De wekker ging, zoals op een gewone werkdag: vroeg. Namelijk om half 7. Niet geheel vrijwillig natuurlijk, maar omdat we om 8.30u ons tijdslot hadden geboekt voor het AlHambra, moesten we wel. Balf 7, en het was nog helemaal donker, zoals zometeen in Nederland weer. Alleen dan met andere temperaturen. Nu was 16 graden overigens nog best wel frisjes, maar wetende dat het na 9 uur echt warm zou zijn was het dapper in korte broek en tshirtje naar de bushalte lopen. Het ontbijt bestond uit brood van gisteren, en afgebakken bacon een banaan en een flesje water.
Alle superlatieven over het AlHambra laat ik aan de reisgidsen. Voor ons gold dat we als eersten naar binnen konden en dus, naast fantastisch licht ook alle ruimte hadden om rond te kijken en te genieten van mooie doorkijkjes. In de 13de eeuw begon met met bouwen (en gezien de hoeveelheid steigers zijn ze nog niet klaar). Erg mooi zijn overal de watertjes en fonteintjes die in de brandende hitte van de Andalusische zomer (of nazomer) heerlijk verkoelend zijn.
Nieuw, ten op zichte van de 13de eeuw, was het stoplicht onderaan en bovenop de uitkijktoren. Omdat je een smal trappetje omhoog moest klimmen, mocht je alleen omhoog (of omlaag dus) met groen licht. Passeren op deze trap zou best wel een uitdaging zijn.
En ook wel opvallend was dat er af en toe enthousiaste hardlopers voorbij sprintten. Het duurde even voor we door hadden hoe het zat; het AlHambra is een groot complex met veel museale plekken. Daarvoor betaal je entree. Verder wordt het AlHambra doorkruist met gewone straatjes waar iedereen kan ronddwalen.
Na ruim vier uur dwalen waren wij wel toe aan een bakje koffie. In een mark/bazar wijkje vonden we een aangenaam plekje om even van een koffie en chai thee te genieten. De bazar, aangegeven als erg leuk, kruip-door-sluip-door steegjes, bestond vooral uit veel toeristenwinkeltjes. Sommife echt alleen maar kitsch zoals op het Rokin in Amsterdam. Hoewel..... De spaanse toeristenbranche weet er nog een schepje bovenop te doen. De voorliefde voor barok heeft hier ongetwijfeld bij geholpen. Met steentjes en spiegeltjes ingelegde stieren, zwierig in rood glimmende jurken gestoken flemenco danseresjes en verder erg veel moorse motieven die heel fraai zijn maar als onderzetter of asbak toch echt in aanzien dalen.
Slenterend door de straatjes en pleintjes hoorden we muziek.4 Mensen op een podium die flamenco muziek ten gehore brachten. T klonk prachtig. Deels omdat we ons realiseerden dat dit voor het eerst in 1,5 jaar was dat we zomaar ergens konden gaan zitten luisteren naar life muziek. En deels omdat t klonk als echte flamenco muziek. Niet dat we er veel verstand van hebben, maar leek niet expliciet een toeristische trekeister te zijn. Ook niet omdat het op een achteraf pleintje zich afspeelde. Meer een soort kleine 'uitmarkt'. Een beetje een cadeautje, deze muziek. Natuurlijk was er veel aanbod voor Flamenco avonden. Maar dat was allemaal gebaseerd op wat de gemiddelde toerist hier leuk zou vinden. Ik was er achter gekomen (jeuh, reizen is in iedergeval goed voor de topografische kennis) dat de Costa del Sol de Torremolinos waren hier vlakbij waren, inclusief de daarbij beborende toeristen.
Geschreven door Vakantie2019