Dag 34
Gisterenavond was het nog heerlijk warm. Niet alleen vanwege het uurtje tijdsverschil, maar ook omdat ik merk dat het klimaat hier toch echt anders is dan de Noordwest hoek van Spanje.
Ik heb tot zonsondergang aan zee op een duintop gelegen. Zelfs vannacht was hier aan zee de slaapzak te warm. Rits pas vanmorgen vroeg half dicht gedaan.
Voor het eerst deze reis zit ik te ontbijten in korte broek, T-shirt en slippers. Nog een verschil: de handdoek en zwembroek die ik gisterenavond laat over mijn fiets heb gehangen zijn volledig gedroogd vannacht. Tot nog toe moest ik alles wat droog was juist voor de nacht binnenhalen om te voorkomen dat het nat werd. Ik denk dat ik vandaag een extra anderhalve literfles water tap voor onderweg. Het zal vast warm en een dorstige dag worden.
Het is tegen tienen als ik koffiepauze hou. Ik zag op een gevel van de lokale 'farmacia' dat het om 9:19 al 25 graden was. In de zon, dat wel. Rijdend valt het erg mee. Ik ben blij dat ik wat rijwind produceer want zodra ik stil sta voel ik pas die warmte. Ongelooflijk hoe groot het verschil is met rwee dagen geleden. Helemaal als ik terugdenk aan mijn eerste dag. Die regen en wind. Volledig natgeregend. Rillerig. Hoe koud ik het op een gegeven moment had. Hete thee drinken in een heel bleek zonbetje onder een terrasverwarming in Hellevoetsluis. Nu drink ik koffie in de schaduw. Weg uit de zon. Het contrast kan niet groter.
Portugal is toch voor mij het feest der herkenning. Ik had gisteren de foto geplaatst met de kleine typisch Portugese keitjes als stoeptegels. Die lagen direct toen ik de brug overstak van Spanje naar Portugal als bestrating voor de voetgangers. Ik zag ook de mannen die ze leggen. Dikbuikige compacte mannen die met z'n vieren uren bezig zijn met 2 vierkante meter. Er staat meestal een oranje kieptractor bij. Kan het niet anders uitleggen. Bak voorop. Bestuurder erachter en met een pokkeherrie gaat het vehikel met 4 km per uur een bakje zand brengen. Ook de bestrating is in Porto herkenbaar. De Portugese versie van de kinderkopjes. Ik stuiter mijn weg door de straten. Grote gaten ontwijkend. Auto's hoor je al van ver aankomen. Hun banden ratelen over de ongelijke stenen. Als je voldoende snelheid hebt gaat het maar tijdens een klim stuiter ik bijna van mijn fiets af. Ook het ritselen van het hoge droge gras in de berm. Medio juni en de berm is hier al bruin. De geluiden. De geur van geroosterde sardientjes tussen de middag. De klanken. De taal die ik om mij heen hoor. Het aan elkaar plakken van de woorden. Het klinkt minder hard dan het Spaans. Ik koop langs de weg een koud blikje Sumol. De Portugese Fanta zeg maar. Gewoon om ook die herinnering aan de smaak op te halen. Als kind was dat de traktatie als we ergens wat dronken. De pickup met houten opbouw. Veel kleine vrachtwagens van de bekende Japanse merken. Ze rijden hier massaal rond. Ik zie de brommers nog rijden van de merken Macal, Casal en Sachs. Sommigen met een Zundapp motorblok. Een houten kistje achterop. Vishengels langs het frame en de buddysit bevestigd. Of een karretje erachter. Pruttele herriebakken waar een enorme rookpluim uitkomt. Alsof ze op olijfolie rijden. Maar ook de vreselijke foute inhaalmanoeuvres. Dat je denkt: eigenlijk was het 5 seconden geleden al niet verstandig, maar nu is het gewoon dom. Ze doen het toch. Ook dat is Portugal.
Ik zoek daarom zoveel mogelijk de kleine kustroutes maar soms beland ik toch even op die grotere doorgaande weg. Ze kunnen er ook zo vreselijk onschuldig bij kijken als ze je afsnijden. Die melodramatische fadoblik die Christiano Ronaldo ook kan opzetten zodra hij vindt dat hij onreglementair van de bal is gezet. Ik zie hem twee keer vandaag. Beide keren een te grote auto met een te kleine Portugees erin die bij het opdraaien van de weg vindt dat ik maar even plaats moet maken. Mooi niet dus. Ten eerste wacht hij maar even en ten tweede zijn dit ook de types die hun lak van hun bolide als heilig beschouwen. Ik kijk wel of ze mij zien. En beide keren kijken ze mij recht aan op het moment dat ze toch wat gas geven. Dit ís echt het eerste land waar ik me als fietser mijn recht heel duidelijk moet claimen. Hou mijn handen aan de remmen. Dat Wel. Constant. Ook het eerste land waar ik de voetgangers steeds zo lang zie aarzelen bij het zebrapad. Ze hebben voorrang maar of ze dat ook gaan krijgen blijft maar de vraag.
