Dag 4 = São Miguel
De regen was verwisseld door een helderblauwe hemel. Aangezien Steven terug de kamer op stelten had gezet om 6u30 konden we vroeg gaan ontbijten. Toen ze het mooie weer zag wou Natacha zo snel mogelijk de weg op. In het midden van het eiland had ze enkele stops voorzien waarvoor een heldere hemel een must was.
Voor we op weg gingen wilden we snel naar het winkelcentrum gaan om onze lunch samen te stellen. Helaas was het complex nog niet open waardoor we op een steile helling op wacht stonden tot de ondergrondse parkeergarages toegankelijk zouden worden gemaakt. Groot was onze schrik toen de auto spontaan besloot de functie van zijn handrem overboord te gooien en we opeens zonder waarschuwing achteruit liepen! Gelukkig had Steven de reflex om direct de rem in te duwen en de handrem terug op te trekken. Maar het gaf ons weinig vertrouwen in de wagen.
Natacha had zoals gewoonlijk haar huiswerk tot in de puntjes uitgewerkt. Van iedere viewpoint of trail die we konden doen had ze de GPS coördinaten opgezocht. We reden rond op het eiland alsof we er al jaren woonden.
Onze eerste halte was een 7,6 km lange hike om de Hell Window te kunnen zien. We moeten toegeven dat de eerste paar kilometers oersaai bleken te zijn. We liepen op aardewegen en moesten relatief steil klimmen, maar opeens moesten we door akkervelden lopen met prachtige zichten op de bergen in de verte. De route was perfect aangeduid door de vele borden en aanwijzingen die we vonden langs de wegen. Enkele velden verder moesten we door een lange, pikzwarte, tunnel. Aan het andere uiteinde kwamen we terecht in een dichtbegroeid bos. Het was genieten. Niet alleen was het veel frisser onder de schaduwen van de vele bomen, het gefluit van de vogels was het mooiste orkest dat je je kon indenken.
Hell Window was een opening in de rotsen die door erosie is ontstaan. Van daaruit dondert het water in het bos. Maar doordat de lokale bevolking heel wat water van de bron aftakt blijft er maar een miezerig stroompje over. Spijtig, maar we hebben ons toch geamuseerd met de mooie route die we door het bos hebben kunnen volgen.
Lagoa do fogo was onze volgende stop. Hiervoor moesten we de auto tot het uiterste drijven. We hadden gisteren al opgemerkt dat de wagen een serieus tekort aan kracht leek te hebben (dat is toch de conclusie als je plankgas blijkt te rijden op de snelweg, maar met moeite aan 70/u raakt). We klommen werkelijk aan een slakkengangetje. En eenmaal we wat snelheid begonnen te maken kwamen we terecht in een scherpe bocht waardoor we terug bij af kwamen te staan.
Maar zoals steeds bereikten we ons doel. En het uitzicht was adembenemend! Lagoa do fogo is een gigantisch kratermeer dat tevens het hoogst gelegen is van alle meren die het eiland sieren. We hielden bij enkele kijkpunten halt om het natuurfenomeen vanuit alle hoeken goed te kunnen bekijken. Met spijt in het hart lieten we het meer achter ons om verder te trekken.
Ook onze volgende halte deed ons even stil worden: het Miradouro da Ponta do Cintrão keek uit op een hele resem hoge toppen waar de oceaan genadeloos tegen knokte aan hun basis. De diepte leek soms eindeloos en vooral het geluid van de brekende golven op de rotswanden was indrukwekkend.
Even verderop hielden we halt bij een volgend uitkijkpunt waar we tevergeefs probeerden enkele straatkatjes te knuffelen die er al met al in goede staat uit zagen (we vermoeden dat de lokale kraampjeshouders zich wat ontfermen over de dieren). En na een moeilijke weg kwamen we aan bij Lagoa de São Brás. Een verborgen meer dat ons deed terugdenken aan Canada. We hadden de auto nog maar net stilgelegd of er landde al een gigantische eend naast ons. Het lieve diertje was blijkbaar heel tam want hij volgde ons voortdurend en kwam zonder aarzelen dichterbij. Het is enerzijds jammer om te weten dat hij waarschijnlijk door tal van bezoekers wordt gevoed en nu afhankelijk is van onze aanwezigheid. Maar hij zag er goed uit EN zijn zwemvliezen maakten de grappigste geluiden als hij wandelde op de steentjes.
We namen afscheid van Kwek Kwek (je raadt nooit wie hem zo genoemd heeft) en stopten nog bij een andere lagune, Lagoa Congro, met gigantische vissen die net onder het wateroppervlak bleven en daalden af in een prachtige, groene vallei waar er enkele ruïnes stonden van huizen (Valley of Lombadas). En dan zeggen wij steeds dat we in the middle of nowhere wonen!
Het was een stevig gevulde dag, waarin vooral het weer centraal leek te staan. Je bent rustig aan het wandelen in de volle zon en tien minuten later rijd je met de wagen door een heuse regenbui. Op enkele luttele kilometers kan het weer hier volledig anders zijn. Maar blijkbaar is dat een beetje eigen aan het leven op een eiland.
Op naar morgen!
Geschreven door Natacha.reist