Dag 8 = Kolob Canyons + Grand Canyon
Onze laatste dag in Zion begon met een prachtige zonsopgang, zoals we intussen gewoon waren van Utah. We moeten eerlijk toegeven dat we met spijt in het hart Zion achter ons laten. We hadden achteraf bekeken veel liever drie dagen hier gespendeerd en een dag minder Grand Canyon ingepland. Voor wie er nog over twijfelt: Zion National Park is voor ons het pareltje van Utah. Een aanrader!
We checkten ons uit en gingen op weg. Ons Zion avontuur was nog niet volledig over. Onze eerste halte waren de Kolob Canyons. Een vergeten deel van Zion die de meeste toeristen links laten liggen. Desalniettemin heeft Kolob veel te bieden: naast zijn eigen scenic drive was het ook een toevluchtsoord voor doorwinterde hikers. De meeste hikes duurden een ganse dag tot zelfs twee dagen. Wij besloten gewoon de scenic drive te doen en een korte hike te ondernemen naar de top van de canyons. Doordat de zon nog niet hoog genoeg stond om boven de canyons te kunnen schijnen konden wij genieten van een schilderachtige omgeving met prachtige kleuren op de rotswanden. De hike zelf was steil en fris. Alhoewel de hemel helderblauw was stond er toch een verraderlijke frisse wind. Het zicht loonde gelukkig. We konden eindelijk zien wat er achter de canyon muren lag: kilometers bossen. Onderweg naar beneden konden we nog even een salamander bekijken die vluchtig over het pad liep.
Toen we onze route vervolgden richting de Grand Canyon besloten we een omweg te maken. Het Grand Canyon National Park bestaat uit twee delen: The North Rim en The South Rim. The South is het meest bezochte deel dat net als Zion een pendelbussysteem heeft. The North Rim was in feite de grote broer van Kolob Canyons: eveneens deel van een indrukwekkend park, maar vaak over het hoofd gezien. De beide delen in twee dagen proberen te zien was gekkenwerk aangezien een enkele rit van de zuidkant naar de noordkant een kleine 5u bedraagt. Ze noemen het niet voor niks de Grand Canyon natuurlijk. Vanuit Kolob konden we via een omweg alsnog de noordkant bezoeken om daarna onze weg verder te zetten naar ons hotel aan de zuidkant.
Al gauw reden we de staatsgrens over die Utah van Arizona scheidt. Hierdoor mochten we ons uurwerk een uur achteruit draaien, wat een gedoe aan deze kant van de oceaan met die tijdzones! Zo doet Arizona bijvoorbeeld ook niet mee aan winter- en zomeruren, maar Utah wel.
Het landschap veranderde drastisch. In Utah werd je omringd door hoge rotswanden, in Arizona was alles een stuk platter. Hier en daar zag je nog bergketens, maar deze waren niet zo prominent aanwezig als in Utah.
Toen de ingang van het park naderde verruilden we de woestijn voor dichte bossen met ellenlange naaldbomen. Naast de weg had je een lange strook hoog gras voordat je aan de boomgrens kwam. Steven zette de wagen plotseling langs de kant van de weg: hij had iets zien bewegen in het gras. Een coyote kwam recht en keek nieuwsgierig onze richting uit. We hadden geluk deze knaap te kunnen zien want meestal zijn ze goed verscholen. Een coyote is de vos van Arizona. Hij ziet er tevens ook uit als een vos, met de kop van een Duitse herdershond. Wij waren blij hem te zien, maar de inwoners van deze staat zijn er niet dol op.
Kort nadat we de ingang gepasseerd waren zagen we her en der borden staan. Blijkbaar was er een gecontroleerd vuur aan het woeden in het bos. Het nut hiervan ontsnapte ons, maar de rookwolken niet. Geen aangename geur.
Enkele meters verder kwamen we een kudde bisons tegen. Dit was ook de allereerste keer dat we deze dieren in het wild zagen. Ze stonden mooi langs de kant van de weg te grazen in het gras. We bewonderden ze even, namen wat foto's en lieten ze toen rustig verder eten.
