Dag 31
Vanmorgen als koning van de camping de enorme badkamer benut zoals een vorst betaamt. De eigenaren waren er nog niet dus ik kon ongegeneerd in mijn onderbroek naar het sanitair huppelen. Daar zonder een deur te sluiten mezelf gereed gemaakt voor de nieuwe dag.
Als ik weer in fietstenue naar mijn tent terugloop staat er een oudere man op een trap de lantaarnpalen van de camping te ontdoen van de vuilniszakken die er de hele winter omheen hebben gezeten. Waarschijnlijk ter bescherming of om te voorkomen dat er allerlei ongedierte in overwintert. Hij heeft niet toevallig de lantaarnpalen het dichtst bij mijn tent als eerste van hun plastic vlies ontdaan. Een erg onlogisch startpunt zo halverwege en in het midden. Kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij er het fijne van wilde weten. Er volgt een korte afgemeten groet als antwoord op mijn Ola, Buenos Dias.
Vlak voordat ik mijn fiets weer helemaal bepakt heb zie ik de auto van de eigenaren op de parkeerplaats stoppen. Ik had al een pen en papier gepakt om een briefje voor ze achter te laten, maar nu kon ik ze persoonlijk nogmaals bedanken voor hun gastvrijheid.
Ik start in een lekker zonnetje maar al snel komen er steeds meer donkere wolken mijn kant op vauit A Caruna. Desondanks hou ik het vandaag de hele dag droog. De thermometer op een winkelgevel meet halverwege de dag 19 graden in de schaduw. Mooie temperatuur voor een Hollander op de fiets.
Als ik lunchpauze wil houden kan ik maar geen leuke plek vinden. Tegen half een heb ik echt trek en ik weet dat ik over een paar kilometer een drukkere weg ga krijgen. Op dit binnenweggetje had ik gehoopt een aangenaam rustig plekje te vinden. Ik besluit maar in een bocht op de top van een heuvel te gaan stoppen. Daar is een inrit naar lager gelegen huizen. Mijn fiets kan ik er mooi kwijt en er is een muurtje waar ik lekker op kan zitten. Als ik mijn benodigde spullen heb gepakt en geïnstalleerd ben begint er een hondje te blaffen. Het komt van de overzijde. Daar staat een vervallen boerderijtje. Voor de ingang een oude tractor en een ezeltje aan een touw. Voor hem een hoopje vers gras. Er lopen wat kippen rond een afdak waar wat oude landbouwmachines wortel staan te schieten. Nu zie ik het hondje. Zijn kop tussen de spijlen van een hek. Klein. Zwarte krullen en een stompe neus. Het beestje doet erg zijn best om mij schrik aan te jagen. Nu hoor ik een mannenstem de hond toespreken. Uit een zijdeur van de vervallen boerderij zie ik een man komen wandelen. Overhemd uit zijn broek. Groene pet wat nonchalant achterop zijn kruin. Hij loopt nu een rondje op zijn erf. Zegt wat tegen de hond maar die blaft onverdroten door. De man loopt alsof hij iets inspecteert. Kijkt wat naar de grond en het hoog groeiende gras rondom zijn schuur. Hij heeft mij waarschijnlijk gespot en wil er het zijne van weten. Heel langzaam loopt hij mijn kant op achter de muur die zijn erf scheidt van de weg. Ondertussen werpt hij steeds een blik op mij. Ik zit wat verscholen op het lage muurtje achter mijn fiets. Als hij wat dichterbij is komen dralen zeg ik hem gedag. Hij groet met een opgeheven hand terug. Hij grijpt de opening aan voor een gesprek. Hij roept iets boven het geblaf van de hond uit. Ik versta het niet dus ga staan en kom zijn kant op. Of ik Pelgrim ben. Zoals zo vaak hier in Noord-Spanje is iedere reiziger die bepakt loopt of fiets al gauw een pelgrim. Als ik zeg zat ik de Costa da Morte volg vraagt hij of ik naar Cee ga. Dat klopt en verder langs de kust. Nu wappert hij met zijn hand alsof hij zijn vingers heeft verbrand. Wat hij erbij zegt kreeg ik niet mee omdat de hond nog immer de sirene aan heeft staan. Ik bedank de beste man maar.
Ik ga weer zitten. Even later komt er een vrouw de straat over steken. Schort voor. Ze gaat op zo'n 25 meter van mij verwijderd over de reling van een hek hangen. Steunend op haar ellebogen. Zij inspecteert zogenaamd de tuin van het lager gelegen huis. Ik zit net lekker te eten dus knik alleen met mijn hoofd. Zij knikt terug. Na een paar minuten geeft ze het op en schuivelt op haar pantoffels weer terug. Niet veel later weet ik wat de man bedoelde toen hij zo wapperde met zijn hand: er zitten hier fikse klimmen tussen.
Als ik voorbij Cee ben veranderd het landschap radicaal. Eerst een soort maanlandschap bij Cabo Fisterra en daarna kom ik in prachtige baaien terecht met zandstranden en azuurblauwe zee. Bijna geen branding. Het lijkt wel de Cote d'Azur hier.
Ik sta vlakbij de camping te genieten van het uitzicht. Moet me nog melden maar eerst maar even uitdampen. Er komt een wat slonzige man naar mij toe gelopen. Dikke brillenglazen maken zijn ogen groot en het lijkt daardoor alsof hij heel verbaasd kijkt. Wat schichtige blik. Hij loopt op sandalen, korte broek en draagt een sint Jacobsschelp aan een touwtje om zijn nek. Hij vraagt in Engels met een zeer Duits accent of ik een camping zoek. Terwijl hij praat komt zijn bovengebit los van zijn kaak. Hierdoor slist hij enorm. Ik zeg dat ik beide campings hier in het stadje weet te vinden wijzend op mij telefoon. Maar deze man wijst me desondanks de weg. Ik bedank hem. Nu gaat hij zijn verhaal doen. Wat hij allemaal gedaan heeft deze dagen. Hij maakt op mij een wat vreemde en warrige indruk. Beetje gesjeesd. Praat rommelig Duits en Engels door elkaar. Als ik eindelijk van hem verlost ben en op de camping mijn tent opzet komt de maffe Duitser naar mij toe. Hij staat hier ook. Vlakbij. Nu hou ik hem af en zeg hem dat ik graag verder wil met mij installeren. Hij komt mij zijn zelfgebouwde op afstand bestuurbare zeilboot tonen. Ik zeg dat ik hem mooi vind maar graag even met rust gelaten wil worden. Hij druipt wat teleurgesteld af. Gelukkig ziet hij een camper met Duits kenteken parkeren op een plekje niet ver van hem vandaan. De arme man en vrouw worden gelijk aangeklampt. Beetje gemeen, maar erg prettig voor mij.
Het is grappig om te merken. Zodra ik ergens stop of pauzeer is er altijd wel iemand die mij aanspreekt of wil weten wat ik aan het doen ben. En dat zijn alleen nog maar de mensen die mij aanspreken. Ik vind het overigens meer dan voldoende zo....
Geschreven door JorisRuhe