Ik zoek mijn weg door de voorsteden van O Porto. Mijn kaart is sinds Spanje goed voor de hoofdlijnen. Dat gaat buiten de knooppunten en steden best aardig. Gewoon de richting aanhouden en soms blijken de wegnummers op mijn kaart en de borden overeen te komen. Altijd leuk die bevestiging dat je goed gegokt hebt. Maar zodra ik de drukte van de stad binnen rij en alleen de blauwe snelwegborden de automassa sturen gebruikte ik soms even de navigatie van mijn mobiel op een knooppunt. Portugal blijkt er alleen om een of andere reden niet gedetailleerd in te staan. Vreemd. Maar goed, ik heb ook nog een richtinggevoel en een mond om de weg te vragen. Ik volg de kust tot ik bij de riviermonding kom. Die leidt me naar de haven van O Porto. Daarna stuit ik op een tramlijn. Blijkt de bovengrondse metro te zijn. Kijk, die leidt me zeker naar het centrum en anders wel naar een treinstation. Ik volg zoveel mogelijk de rails tot ik op een grote rotonde beland. De metro kan ik even niet volgen omdat er geen weg parallel langs loopt. De rotonde geeft twee opties: Porto via de snelweg of de IC1. Dat ik de niet-tolweg snelweg zeg maar. Beide wil ik niet. Mijn kaart is hier van geen waarde en de navigatie geeft ook hier alleen de hoofdroutes aan. Ik sta op een vluchtstrook met bushalte te puzzelen. Er stopt een auto. Een man vraagt of hij mij misschien kan helpen. Ik zeg dat ik met de fiets naar het centrum van O Porto wil. Maar niet over de IC1. Hij kijkt achter zich en zegt: dan zou ik als ik jou was de metro pakken. Met je fiets mag dat en dat is vanuit hier de beste optie. Ik volg zijn advies op.
Even later koop ik uit een automaat een kaartje. Alles in het Portugees dus gok maar dat de fiets gratis mee mag. In de metro vraag ik een meneer waar ik het beste kan uitstappen voor het treinstation. Hij helpt me door de kluwen van gekleurde lijnen. Er is geen halte voor het treinstation maar wel eentje die er redelijk dichtbij komt. Dan vraagt hij of ik wel een kaartje heb gekocht. Ik laat hem mijn kaartje zien. En heb je hem ook gevalideerd vraagt hij. Uuuhh.... vast niet. Hoe werkt dat vraag ik. Blijkt dat je net als in Nederland je kaartje na het kopen ook langs een soort incheck apparaat moet halen. De boete blijkt €150,= en ze geven hem heel snel. Ook aan buitenlanders die het systeem niet kennen zegt hij. Hij reist iedere dag met deze lijn en ziet het maar al te vaak. Bij de volgende halte helpt hij mij bij het valideren. Het is ook zijn eindpunt. Ik bedank hem hartelijk voor zijn hulp en wacht op de volgende metro. Als ik uitstap zit ik midden in het centrum. Het treinstation blijkt inderdaad vlakbij. Maar vanuit daar gaat geen trein naar Lissabon wordt mij mede gedeeld. Dan moet ik het andere station aan de andere kant hebben Ai.... Ik ga mijn plan voor vandaag maar wijzigen. Ik ga een hotelkamer zoeken en morgen de trein naar Lissabon nemen. Het is mooi geweest voor vandaag. Ik kijk op de teller en zie dat ik vandaag de 4000 kilometer ben gepasseerd. Mooi moment om mezelf te trakteren op een etentje, glas en een echt bed.
Als ik een hotel heb gevonden blijkt deze vol. De receptioniste belt voor mij. Hier vlakbij zit een ander vergelijkbaar hotel dat nog plek voor mij en mijn fiets heeft. Zelfde prijs. Ze loopt met mij mee door de smalle straten. Ze zegt dat het ongewoon heet is voor deze tijd van het jaar. Ze kijkt er erg moeizaam bij. Weer die Portugese fadoblik....
Geschreven door JorisRuhe