Aangezien we met wat tijdsgebrek zaten besloten we de mooiste uitkijkpunten te bezoeken. Wederom verliep de weg bochtig, heel bochtig. Het was een enerverend ritje omdat er vaak piepkleine vogels op de weg zaten die pas opvlogen toen je er op enkele centimeters vandaan was. Niet ideaal met een huurwagen die niet graag remt op korte afstanden. Gelukkig maakten we geen slachtoffers!
Op de top van Angels Window konden we na een lange rit eindelijk een eerste blik in de Grand Canyon werpen. Het was inderdaad een uniek zicht. Een kloof, zo ver het oog reikte, met bossen in de diepte. Doordat we ons zo hoog bevonden waren enkele toppen minder goed zichtbaar door een mist die rond de Canyon hing. Heel speciaal!
Op de terugweg bezochten we nog enkele viewpoints en zagen we een unieke eekhoorn de weg oversteken. In zowel het noordelijk als zuidelijk deel hadden ze eekhoorns die bijna dubbel tot drie keer zo groot waren als een normaal exemplaar. Deze kerels hadden ook een gigantische witte pluimstaart. Wat een leuk zicht!
Vlak voor de uitgang moesten we opnieuw even stoppen bij de bisons. De kudde had besloten de weg over te steken dus blokkeerden we met plezier het weinige verkeer om hen een veilige overgang te garanderen. Het was vooral schattig om de kalfjes te zien huppelen over de weg, zich haastend om de volwassen exemplaren bij te benen.
Aanvankelijk was het de bedoeling om via een volgende omweg Horseshoe Bend te bezoeken. Maar als we het uitrekenden gingen we daar in de late avond aankomen waardoor het zicht te beperkt zou zijn. We besloten de laatste 4u van onze rit in te zetten naar het hotel. Rond 19u kwamen we na kilometers rijden eindelijk een stadje tegen: Tuba. We hadden al een tijdje zin in een McDonalds bezoek en toevallig was er daar een keten aanwezig. We weken even af van onze route, tankten en konden eindelijk onze honger stillen. Het viel ons op dat we in een rare streek zaten. Indianengebied, om het cru te zeggen. Tijdens het tanken had Steven enkele "bendes" gezien die nauwlettend alles en iedereen in het oog hielden en ook bij de McDonalds werden we hiermee geconfronteerd. Nadat we onze bestelling hadden geplaatst en onze drank gingen kiezen werden we quasi direct aangesproken door een plaatselijke inwoner. Hij vroeg met een gemaakte interesse van waar we afkomstig waren en vroeg toen pardoes of we marihuana wilden kopen. We wimpelden hem af, maar enkele minuten later kwam hij ons opnieuw aanspreken. Ditmaal was er een vriend mee. Steven kapte het gesprek nogal kordaat af en we maakten ons uit de voeten. Verderop in de zaal zat een groep mensen, waaronder Duitse toeristen. We plaatsten ons rond hen, met zicht op de auto want we vertrouwden het voor geen haar. Ook de aanwezigheid van een rare politieagent die te pas en ten onpas het pand kwam bekijken en onderzoeken gaf ons een rare indruk. We schrokten ons eten op en reden zo snel mogelijk weg, gelukkig zonder verdere incidenten.
De laatste kilometers verliepen soepel naar het hotel. Toen we de zuidkant van het park binnenreden moesten we wel plots remmen. Een hert stond in het midden van de weg. Toen hij onze wagen zag bleef hij even verbijsterd staan alvorens het bos in te glippen.
Het hotel waar we nu verblijven is groot. Naar onze bescheiden mening is het misschien het slachtoffer van zijn eigen succes. Met drie restaurants, een bowlingbaan, excursiebalie en giftshop spreek je een wijd publiek aan. Allemaal leuk en aardig, had de parking wat groter geweest. Het was zoeken naar een plaats en helaas was het ook sleuren met de koffers omdat we een heel eind van ons gebouw stonden. We hebben ook het geluk vlak naast de ijsmachine te zitten en dat onding maakt lawaai als een ketter. We overwegen alvast om het stopcontact ui te trekken. Zorgen voor later! Of vannacht...
Geschreven door Natacha.reist