Het is raar om door de bergen te rijden en constant haarspeldbochten te makenen een brandlucht te ruiken. Het eerste waar wij aan dachten was: de handrem.... Iets met de auto? Maar toen we goed keken was het de rook die over de bergen trok vanuit de richting van Estepona. Gisteren hadden we al gehoord van flinke bosbranden. Vandaag hebben we ze, gelukkig op grote afstand, gezien. Een rare, beetje futuristische ervaring. De lucht lijkt een beetje alsof er hoge bewolking is. Maar als je de andere kant op kijkt is de lucht helder blauw. Ook zie je in de verte een streep rook door de lucht die anders gekleurd is dan normaal. Daarnaast ruikt het naar openhaard.
De bedoeling was dat we vandaag via wat binnenweggetjes langs een paar mooie Pueblos Blanco zouden rijden. En grotendeels is dat ook gelukt, maar af en toe was de rook van de bosbranden te veel om zicht te krijgen op de mooie witte dorpjes.
De dorpjes die wel helder in beeld hadden waren prachtig om te zien. Kleine huizen met vaal rode daken tegen een zonovergoten helling aan. Bijna idyllisch.
De witte dorpjes steken fel af tegen de vergeelde bergen met overal "plopjes" olijfbomen.
Als echte toeristen kwamen we rond 12 uur aan in een van de witte dorpjes. Dom natuurlijk, omdat hier gewoon nog de siësta wordt gehanteerd. Dus op een supermarktje na was alles dicht. Het leuke is dan wel dat je het stadje heel leeg aantreft. De kronkelende straatjes die zo smal zijn dat er maar een klein streepje zonlicht komt geven wel mooie plaatjes. En zowaar midden op de dag niet bloedheet.
Het zuidelijkste stukje wat wij aandeden in Spanje was Gibraltar. Is dat nou zo bijzonder? Nee eigenlijk niet. Maar omdat het een echt stukje Engeland is in tropische sferen weer wel. De auto geparkeerd op spaans grondgebied en daarna te voet de grens over. Wel zo handig aangezien Gibraltar de grootste autodichtheid heeft met maar 50 kilometer asvalt. En dan sta je op Engels grondgebied. In ene hoor je weer echt Engels praten. Geen toeristen engels zoals dat van ons, maar echt Brits Engels. Men heeft er wel alles aan gedaan om het ook zo engels mogelijk te laten lijken. Marks and Spencer, winkels met 'school uniforms', engelse brievenbussen die ze in Groot Brittannië niet meer gebruiken (de oudste was van de tijd van queen Victoria), straatnamen als: Mainstreet, Market alley, en overal boven de straten engelse vlaggetjes.
Het statement is duidelijk : we zijn brits, no-matter-what.
Gibraltar is maar piep klein, maar heeft wel een eigen vliegveld. En wat doe je als je ruimte gebrek hebt én een beetje grootheidswaanzin; je improviseert. In dit geval dus met het vliegveld zolang er geen vliegtuig aan komt, de ruimte gebruiken als gewone weg. Zowel voor voetgangers als voor automobilisten. Wel verstandig was het bordje aan het begin waar op stond dat je niet mag stilstaan tijdens de passage van het vliegveld.
In één ding hebben de engelsen zich aangepast aan Europa : op Gibraltar rijden ze rechts! Bij de oversteekplaatsen staat dan ook netjes geschreven: look right. (Zoals in Engeland overal staat: look left.)
Op de heenweg naar Gibraltar toe hadden we in de verte al wel rook gezien. Op de terugweg leek het erger te zijn geworden. Misschien ook wel omdat we een andere route hadden genomen. Blusvliegtuigen en helikopters met waterzakken vlogen richting de rookpluimen. Een wat surrealistisch beeld. Op de camping zelfs bleef de lucht van de rook hangen.
Geschreven door Vakantie2019