Tijdens onze treinuitstap naar Füssen luisteren we naar een wereldwijde webinar van onze zoon Peter over zijn manier van werken als physical coach bij de Great Old. Met geavanceerde methodes Antwerp aan de dubbel helpen. Zo doe je dat.
Verder keer ik vandaag terug naar 1969. Ik was toen dertien jaar en met mijn college van toen, het Damiaancollege in Kortrijk, gingen we op reis naar het Lechtal. Naar Häselgehr, een pleisterplaats van de Sint-Paulusjeugdkampen (nu JEKA), een dorpje enkele kilometers voorbij Reutte, dat hier net over de grens ligt. En toen deden we een uitstap naar o.a. Linderhof, de Wieskirche en Oberammergau. Maar ook naar het Schloss Neuschwanstein in Füssen. Ik herinner me van toen ook een dorpje waar we naartoe trokken met de mooie, maar vooral mysterieuze naam Bschlabs, zeven medeklinkers en maar één klinker, gelijk evenredig aan het aantal koeien en inwoners in het dorp. Heb die naam later nog vaak als curiosum op het bord geschreven.
Maar we bezochten dus Neuschwanstein, het slot dat model stond voor het kasteel van de Disneyversie van Sneeuwwitje. Ik herinner me toch wel de be- en verwondering van onze groep pubers voor een gebouw dat op een onmogelijke plaats werd gebouwd door die zotte koning Ludwig II. In dit geval geldt: zot zijn doet geen zeer en levert soms mooie gebouwen op. Dus vandaag was het kasteeldag. En enkele lezers van mijn blog zullen dit verhaal zeker herkennen.
Maar vandaag was het vooral een zeikdag, want het heeft de hele dag pijpenstelen geregend. Thuis zou je inderdaad thuisblijven, maar je kunt natuurlijk niet een hele dag op een hotelkamer blijven zitten. Dus met de trein en de bus naar Füssen om naar de Schlösser te trekken. Want je hebt natuurlijk ook Hohenschwangau. Het voordeel van dat laatste is dat de inboedel zo goed als volledig origineel is en dat de rondleiding er beter is. Dus hebben we het kasteel van Sneeuwwitje links, sorry hoog laten liggen. De twee kastelen liggen op wandelafstand van elkaar. Hohenschwangau is gebouwd op de ruïnes van een middeleeuws kasteel en straalt alle pomp and circumstances van de Beierse koningen uit. Ik kan dit enkel tonen met enkele foto’s van de buitenkant, want binnen is fotograferen verboden. Af en toe valt je mond open van die oneindige luxe van het koningshuis dat al bij al vooral architecturale relicten heeft opgeleverd. En misschien ook nog wat links met Sissi, ook al is daar meer fictie dan feit. Toch blijft vooral het beeld van Romy Schneider hangen als een historisch correcte figuur. Quod non.
Daarna naar het Museum der bayerischen Könige. Hier merk je nog eens de bouwwoede van dit geslacht van koningen. Tot en met de waanzinnige ideeën van de onvoorspelbare Ludwig II die hij toch niet allemaal – wegens gebrek aan (veel) geld – ten uitvoer kon brengen. Toen hij ontoerekenbaar werd verklaard en afgezet, werd hij de dag erop dood teruggevonden. Verdronken in de Starnberger See. En zo word je vanzelfsprekend een mythe. Het museum toont het verre verleden van die familie Wittelsbach tot de totale afbrokkeling door de beide wereldoorlogen. Beieren maakt uiteraard allang deel uit van de republiek Duitsland, onder de naam Freistaat Bayern.
Nergens moeten aanschuiven, iets wat in de zomer helemaal niet het geval is. Drie tot vier uur wachttijd schijnt niet eens ongewoon te zijn. Dus: niet doen in de zomer. Dan is het helemaal Disney.
Te slecht weer om nog iets te doen en niet zeiknat te worden. Zodoende terug naar Seeg, waarbij ik haast zou zeggen nomen est omen.
Een wit wijntje, de sauna en een zwemke brengen een leuk einde van de dag. En vanavond kijken we naar Wer wird Millionär?, veruit de leukste quiz van het ogenblik met de onovertroffen Günther Jauch.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee