Vanochtend al weer vroeg wakker. Omdat we niet van plan waren om op deze camping te blijven besloten we om maar gelijk op te breken. Snel onder de douche door en alle spullen in de auto. Daarna met de waterkoker nog een bakkie thee/koffie zetten met een paar koekjes als ontbijt waarna we met volle moed vertrokken richting Albanië. Het leek er op dat de wegen zich hier al aanpassen aan wat ons in Albanië te wachten zou staan. Op enig moment reden we over een soort karrenspoor waarbij de onderkant van de auto nogal hardhandig de keien op de weg raakten. Dit was dus nog gewoon Griekenland. Wat mij betreft beloofde dat weinig goeds. Gelukkig was de rest van de weg tot aan de grens beter. Dat wil zeggen: geasfalteerd in een grijs verleden. Maar wel goed begaanbaar. Voordeel is wel, het haalt de snelheid uit de vakantie. Harder dan 40/50 km rijden leek niet echt verantwoord.
En dan de grens. Die was er zomaar ineens. Om de bocht, in de middle of nowhere een grenspost. De bedoeling was hier dus dan je uitstapt en naar de politie loopt. Deze kijkt je morsig aan, vraagt of je Griekenland in of uit gaat. En scant vervolgens de paspoorten. Daarna smijt de ambtenaar ze weer terug en mag je zelf kijken wat je wil doen. Even verderop is het douane loket. Voor de zekerheid toch daar maar even langs. Maar die verwees me weer naar de politie. We gingen er van uit dat dit het dus was.
Een rotonde verder was de douane van Albanië. Ook daar moesten we uitstappen en naar t loket. Deze ambtenaar was beduidend vriendelijker. Hij knikte na het scannen en terug geven van de paspoorten met een glimlach.
Of zou het een bemoedigend knikje zijn. Zodra we namelijk bij deze grensovergang kwamen was de weg veranderd van asfalt in een verhard grindpad.
Gelukkig duurde dat niet heel lang. De weg die we gekozen hadden was, bleek een echte asfalt weg te zijn. Alle zijwegen naar dorpjes in de buurt waren te bereiken via karrensporen. Overigens rijden er, naast heel veel mercedessen ook best wel wat kleine autootjes rond.
Voor het verkeer waren we al wel gewaarschuwd. Houd rekening met schapen en geiten op de weg. Check. Albanezen rijden best roekeloos. Check. In steden is het verkeer een chaos. Check. De wegen zijn slecht. Deels check. Omdat we nog in erg toeristisch gebied zitten, lijkt het hier nog wel mee te vallen met de slechte wegen, mits je op de doorgaande wegen blijft.
En toeristisch is het hier in Ksamir. Een soort Chersonissos 2.0. Via een redelijke weg kwamen we aan in Ksamir. Waarschijnlijk in de tijd van Hoxa al een toeristische trekpleister. Het ligt prachtig aan de Adriatische zee. Knal blauw water. Verkoelend briesje en verder zonovergoten. Het stadje zelf is vooral veel nieuwbouw. En dan vooral veel hotels. Hotels die half afgebouwd zijn. T gekke is dat je door hele saaie woonwijken komt en dan ga je de hoek om en zit je in een bruisend boulevard leven. Maar dan wel een beetje bruisend à la Chersonissos. Veel muziek, eet en drink tentjes. Veel flanerende jeugd en lokale bevolking. En overal kraampjes met kitsch kettinkjes, de meest verschrikkelijke koelkastmagneten. Het strand zelf is....tja, vooral vol. Zowel in t water als op t strand. Het hele strand staat vol gepakt met strandbedden. Die kun je voor veel geld huren. En dan kun je het water in gaan. Maar.moet je wel oppassen dat je niet struikelt over enorme drijf- speel toestellen. Opblaas luchtbedden verbonden met opblaas glijbanen en wat dies al niet meer zij. Tussendoor voeren enkele waterfietsen en een paar motorbootjes. Jetski s waren wel te huur maar die hebben we niet zien varen. Vol verbazing hebben we een tijd zitten kijken naar deze wirwar van activiteiten. Aan de ene kant probeert men een heel sjiek strandpaviljoen te maken met rieten parasols, fraaie kleden etc, maar omdat enkele meter verderop de hele opblaas caravaan van roze, blauw en groen in het water ligt, lijkt t geen enkele samenhang te hebben. Het lijkt een clash van oud (de tijd van het communisme en Hoxa) en nieuw. Waarbij men nog geen afscheid wil nemen van wat was maar ook nog niet helemaal alleen bij t oude wil blijven en wel al wat wil moderniseren, het idee willen geven van een mondaine badplaats.
We besloten om in een strandtentje een hapje te eten. De wind gaf verkoeling. Helaas zorgde die ook dat de salade van het bord afwaaide. Dus dat was een kwestie van dooreten. Uiteindelijk besloot men om de plastic rolgordijnen te laten zakken tegen de wind. Maar ja, tegen die tijd hadden wij alle sla al opgevangen en gegeten.
Onze camping was ook wel een verhaal apart. We hebben op veel plekken al onze tent neer gezet in de afgelopen 35 jaar, in de kraters bij Napels, in een natuurreservaat van toenmalig Joegoslavië, bossen, weilanden, zandgronden, op rotsachtige campings waar je speciale haringen kreeg bij de receptie omdat je anders niets kon vastzetten, overdekt onder zonneluifels, kortom van alles.
Deze camping was nieuw voor ons.
We kwamen aan bij een kleine camping. Er wilde net een camper uit rijden. Dat betekende dat wij nog even niet naar binnen konden. Maar dat euvel ws snel verholpen. Er was gelukkig nog plek voor een tent. De eigenaar liet ons zien waar het sanitair was. De koelkast voor algemeen gebruik, de keuken om te koken, koffie en thee te zetten en daarna liep hij een trap op. We kwamen op eerste verdieping van een huis. De betonnen palen voor een dak constructie waren er wel maar het dak bestond uit rieten matten. Op de vloer lag een voormalig kunstgras voetbal veld. Groene stukken kunstgras die het beton bedekten. Tussen de palen, op het kunstgras op de eerste verdieping konden we onze tent zetten. Het gaf een beetje een voormalig V&D gevoel; daar werden elk voorjaar ook weer op de bovenste verdieping de nieuwe tenten van dat seizoen neergezet. Haringen gebruiken was dus geen optie. En we hebben nou ook niet echt een gewoon pop up tentje. Maar daar was rekening mee gehouden. Op het dak lagen verschillende stenen, die gebruikt konden worden om de tent mee vast te zetten waar je normaliter haringen voor zou gebruiken. Met een beetje improviseren hadden we de tents redelijk goed staan. En ach, voorlopig was de voorspelling niet dat t zou gaan stormen hier.
Na een paar uur rustig geslenterd en wat gegeten te hebben in Ksamir besloten we om de rest van de namiddag lui door te brengen voor de tent. Lekker lezen, dutje doen....helaas, hier kregen we te maken met Ground Zero 2.0. We hadden leuk uitzicht op de baai en de strandtentjes. Een van die tentjes bleek een discotheek te zijn. En de wind was duidelijk onze kant op. Gelukkig bleek deze muziek niet tot in de late uurtjes door te gaan.
Geschreven door Vakantie2019