Wat een zalig museum, The Historical Museum of Armenia. We hebben maar een uurtje. Maar alleen al hierom zou je willen terugkeren. Want we hebben niet genoeg tijd om alles rustig in ons op te nemen. Een van de pronkstukken is natuurlijk de leren schoen van de grot van Areni, die we een paar dagen eerder bezochten. Maar er is zo veel meer moois. Van de vroegste tijd tot en met de tapijten die in de twintigste eeuw zijn gemaakt. Het is een overzicht van wat er in Armenië allemaal is gebeurd en gemaakt. Een veruitwendiging van de Armeense identiteit. Voor de Armeniërs is dit wel degelijk een ernstige zaak. Er is een zaal gewijd aan Arzagh ofte Nagorno-Karabach. Maar hoe je het ook draait of keert, de streek is ondertussen niet meer Armenië. Een kort vraagje aan de vrouwelijke suppoost levert een diepe zucht op. Je leest op haar gezicht de diepe ontgoocheling af.
Het zal niet zo gauw meer veranderen. Want Armenië met zijn drie miljoen inwoners is zelfs iets kleiner dan België en wordt/werd veel te gemakkelijk door de rest van de wereld vergeten. Ze zitten in een militaire alliantie met Rusland. Niet omdat ze het willen, maar omdat ze zo kunnen verhinderen dat Azerbeidzjan tot die alliantie zou toetreden en daarna misschien opnieuw een oorlog met Armenië beginnen om die corridor met Nakchivan te bewerkstelligen. En op die manier zou Armenië nog maar eens inkrimpen. En dan te bedenken dat het land ooit zich uitstrekte van de Middellandse Zee tot aan de Kaspische Zee.
Dit museum is deels een getuigenis van dit verleden met prachtige voorbeelden van de uitstekende producten van ambachten zoals goudsmeden. Schitterend werk, maar jammer genoeg te weinig tijd om al dit moois in extenso te bewonderen. En morgen is het museum dicht wegens Kerstmis. Jawel, Kerstmis is hier op 6 januari.
Onze laatste volledige dag gaat verder op een overdekte markt met prachtige glasramen en het uitzicht op een druilerige morgen. Regen, je verwacht het niet meer na al die dagen mooi weer, maar dit zal de aanpassing naar ons gewoon leven in ons luxe kikkerlandje aan de Noordzee helpen verzachten.
We rijden naar de oude kathedraal van Zvarnots. Vernield door aardbevingen en Arabieren. Nu UNESCO, de restanten ademen wel uit hoe groots dit moet zijn geweest. De verbindende tocht naar de huidige kerk van de heilige Hripsime is vrij kort. In een crypte ligt de Sint-Hrispime in al haar heiligheid te geuren. Kan natuurlijk niet anders, met de vele bloemen die haar omringen binnen dit kleine lokaal.
Mechanants is een soort academie voor Armeense volkskunst en dergelijke. Een rare snuiter heeft daar een soort kunstencentrum van gemaakt, waar minder bemiddelde kinderen of kinderen met een beperking terechtkunnen om te schilderen, te boetseren, … Het hele zaakje is echt wel een beetje gek, met een nationalistisch tintje. Maar zot zijn doet geen zeer, zeker.
Tijd om naar de mis te gaan. Oh my god. Aangezien de hoofdkerk gesloten is wegens restauratiewerken moeten we uitwijken naar de kleine Sint-Gayane. Buiten de kerk staan opvallend veel mannen. Iedereen – ook de vrouwen – zijn in het zwart gekleed. We zoeken een staanplaats uit in de overvolle kerk, waar de vrouwen wel aanwezig zijn en voornamelijk de schaarse banken bezetten. Aangezien ik met mijn 1,84 m werkelijk boven iedereen uittoren, heb ik in de tijd tot aan het begin van de mis rustig de tijd om rond te kijken. En inderdaad, het cliché van de brede haakneuzen klopt grotendeels. Opvallend. Even opmerkelijk is het feit dat op een enkeling na niemand een bril draagt. Allemaal lenzen? Neen, dat kan niet. De Pearles en Hans Andersens van deze wereld blijven hier beter weg.
De dienst zelf is zeer verschillend van wat bij ons gebeurt. Uiteraard verstaan we er geen lap van, tenzij af en toe woordjes zoals Jericho en Israël. Op vrij monotone manier, maar met krachtige stem wordt het scheppingsverhaal voorgelezen. Ook de zang is vrij monotoon, met een antifoon van drie priesters die van een soort rol hun muziekscore aflezen. De priesters dragen kappen die hen vanachter gezien op KKK-mannen doen lijken. Ik vermoed dat ze toch wel iets zachtzinniger zijn. Van de gelovigen wordt weinig meer verwacht dan luisteren en af en toe een kruisteken maken (precies hetzelfde als bij ons) en amen te zeggen. Veel vrouwen dragen een sjaal om hun haar te bedekken. Sommige daarvan hebben religieuze motieven.
Hoogtepunt van de avond is natuurlijk de komst van de Armeense paus, catholicos Garegin de Tweede. (Zou hij een verre nazaat zijn van Gagarin?) Een man met een vriendelijke lach die wordt opgehaald door wel tientallen priesters die in rij een baan door de kerk moeten waden om achteraan te raken. De kerk wordt nu echt overvol. Je mag er niet aan denken dat hier paniek zou uitbreken, want er zijn echt wel heel kleine kinderen van een jaar of vijf zes aanwezig. Er blijft volk bijkomen. Garegin baant zich zegenend een weg naar voor door handoplegging en passeert op een halve meter van mij zomaar voor mijn neus. Ik kan in het voorbijgaan een vrij goed beeld nemen van de catholicos en de mensen rondom mij kijken bewonderend naar het prentje. Zou je dit kunnen verkopen? Zoals de handelaars in de tempel van Jeruzalem zo’n goeie twee millennia geleden? Foei, stoute gedachte.
Tegen de stroom in gaan we naar buiten en moeten werkelijk echt moeite doen om tussen die mensenzee verder te raken. Voor het zingen de kerk uit? Wel, hier lijkt dat meer de gewoonte, je blijft niet per se voor de hele dienst binnen. Het gedeelte met de voorhang die opengaat maken we niet mee. Behalve Leila die zich toch nog eens van een weg naar voor weet te verzekeren.
Eigenlijk is dit toch wel – en ik bedoel het zeker niet negatief – een eentonige bedoening. Eenrichtingsverkeer met heel veel woord en weinig zang. Ik had eerder Grieks-orthodoxe gezangen verwacht, maar het zijn vrij eenvoudige melodieën – enigszins wat op gregoriaans gelijkend – die voor wat afwisseling zorgen. Meer niet. En toch is de beleving onder de Armeniërs zeer sterk. Religie en moeilijke omstandigheden gaan vaak hand in hand. Dat is ook hier het geval, tenminste dat denk ik, want je verstaat echt geen lap van wat ze zeggen. Het Armeens is namelijk een aparte tak aan de Indo-Europese boom. Geen enkele link.
Ons laatste absoluut weer lekkere avondmaal gebruiken we in die merkwaardige academie. Ook nu weer sluiten we onze avond af in “kafeetje dus”. Morgen nog wat bezoekjes en dan het vliegtuig op naar België, waar blijkbaar strenge kou wordt verwacht.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee