Dag 4 = Entabeni naar Tzaneen!
Het was 5u 's morgens en in hutje 501 was er leven hoorbaar. Niet omdat de gasten bezorgd waren om hun hutje dat eigenlijk zweefde boven een beboste afgrond en waar elke plank op de vloer onheilspellend kraakte, of niet omdat er her en der salamanders op bezoek kwamen via de houten muren. Neen, er was een safari gepland om 6u!
Gisterenavond was het stikdonker vooraleer we voor de eerste maal onze kamer konden bewonderen dus was het deze morgen adembenemend om buiten te komen en te zien waar we precies gelegen waren. Een gemeenschappelijke woonkamer verbond drie hutten via een balkon en alles was gebouwd op een zwevende houten constructie. En alhoewel het nog maar 5u45 was stond de zon al hoog in de lucht.
We reden met de wagen naar de receptie (wandelen was verboden omdat we toch wel in de jungle verbleven) om van daaruit de rit te starten. Het was terug dezelfde gids als gisteren en we beginnen langzaamaan te vermoeden dat deze man een wandelende geluksbrenger is. We reden nog maar de helling af en we werden al direct geconfronteerd met enkele dieren die we gisteren niet hadden kunnen spotten: giraffen! Het was prachtig om deze zachtaardige reuzen de blaadjes te zien plukken in de toppen van de bomen. Ze stoorden zich allerminst aan onze aanwezigheid en al evenmin aan de vele antilopen die al springend door de Savanne hopten. Opnieuw zagen we de everzwijnen en wildebeasts en vlak voor we onze afdaling begonnen van de berg spotte Natacha een soort vos. Jakhalzen! Wilde honden die levenslang bij hun partner blijven.
Na de hobbelige rit naar beneden begon de gids opeens enorm veel vaart te maken. Al driftend door het zand liet hij ons weten dat er een heuse verrassing op ons stond te wachten: leeuwen! Blijkbaar was er een familie de struikgewassen in gewandeld. De ochtendsafari ging lonen! Leeuwen jagen bij voorkeur 's nachts dus waarschijnlijk was deze groep op zoek naar een beschut plaatsje om te kunnen slapen. We hadden ze net gemist en ze zoeken in de dichte bebossing was niet vanzelfsprekend aangezien ze door hun vacht enorm goed gecamoufleerd waren. De gids was er echter van overtuigd dat ze terug de weg gingen op komen en dus begonnen we cirkeltjes te rijden. Minutenlang speurden we hoopvol de omgeving af en tijdens onze derde omwenteling hadden we prijs. Daar lagen ze, in het midden van de weg. Genietend van het zand en de schaduwen. Drie welpen van een jaar oud en de leeuwin. Het was onbeschrijfelijk. Bij de welpen zat er één jonge leeuw. Zijn manen begonnen al goed vorm te krijgen en na enkele ogenblikken stond hij recht en verdween hij de struiken in. Na enkele foto's te nemen begon ons verstand wel wat waarschuwingssignalen te geven. We zaten met vijf mensen in een open jeep op een steenworp afstand foto's te nemen van een troep leeuwen waarvan we al zeker eentje uit het oog hadden verloren. Het klinkt als een scenario uit een horrorfilm, maar we overtuigden onszelf dat alles veilig was. Op het moment dat onze gids de wagen wou achteruitrijden om achterliggende bezoekers de kans te geven de dieren te bezichtigen werden we door de jungle nogmaals getrakteerd op een herinnering voor het leven: een korte brul en wat beweging in de troep kondigde de aankondiging aan van de koning van de jungle. De volwassen leeuw kwam de hoek om. Hij wandelde trots, in volle lengte, en was reusachtig! Zijn volgroeide manen waren prachtig gekleurd en dansten rustgevend in de wind. Eén van de leeuwinnen was zwanger en het was zijn taak om haar te beschermen, zowel tegen roofdieren als tegen andere leden uit de troep die haar zouden kunnen irriteren. De hiërarchie was overduidelijk toen hij snauwde naar de jonge leeuw die passeerde en naar een leeuwin die erbij kwam liggen om tegen haar moeder te kunnen slapen.
We trokken verder. Bij een kudde waterbokken en impala's kregen we wat uitleg van de gids over hoe ze samenwerken om de roofdieren te vermijden.
