Fietsen naar en rond de Hopfensee
Vroeg gaan slapen, lezen in bed en weer lezen in bed en laat opstaan, het privilege van de vakantie van gepensioneerden. Dat hebben we dus gedaan. Alles langzaam, alles mit der Ruhe. Uitgebreid ontbijt en bekijken wat we gaan doen. De suggestie stond op het blaadje van het hotel: een wandeling of fietstocht rond de Hopfensee. Het wordt fietsen. Ondertussen mijmer ik over het woordje See. Hoe vaak heb ik niet in mijn onderwijscarrière het verschil uitgelegd tussen die See, der See en das Meer? Jedenfalls, wir fahren heute zum Hopfensee. De oplossing zit in de zin. Mie met de e-fiets, ik met mijn gewone fiets. Wekelijkse oefening op het bergske in Kontich en iets minder vaak op de Vosberg in Rumst stoomden me klaar om te fietsen in het hooggebergte. Denk nu niet onmiddellijk aan de Ronde van Frankrijk, maar wel aan stukken van een kilometer die heel steil zijn. In de laagste versnelling naar boven, om dan in een rotvaart naar beneden te vliegen. Nu, alles is wel relatief. Omhoog haalde ik dan wel iets meer dan vijf per uur, maar die rotvaart zal rond de vijftig per uur hebben gelegen. Niet zo spectaculair, maar wel met de nodige voorzichtigheid. Handen remmensklaar. Mijn Strava liet het afweten en noteerde 139 km per uur. Crazy.
Gelukkig zijn er hier geen tractorsluizen, enkel tractoren. En die zijn volop in de weer met de bemesting van de omliggende weiden. Ik denk terug aan het “aalkarteel” (West-Vlaams voor mestkar) dat ik van binnenuit heb uitgekuist bij boer Kimpe, onze buren in geboortedorp Marke. Ik moet vermoedelijk zo’n tien jaar zijn geweest. Ik stonk daarna uren in de wind. Kimpe had er een handje van weg om dit soort grappen uit te halen. In ieder geval, de stront wordt gul uitgestrooid op de almen. Tot meerdere eer en glorie van de Alpenmelk.
Op en af door een prachtige streek, maar het is nog wat mistig, zodat de bergtoppen versluierd zijn. Toch zie je op de nog zichtbare boomtoppen de poedersneeuw van vorige nacht. Als je gewoon bent om ’s morgens tot het einde van je tuin te kijken, dan is er toch wel een klein verschil.
Op het laatste stuk ligt de Hopfensee al beneden ons te blinken. We beslissen om rond het meer te fietsen en niet te wandelen. We zijn goed ingeduffeld, want de temperatuur ligt nauwelijks boven het vriespunt. Het pad gaat gewoon overal langs de oevers van het meer. We zien er tientallen holzgeschnitzte figuurtjes. Het konijn – of was het een haas? – vond ik het mooiste. Voor het afzagen van de boomstammen was er duidelijk hulp op vier poten. Duitse bevers hebben geen schik van een dikke boom. Nog enkele uurtjes werk en de boom heeft er gelegen.
O ja, nog een echte verrassing. Vorige week zagen we een slechte Mutter Courage in Bourla. De vierde wand (d.w.z. het publiek) werd niet aangesproken. Ik denk echt niet dat Brecht tevreden zou zijn. Ik ben natuurlijk erg kritisch, die Courage liegt mir nahe am Herzen. En dat sinds 1977-78, want ze was het onderwerp van mijn thesis: Grimmelshausens Courasche und Brechts Courage. Ein Vergleich. Bij Grimmelshausen is ze nog een schelm, bij Brecht is het iemand die wetend/onwetend haar profijt uit de oorlog probeert te halen en daarbij alles verliest. Ik heb al twee fantastische opvoeringen gezien, onder andere in het Berliner Ensemble am Schiffbauerdamm, Brechts theater in het DDR-Berlijn, maar de opvoering in Antwerpen was een afknapper.
De verrassing ging echter niet daarover. We konden naar het theater in Kempten. Het moest maar eens Brecht zijn. En jawel, verrassing, o verrassing, het is toch wel zeker Die Dreigroschenoper van Brecht. Ik gelukkig.
Nog een zwemmeke en een sauna en de dag zit er alweer op. Ik heb deze morgen Potsdam Station van Robert Downing uitgelezen. Een aanrader voor wie van spionageverhalen en Berlijn houdt, het vierde deel in een reeks van zes. Dan nu een boek van Maggie O’Farrell, de auteur van het fantastische Hamnet, en aangeraden door mijn dochter: This Must Be the Place. Maar eerst de even fantastische Günther Jauch en Wer wird Millionär op RTL, de beste moderator die ik ken.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee