Butrint is zo'n 5 km te zuiden van Ksamil is een enorme archeologische site. De weg erheen was eigenlijk best kort en zeer goed. Met een kwartiertje waren we er al, inclusief een tussenstop om even van een prachtig uitzicht te genieten. Als je tussen het afval door een weg kon banen, kwam je bij een houten, ietwat gammel plateau, wat speciaal gemaakt was om een beter uitzicht te hebben. Niet alle planken bleken even betrouwbaar te zijn. Maar met wat grote stappen kwamen we op t plateau, voor een prachtig uitzicht over het knal blauwe water.
De archeologische site was grotendeels gelegen in de bossen, gelukkig. Het was best warm. Een graad of 34. Naast een erg mooie site, was een leuke bijkomstigheid dat je ook tussendoor weggetjes kon nemen. Door de bossen naar een volgende opgraving. In een paar uur gingen we van het neolithicum naar de Venetiaanse overheersing in de 18de eeuw.
In een van de poelen, vlak bij een oud Romeins badhuis zagen we schildpadden. Kleine, donker gekleurde schildpadden met een hele lange staart. Mijn dag kon eigenlijk al niet meer stuk. Met de gewone camera natuurlijk veel foto's genomen van de schildpadden. Voordeel van die beestjes is dat ze rustig gaan liggen poseren voor de foto.
Aan het einde van de rondgang over de site wachtte er aan de overkant van het water nog een stukje oude architectuur. Dit was een Venetiaanse vesting die te bereiken was met een pontje.
Het pontje was een en houten plateau, met alleen een parasol en een houten bankje, dat aan kabels van de ene oever naar de andere oever werd getrokken. Bij het aanmeren was het van belang dat je je aan het touwtje (lees: railing) goed vasthield, omdat de boot geen rem had maar gewoon tegen de oever botste en daarmee tot stilstand kwam. Aan de overkant van de site bezochten we de deels vervallen Venetiaanse vesting. Wel dat was dat de toren nog bedekt was met een, naar het leek, een waterdichte overkapping van dakpannen. Aan de binnenkant keek je omhoog naar een zeer strak en goed aangelegd houten plafond. Jammer dat de rest zo vervallen was.
Intussen was het al weer half drie geworden. Of als je de Applewatch van Marco mocht geloven half twee. De Apple hield zich aan de tijd van Corfu, een kleine twee kilometer verderop. Mijn android telefoon besloot zich gewoon aan te passen aan de realiteit van het hier en nu; Albanië.
Half drie, bloed heet en gort droog. Dat betekende natuurlijk ook grote kans op bosbranden. Waar in de ochtend de zon nog aangenaam de bergen met olijfboomgaard verwarmde, was nu, een paar uur later een zwarte smeulende vlakte te zien en even verder op was het vuur nog bezig om zich te goed te doen aan de rest van de olijfboomgaard. Behalve wat automobilisten en wat motor rijders leek er niemand acht op te slaan. In geen velden of wegen was er iets van een brandweer of zo te zien.
Geschreven door Vakantie2019