Toen we het water passeerden waar de nijlpaarden gisteren in sliepen riep Natacha dat ze iets had gezien. Een krokodil lag te rusten op de oever met zijn muil open. Blijkbaar doen ze dit uren overdag omdat de zon zo hun bloed opwarmt (krokodillen zijn namelijk koelbloedige reptielen).
Een beetje verder konden we de kudde nijlpaarden spotten die een andere waterbron hadden opgezocht.
Bij de volgende impalakudde zagen we dat er twee vogels voortdurend van het ene dier naar het ander vlogen. Blijkbaar leefden deze vogels in harmonie met alle impala's, wildebeasts en andere herbivoren. De vacht is een populaire plaats voor teken en parasieten en deze vogels hun voedsel bestaat enkel en alleen uit dit ongedierte. Ze vliegen dus van de één naar de ander om in hun vacht te wroeten naar parasieten die ze kunnen opeten. Een symbiotisch systeem waar iedereen baat bij heeft. Behalve de teken, deze zijn geklungeld.
Op de terugweg hadden we nogmaals geluk (het is de gids, we menen het!) en kwamen we een mama neushoorn met haar kalfje tegen die op de weg lagen. Ze waren prachtig! Er was even een schrikmoment toen er een collega naast ons kwam parkeren en de gidsen een grote plastic zak uitwisselden. Dit schrok het baby-neushoorntje waardoor ook de mama in enkele seconden recht was gesprongen, met haar hoorn vervaarlijk gericht op ons. Gelukkig bleef een uitval uit en konden we nog even genieten van hoe het kleintje zijn piepkleine hoorn wilde scherpen aan een boom. Waarschijnlijk om mama te helpen het gezin te verdedigen!
Vlak voor we aankwamen in ons hotel zagen we de giraffen nogmaals en deze keer zagen we ook drie kleintjes rondzwerven. Smelten om deze kindjes van dichtbij te zien!
Eenmaal in het hotel werden we verplicht te ontbijten. Het was uniek om buiten te eten met zicht op een stuk uit de Savanne en in de verte een giraf te zien wandelen.
Aangezien ons volgend hotel een heel eind rijden was en het vroeg donker wordt besloten we zo snel mogelijk te vertrekken. Het landschap veranderde drastisch: van de droge Savanne naar dichte bebossing dat ons deed terugdenken aan Canada. We hielden halt bij Debengeni waterfalls en bleven hier even genieten van het prachtige zicht (en vooral geluid) van het stromend water. De laatste kilometers konden we landbouwgrond aanschouwen waar vooral veel bananenbomen stonden te schitteren in de zon. Het was een mooie afwisseling van de sloppenwijken die we onderweg hadden gezien.
We kwamen aan in Kings Walden Garden Manor. Waar er, inclusief ons, vier gasten verbleven. Het zicht was spectaculair, maar de grote tuin was vervallen en dat vonden we wel spijtig. Dit kon zeker een mooie trekpleister worden. Een grappige anekdote is dat de deurklinken hier zeer laag hangen, werden deze ingebouwd door dwergen?
's Avonds konden we aanschuiven in ons eigen prive restaurant. Dit mag je gerust letterlijk nemen aangezien we de enige mensen waren die er gingen eten. We kregen een viergangen menu geserveerd en dit was niet vatbaar voor discussie. Misschien moeten we bij het inchecken in het volgend hotel melden dat we niet naar Afrika gekomen zijn om te eten?
Bij het serveren van het hoofdgerecht was er echter iets misgelopen en had Natacha een verkeerde bestelling doorgekregen. Uit schuldgevoel kreeg ze na de eerste hoofdmaaltijd nog een hoofdgerecht geserveerd, het juiste. En hoe we er ook op hamerden dat die moeite allemaal niet nodig was: toch kreeg ze het bord voor haar neus. Steven rolde nog net niet van zijn stoel van het lachen.
Helaas had de avond een onaangenaam einde. Door het teveel eten moesten we een timmerman optrommelen. De deurbreedte, die reeds al wat klein vonden, was niet meer wijd genoeg om erdoor te gaan met onze dikke buiken. Help ons, alstublieft!
Geschreven door Natacha.reist