Om 5.15 begon onze dag. Dat wil zeggen, het was nog lang geen dag en het voelde ook nog lang niet als dag, maar onze wekker liep wel af. De trein die ons naar Jaisalmer zou brengen zou om 7uur vertrekken. Beneden in de lobby van het hotel was al activiteit. De receptionist was al wakker en zat samen met, wat bleek onze tuc-tuc chauffeur te zijn, aan de chai thee. De chauffeur was de avond tevoren al geregeld door het hotel op ons verzoek, want héél vroeg zijn de Indiërs niet. En inderdaad, onderweg naar t station (een kwartier rijden) kwamen we wel geteld, één andere tuc-tuc tegen. Terwijl je overdag diverse malen bijna overreden wordt door die tuc-tucs.
Op het station was t nog een half uurtje wachten voor onze trein kwam. En t was koud! Onderweg naar t station hadden we al op verschillende plekken de stad, groepjes mensen gezien rondom een vuurtje. Heel verstandig van ze! Overigens, als de overheid ooit zal verbieden deze vuurtjes te maken, dan creëren ze een nieuw probleem: op deze vuurtjes wordt allerlei afval verbrand wat men van de straat veegt.
Ook deze keer was er niet één vooroordeel kloppend: de trein was niet vol, stonk nog niet en reed op tijd en we kwamen wéér op de geplande tijd aan. We hadden de gehele zitplaats voor ons tweeën. Nadat we net vertrokken waren kregen we t beddengoed. Dat is wel prettig, je kunt gewoon lang uit gaan liggen, dekentje over je heen (het was nog steeds koud!) en heerlijk slapen! Zeker de eerste uren van de reis was dat t beste wat je kon doen, buiten zag je niets vanwege de mist.
Na een paar uur werd t landschap duidelijker: we zaten midden in de woestijn. Nou lag Bikaner ook midden in de woestijn, maar ten eerste waren we daar midden in de nacht aangekomen en ten tweede valt t midden in een stad toch niet zo op, dat je in een woestijn bent. Het landschap was geel met groenige plukjes. Uitgestrekte stukken land met geel zand en overal stoffige struiken en en boompjes. Heel soms zag je een stukje groen. Het slaan van een waterput is nog wel een dingetje in de woestijn. Een wichelroede loper loopt over het land en daar waar bij een kruising van banen zijn wichelroede beweegt, wordt er een put geslagen, dat was dus waar de stukjes groen bebouwd land zijn. Af en toe in de verte een huisje. Soms zelfs een stationnetje. Ook wel bijzonder, alle stationnetjes hebben een rijtje hele nette, stenen huisjes. ietsje verder op staat dan de rest van t dorpje: afgebouwde (of inmiddels weer vervallen?) huisjes. Verder is er meestal niets. Geen verkopers, geen reizigers. Alleen een paar geiten of koeien.
Jaisalmer ligt dus echt een stuk in de woestijn, nog 2 uur doorrijden en we zouden tegen de Pakistaanse grens aan zitten. Dat leek ons niet zo'n goed plan, dus toch maar uitgestapt in Jaisalmer. Opvallend hier is natuurlijk een groot fort dat statig boven de stad uit torend. Badend in het zonlicht.
Met een tuc-tuc naar een hotel gegaan. Deze keer eentje uit de Lonly Planet. Maar helaas, hoewel de eigenaar de boel niet vol had, nam hij liever geen nieuwe gasten aan, zijn zoon stond op t punt om te trouwen, en veel familieleden zouden in t hotel komen. We werden wel uitgenodigd voor de bruiloft de 17, 18 en 19 de. Onder t mom van: hoe meer zielen hoe meer vreugde. Hij verwees ons naar een bevriende eigenaar van een ander hotel. Die overigens de boel gesloten had. Dus op advies door naar een derde bevriende hoteleigenaar. Deze had wel plek. De boel snel geïnstalleerd, hoeveel werk kan het zijn, om twee rugzakken neer te zetten? En toen de stad in. Heerlijk dwalen door de nauwe straatjes op het fort. Wel veel toeristen, en heel veel toeristen-zooi. Op enig moment zag ik een dame met armbandjes zitten. Voor 500 roepi kon ik er een kopen. Toen ik dit niet wilde vroeg ze hoeveel ik er voor wilde geven. Uiteindelijk verkocht ze er 15 voor 200 roepi. Waarschijnlijk nog steeds goed betaald, aangezien ze er nog wel meer kwijt wilde voor die prijs. Het fort bestaat uit allemaal kleine en minder kleine vooral bochtige straatjes. En soms een grote poort. Die waren daar strategisch neergezet vroeger. Zodra het fort aangevallen zou worden konden olifanten natuurlijk als een soort stormram de poorten inbeuken, tenzij de poort net om de hoek lag, dan was de olifant zijn snelheid kwijt en daarmee een groot deel van zijn kracht en werkte t principe van de stormram niet meer. Ze waren zo dom nog niet die Indiërs.
India is soms wel over je eigen schaduw heen stappen, hoe klein de schaduw dan ook. Bijvoorbeeld de Chai thee. Zodra je ergens in een winkeltje komt krijg je Chai aangeboden. Gelukkig zijn t kopjes ter grote van een borrelglas. Weigeren is erg onbeleefd. Dus neem je t bekertje netjes aan. De eerste keren was t schrikken. Chai Massala is een mengeling van thee, massala, gember en suiker. Mier zoet!! Maar ook dat lijkt te wennen.
's avonds nog een hapje buiten de deur eten. We kozen voor een restaurantje waar op stond dat de keuken iets had met de Indiaase, Chinese, Italiaanse en Thaise keuken. Een beetje kruip-door- sluip- door en drie trappen op. We kwamen aan en werden enthousiast begroet door een kindje dat bovenaan de trap zat. De hele familie bestaande uit vier dames keek om t hoekje en heette ons vriendelijk welkom. Al hoestend gingen we in het verder lege restaurant zitten. Uitzicht weer op de burcht natuurlijk. De eigenaresse vroeg of we Chai Massala wilden. Ondanks ons afwijzen hield ze toch aan. T was namelijk goed tegen t hoesten. En inderdaad! De Chai Massala hielp uitstekend. We werden, voor we de chai kregen, uitgenodigd om bij t kleine vuurpotje te zitten om warm te worden. Op lage krukjes zittend kregen we in hele sjieke kopjes de Chai aangeboden. Marco kreeg er gelijk een stoel bijgeschoven, omdat hij zo trilde dat t kopje bijna van zijn schoteltje af danste. De eigenaresse schrok en vroeg of Marco t zo koud had. Ze pakte het kop en schotel over en schonk de Chai op t schoteltje en liet Marco zo drinken. Misschien waren ze wel bang dat het kopje anders zou sneuvelen, of vonden ze t zo zielig, dat door al t gebibber de Chai erover zou klotsen.
We werden geadviseerd om een lokaal Jaisalmerse maaltijd te eten. Chapati met iets soepachtigs er bij. Erg lekker! Dan krijg je een kommetje met een groenige "soep" en brood. En in eerste instantie denk je: hoe moet ik daar mijn buik mee vullen. Echter halverwege de maaltijd merk je al dat je nog je best moet doen om alles op te krijgen. Wat t precies is, blijft onduidelijk, maar t was erg lekker.
Geschreven door Vakantie2019