Mijn hoofd lijkt een beetje op de nest elektriciteitsdraden die je hier ziet. Totale verwarring en niet (meer) los te knopen. Zo tolt het dus ook in mijn hoofd. Een massa aan indrukken, geluiden, geuren en kleuren wemelen in mijn hoofd. Ze zoeken een weg naar buiten, maar de vele namen van goden, godinnen, plaatsen en andere bezienswaardigheden worden telkens naar beneden getrokken door een steeds meer falend geheugen. Mijn beschrijvingen lijken dus meer op indrukken dan op factuele gegevens.
Ik heb me voorgenomen om niet al te veel vergelijkingen te maken met dat andere Aziatische land waar ik af en toe iets over schrijf, want vergelijkingen houden vaak in dat je niet meer klaar ziet wat je nu ziet. Toch loopt er veel gelijk tussen Nepal en Indonesië. Hun culturen liggen dichter bij elkaar dan je ondanks de afstand zou denken of vermoeden. De voornaamste reden ligt voor een groot deel in geloof en religie. Vanuit het Indische subcontinent zijn boeddhisme en hindoeïsme naar Indonesië geëmigreerd en hebben daar wortel geschoten. Op vele plaatsen is die wortel dan overwoekerd door een andere godsdienst, in casu de islam, maar de vele bouwwerken refereren nog aan die tijd. Het boeddhistische Borobudur en het hindoeïstische Prambanan zijn twee enorme tempels op Java die daarvan getuigen, ook al is het eiland allang grotendeels moslim.
Wel hier in Nepal is dat niet gebeurd. Het hindoeïsme is hier met tachtig procent de overheersende godsdienst, met als tweede (op grote afstand) het boeddhisme. Zowel christendom als islam is eigenlijk verwaarloosbaar hier. De tekenen van die twee grote geloofsbelijdenissen zijn hier dan ook werkelijk overal aanwezig. In beelden (van piepklein tot enorm groot), in kleuren (het volledige palet dat je ook in de winkels met stoffen ziet) en in geuren (de wierookstokjes die overal worden gebrand). En op sommige plaatsen ook een fusie tussen die godsdiensten, wat het al (voor mij althans) een stuk interessanter maakt.
De kleuren zie je natuurlijk ook terug in de gebedsvlaggetjes die werkelijk overal hangen: rood voor vuur, wit voor lucht, blauw voor hemel, groen voor water en geel voor aarde. Dat komt natuurlijk neer op de traditionele elementen, waarbij er bij ons minder een onderscheid wordt gemaakt tussen lucht en hemel.
Ons eerste bezoek geldt Swayambunath. Een boeddhistische stupa die je langs 365 trappen kunt bereiken, of met de bus tot tegen het heiligdom rijden. Bij ons was dit het laatste, niet alle mensen zijn even goed ter been in onze groep. Er wordt gebeden en aanbeden dat het een lieve lust is, de gebedsmolentjes doen hier en daar overuren. De mooie gebouwen struikelen haast over elkaar en willen elkaar de loef afsteken in schoonheid. Net als het houtsnijwerk. Ondanks het harde ijzerhout is het fijn ambachtswerk.
Een koppeltje komt een koppel duiven offeren bij een boeddhistische monnik: vermoedelijk om een harmonieus leven te verkrijgen van diegene (m/v/x) die daarvoor moet zorgen
Vandaar trekken we naar Tilihho Khansar waar we begroet worden door drie grote Hindoebeelden en enorme gebedsmolens. De kwantiteit moet hier voor kwaliteit zorgen en bij de molens kun je waarschijnlijk minstens een volle aflaat verdienen.
Durbar Square is meer dan een square maar een wirwar van straten en steegjes. Aan sommige huizen is de aardbeving van 2015 nog letterlijk af te lezen. Bij de tempels is dat minder het geval, omdat die ondertussen al in veel gevallen gerestaureerd zijn. Met behulp van de kolonisator van de 21e eeuw, de volksrepubliek China. Ik zal me maar niet afvragen wat de Nepalese wederdienst inhoudt, maar uiteindelijk zitten er altijd wel economische adders onder het gras.
Van de ene tempel naar het andere koninklijk paleis, waar je vaak moet opletten voor lage deurbalken. Wedden dat ik ook deze reis mijn hoofd zal stoten? En ondertussen hoor ik de bekende namen van Vishnu, Garuda, Ganesh en Hanuman. De goden uit de Ramayana. Soms met slurf, soms met een veelvoud aan armen, soms met vleugels. En vaak heel groot. Ze houden hier inderdaad van grote beelden. Zo kom je waarschijnlijk toch sneller in het hiernamaals. Alhoewel, is/was het bij ons anders?
Langs drukke straatjes die maar eenrichtingsverkeer verdragen, maar tegenliggers accepteren, stappen we terug naar ons hotel. Juist op tijd om het donker voor te zijn, want hier sluit de hemelwinkel tegen ten laatste halfzes. Hoog tijd voor een pint, ze zijn hier 65 cl, lekker veel en ook lekker. Net als het eten, zoals de Tibetaanse hotpot. Uiteraard typisch Nepalees …
Parenthesis: enkele vragen bij het eerste verslag verdienen een antwoord.
We zijn op weg met een groep van het COC, vakbond van het onderwijs, en gekend vanwege kwalitatief goede reizen. En dat blijkt ook.
En de swastika is een symbool dat in vele culturen wordt gebruikt. In het hindoeïsme staat het voor geluk. Hitler heeft het schandelijk misbruikt voor “volkseigen” motieven. Het teken is dus helemaal geen Arisch symbool.
En nog dit: blijkbaar zet elke toerist hier in Nepal zeven mensen aan het werk.
Het opladen van foto's lukt niet zo goed, wegens lage snelheid
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee