langzaam dichterbij. Als ik passeer klopt mijn veronderstelling. Het is een man van 70-75 jaar schat ik. We wensen elkaar een goede dag toe.
Als ik een tijdje verder fiets hoor ik ineens een stem achter mij. Het is de krasse knar van net. Wat hij zegt kan ik niet verstaan door het windgeruis in mijn oren en het feit dat hij hijgend snel praat. Ik hou mijn pedalen stil en rem wat af. Ik zeg hem dat ik Nederlander ben en een beetje Frans spreek. Aaaahhh is zijn antwoord. Dan remt hij en staan we stil. Hij vraagt naar mijn reisdoel. Hij zegt slechts 1 stad in Portugal te kennen. Namelijk Porto. Hij heeft bij de marine gezeten, vandaar. Mooie brug ook zegt hij. Die is ook een beetje Frans zeg ik. De leerling van ingenieur Eiffel heeft hem ontworpen. Hij moet lachen. Daarom vind ik hem ook mooi zegt hij.
We praten over het fietsen. Hij blijkt 78 jaar te zijn. Hij fietst iedere dag 20 tot 25 kilometer en 1 keer per maand met de fietsclub een tocht. Hij wijst op zijn wielershirt met de naam van zijn fietsclub. Maar niet meer dan 100 kilometer. Dat doe ik niet meer zegt hij. Ik zeg dat hij al meer dan 100 kilometer per week fietst en dat doen maar weinig mensen van zijn leeftijd. Hij glimlacht trots. Maar jij fietst goed beantwoord hij mijn compliment. Ik bedank hem. Ik zeg dat ik ook nog heel lang hoop te kunnen blijven fietsen. Net als hem. Zijn dagelijkse rondje zit er bij het volgende kruispunt op. Hij gaat rusten. We nemen bij het kruispunt afscheid.
Ik moet vandaag dus het Bassin d'Arcachon ronden. Daarna weer de kust opzoeken. Maar dat blijkt niet te kunnen. Daar ligt een groot militair oefenterrein. Verboden gebied dus. Ik moet dus 2 andere meren ook aan de oostkant passeren. Etang de Cazaux en Etang de Biscarosse et de Parentis. Mond vol. Het gebied is vooral bosbouw en akkerland. Niet echt vreselijk inspirerend. Maar zodra je bij het meer uitkomt is het wel een prachtig gezicht.
Ik kom een Mariabeeld tegen. Gekooid in een glazen huis met aluminium kozijnen. Alles is wit met mintgroen en ze is omringd door veel nepbloemen. Het is zoiets anders dan de Christelijke uitingen noordelijk. Ik zal beide foto's ter vergelijking toevoegen aan dit bericht.
Wat mij nog het meest intrigeert is de brievenbus in de aluminium deur. Die zal er niet zomaar zitten. Of zat die al standaard in de bestelde deur? Post of reclamefolders krijgt onze lieve vrouw vast ook niet. Maar wat gaat er dan doorheen. Giften? Wensen? Smeekbedes? Al verder fietsend laat het me niet zomaar los.
Als ik na 144 km een camping zie besluit ik dat het mooi geweest is voor vandaag. Ik blijk vandaag alleen al aan water 4,5 liter te hebben gedronken. Daarnaast een liter kwark en 2 bekers thee. Het was een warme dag. Inmiddels zijn er wolken komen binnendrijven en is de echte hitte verdwenen. Lekker voor de nacht.
Bij de receptie vragen ze of ik La Vélodyssée aan het fietsen ben. Ik antwoord positief. Dan krijgt u korting op deze camping zegt de vriendelijke receptioniste. Altijd leuk een cadeautje. Hier hoeven ze overigens mijn paspoort helemaal niet zien. De eerste camping die er niet om vraagt.
En zo sta ik voor een paar euro op een 4 sterrencamping. Mijn tentje staat letterlijk aan de rand van een prachtig meer. Etang de Leon genaamd. Ik ga zo op de steiger zitten met mijn voeten in het water.
Geschreven door JorisRuhe