23.Westelijke Atlas: Ouzoud, Khénifra, Azrou

Marokko, Ouzoud

24 – 28 maart

De stad laten we achter ons, we gaan weer de natuur in. Het lanschap vandaag is vlak met veel agrarische activiteit. Groen landschap, wel wat erg nat door de regenval van de laatste drie dagen. Ook in de rivieren stroomt veel water, normaal staan die droog. Aan de horizon aan mijn rechterhand is het Atlasgebergte met zijn sneeuwtoppen goed zichtbaar als de wolken niet te laag hangen.
Dan komen de flanken van het gebergte dichterbij en rijden we een fris heuvellandschap in. Hier wordt veel graan verbouwd, nu nog maar net boven de grond. Zelfs onder de olijfbomen is er uitgezaaid.
Ouzoud is de bestemming, daar moeten de mooiste watervallen van Marokko zijn.
We staan hier op camping Zebra die wordt geleid door een Nederlands echtpaar met hun locale medewerkers.
Hier in het dorp wordt hard gewerkt om een mooie uitstraling te krijgen. De toegang naar de watervallen is keurig geplaveid en vanaf verschillende plekken kan je de watervallen mooi zien. Er is heel veel water door de recente regens. Je loopt tussen allerlei kraampjes en terrasjes door. Er lopen berber aapjes rond en de aan en afvoer van producten gebeurd met ezeltjes. Nadat we een thee hebben gedronken op een laag terras, maken we gebruik van de mogelijkheid om met een roeiboot de overkant te bereiken. Nu lopen we via een normaal onverhard, soms glibberig en vaak stenig terug omhoog naar het dorp. Daar doen we nog even de locale marktplaats aan voor groente en eigengemaakte olijfolie.
Na twee nachten gaan we weer verder, alhoewel we hier nog veel meer fijn hadden kunnen wandelen.
De weg (wit op de kaart, maar wel aanbevolen in het Duitse boek) die we vanmorgen willen nemen was te slecht, kuilen en deels grind. Gauw omkeren en een andere weg nemen. Stukje terug door het mooie groene landschap. Ineens een super uitzicht, van links naar rechts zien we alle toppen van de Hoge Atlas wit besneeuwd, cadeautje.
Onderweg meer ezels dan auto’s. Langs de weg kruidenverkopers met verse kruiden uit de bergen. Hier dus maar een paar takjes laurier kopen.
Even verderop een adembenemend mooi uitzicht over een groot stuwmeer.
De R301 kronkelt weer verder omhoog, om na 600 hoogtemeters meteen weer te dalen . We rijden door een woud van voornamelijk kurkeiken. Daarna komen we in het vlakke agrarische gebied. Op de N18 nu eerst maar wat kilometers maken. De camperovernachtingsplaats bij een stuwmeer blijkt niet te bestaan, alleen wel een mooi vlak terrein bij de barrage, maar dat is verboden toegang. Beetje balen.
Inmiddels heeft het vlakke terrein plaats gemaakt voor een lieflijk heuvellandschap met veel olijventeelt en ook veel kleine olijven molens met bijbehorende verkoop. Wij hebben juist gisteren nieuwe gehaald.
Het wordt een lange rit. Pas in Khénifra kunnen we een goede parkeerplaats vinden, deze staat beschreven in het Duitse boek. Deze plek ligt pal tegenover het politiebureau. Navraag leert: Geen probleem om hier te overnachten.
Khénifra is beslist geen toeristenstad. Als we de gezellig drukke stad met veel winkeltjes en kraampjes inlopen, blijkt dat wij de bezienswaardigheid zijn. Hier scoor ik ruim twee kilo naturel katoen, kan ik weer even verder haken en breien.
Ook het nabij gelegen groene parkje is druk met veel vrouwen in hun fleece ‘huisjas’ die in groepjes op het gras zitten, terwijl de kinderen om hen heen spelen. Voor de oudere jeugd is vlakbij een terrein om samen te komen en daar te spelen en sporten. In veel Marokkaanse plaatsen zie je dit sociale gebeuren terug, meestal van vier tot zeven uur.
Dit is een fijne afsluiting van deze mooie lange reisdag.
Dan onze laatste berg tour, die over de flanken van de Hoge- en Midden Atlas voert. De afstand Khénifra –Azrou is niet zo groot, maar onze route gaat over witte en gele wegen over de berg tussen 1500 en 1800 meter.
Het eerste stuk tot de Sources de l’ Oum-er Rbia is abo is abominabel slecht. Er is wel asfalt, maar dat brokkelt aan beide zijden af, vele grote potholes en grote bomen die de doorgang beperken. Adrie heeft het zwaar en vindt dit niet leuk . Eigenlijk is deze route niet geschikt voor campers, maar staat wel aangegeven in het Duitse boek.
Op 1500 meter de eerste restjes sneeuw, toch wel verrassend dat er nog zo veel ligt zes weken na de sneeuwval.
We komen over vele mooie almen waar de sneeuw wel is verdwenen, maar de vorst nog in de grond zit. Daardoor ontstaan allemaal waterplassen, waarin de bergen worden gereflecteerd.
De almen wisselen af met bossen, voornamelijk kurkeiken en sparrenbomen.
Bij de bronnen van de Oum er Rbia is een parkeerplaats. Dit is een toeristische trekpleister voor Marokkanen. Gelukkig zijn we vroeg en zien we de meeste standhouders hun stalletjes nog opbouwen. Veel overdekte hutjes hier die je kunt gebruiken om te picknicken of bij iemand thee of broodjes te komen eten. Op diverse plekken komt het water (wel via buizen) uit de berg. Heel helder schoon water is dat, in tegenstelling tot d grote rivier die bruin is van de vele regenval van vorige week. Als we vijf minuutjes hebben gelopen komen we bij de watervalletjes aan het einde van de kloof. Via de andere kant kunnen we terug naar de parkeerplaats.
Verder over almen, bossen en langs een kratermeer. Staan al die kinderen hier altijd met eieren aan de kant van de weg? Komt wel mooi uit zo op eerste paasdag. Heel veel Berber kinderen bedelen hier om snoep, waarbij ze gevaarlijke capriolen uithalen door vlak voor de camper te springen.
En als het geen kinderen zijn, dan lopen er wel schapen of geiten. De gemiddelde snelheid is dus super laag, alhoewel de weg na de bronnen wel wat beter, vooral breder, is geworden.
Via het bergdorpje Ain Leuh bereiken we Azrou in de loop van de middag. Er is hier een leuke camping, die qua uitstraling op een kashbah lijkt, je rijdt met de camper zo het gebouw binnen.
Dan nog het laatste stuk, waarbij we het gebergte van de Atlas verlaten en richting Atlantische Oceaan gaan.
Het eerste stuk van Azrou naar Meknès hebben we zeven weken geleden ook gereden. Wat is het landschap véél groener geworden! Alle landbouwgronden zijn of worden beplant, veel nog met de hand, maar de grotere landerijen ook duidelijk met machines. Na Meknès zien we ook de boerderijen groter worden. En niet alleen het agrarische deel wordt hier moderner, ook de bebouwing en de wegen doen veel Westerser aan.
We zoeken vandaag een plekje ongeveer twintig kilometer ten zuiden van Rabat vlak bij zee.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.