Merhaba! Inderdaad, we zijn in Marmaris (Turkije) aangekomen, met de catamaran vanuit Rhodos. We hebben vier dagen langs de zuidkust gereisd, met als eerste stop Pamukkale. Nu zitten we alweer in de bus voor een rit van ongeveer twee uur, door een prachtig landschap, met de uitstekende uitleg van gids Guldal. Ze spreekt perfect Nederlands, duidelijk met een Nederlands accent, maar toch met een Vlaamse inslag. Haar vriend komt uit Gent en ze is een fan van AA Gent. Ja, kijk, iedereen heeft zijn/haar zwakke punten. Maar verder doet ze het uitstekend. Ze vertelde net dat ze een collega-gids ooit had geholpen met de lidwoorden: gebruik altijd verkleinwoorden, dan heb je natuurlijk geen probleem. Doe dat maar eens als je voor de Hagia Sophia staat. Of Topkapi. Maar het helpt natuurlijk.
Gisterenavond hoorde ik plots een dienster “nai” zeggen. Je spreekt het uit als “nè”, maar het betekent inderdaad ja. Het deed me ineens denken aan iets dat zich jaren geleden afspeelde. Ik was op Erasmus in Kavala, in het noorden van Griekenland, voorbij Thessaloniki. Ik doceerde daar een week interculturele communicatie aan de universiteit. Mooi hotel, goede kamer, maar blijkbaar met erg dunne muren, want plots werd ik wakker en hoorde ik een vrouw “nai” zeggen. Steeds vaker, steeds sneller: nai, nai, nai ... gepaard met gezucht en gehijg. En na een lange, luide “nai” hield het op. Ik kon me alleen maar voorstellen wat er aan de andere kant van de muur was gebeurd. Moraal van het verhaal: pas op als een Griekse vrouw te vaak "nai" tegen je zegt.
Op diezelfde reis schreef ik een zeer kritische bijdrage over het MAS voor het tijdschrift Volkskunde, getiteld De gekooide sinjoor. Men is erin geslaagd om het volkskundige verleden van Antwerpen grotendeels achter tralies in een kijkdepot te stoppen. Beschaamd over ons eigen verleden. Nog altijd. Als "dank" werd ik gevraagd redactiesecretaris van Volkskunde te worden. Enkele jaren geleden ben ik samen met Johan Verberckmoes eindredacteur geworden, in opvolging van mijn leermeester Stefaan Top. Hij heeft me aan de KUL ingeleid in de Volkskunde en die heeft me tot op de dag van vandaag niet meer losgelaten. Het contact met Stefaan en zijn vrouw Chris is er nog steeds. Griekenland heeft dus af en toe wel wat invloed op mij gehad.
Ondertussen leert Guldal ons wat Turkse woordjes, terwijl we steeds hoger klimmen met mooie vergezichten. Ze vertelt ons ook over “meneer Pipo”, aka Erdogan. Ze is fel tegen hem, maar vertelt ook wat er positief aan hem is. Hij heeft in het begin van zijn carrière de sociale voorzieningen en de wegen aangepakt. Zijn aanpak van onderuit leverde hem natuurlijk veel sympathie op. Maar de Erdogan van nu blijkt een wolf in schapenvacht geweest te zijn, zoals wij telkens weer kunnen vaststellen. Onze gids vindt – en ik ben het volmondig met haar eens – dat de Turkse Belgen niet het recht zouden moeten hebben om in Turkije te stemmen. En juist deze groep stemt zeer conservatief.
Ooit waren Mie en ik in Istanbul voor een Erasmusuitwisseling. Aan de ingang van de faculteit moesten de meisjes die een hoofddoek droegen toen hun hoofddoek in een soort vestiaire afgeven. Erdogan vond dat een inperking van de vrije meningsuiting. Het hoofddoekenverbod werd omgezet in een advies om hem juist wel te dragen, en op die perverse manier kreeg hij het omgekeerde gedaan. Meer hoofddoeken.
Onderweg aten we dürüm, en meteen besefte ik dat ik niet meer in Hellas was. Guldal vertelt de geschiedenis van Turkije, waarbij ze snel van de Grieken naar de Romeinen gaat.
Pamukkale en Hierapolis behoren tot de toeristische hoogtepunten van Turkije. De witte terrassen van Pamukkale zijn in de zon oogverblindend. Pamuk betekent katoen en kale burcht. Zo weet ik meteen wat de familienaam van mijn geliefde auteur en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk betekent. Er is hier veel katoenteelt, maar de terrassen lijken van ver ook wel op katoenbalen. Zo zeggen ze toch.
Helaas is hier al een deel verloren gegaan door het bouwen van hotels die al het water wegzogen. Gelukkig zijn die hotels inmiddels gesloopt, maar de schade is onomkeerbaar. Toch blijft het een magistrale plek, verbonden met Hierapolis, Grieks voor heilige stad. Het moet een enorme stad zijn geweest, die door verschillende aardbevingen van de kaart is geveegd. Meer dan 80% ligt nog onder de grond, maar de rest is zeker de moeite waard. We hebben vooral genoten van het monumentale theater tegen de bergwand. Gerda en Anita zijn naar de necropolis geweest, maar wegens de knie van Mie hebben wij het centraler gehouden. Het bijbehorende museum biedt ook weer verrassende zaken. Net iets andere friezen en beelden, onder andere vechtende gladiatoren en stèles met kinderen. Dat de cultuurtaal van de Romeinen Grieks was, is duidelijk te merken. Alle opschriften zijn in die taal.
Daarna naar het hotel, waar ik een heerlijke Balinese massage kreeg. Indonesië komt altijd een beetje terug. Een leuk gesprek met Dewi, een vrouw uit Ubud. Drie kinderen heeft ze, maar die zijn ver weg op Bali bij haar man en ouders. Ze gaat pas in juni terug. Zo ver van huis, maar van de Toraja had ze nog nooit gehoord. Zo zie je maar.
Lut, reisgezellin van vroegere reizen, reageerde in haar commentaar over gidsen. Dat bracht me bij de Toraja. Zoals de meesten wel weten, ben ik een beetje geïnteresseerd in deze bevolkingsgroep op Sulawesi. Bij mijn pensioen tien jaar geleden had ik het idee om iets op te zetten rond toeristisch gidsen, omdat ik vond dat daar veel aan ontbrak. Lut heeft gelijk: communicatie is essentieel, en dat gaat samen met talenkennis. In de eerste plaats uiteraard Engels, maar andere talen openen een speciale niche die nieuwe markten kan aanboren. Gecombineerd met empathie, levert dit de perfecte gids op, voor zover hij zijn onderwerp beheerst.
Mijn idee was echter veel te idealistisch, want dat kon nooit slagen zonder er op zijn minst zelf te wonen. In plaats daarvan werk ik nu aan een platform waar alle wetenschappelijke informatie over de Toraja wordt verzameld. Nieuwsgierig? Neem een kijkje op arsip-toraja.org. Let wel, het is nog work in progress, er wordt hard aan gewerkt. Mocht iemand zich geroepen voelen om mee te werken, laat het me gerust weten. Ik zoek iemand die me technisch kan helpen met WordPress. Oei, dat begint steeds meer op een vacature te lijken, en dat is niet de bedoeling. Maar toch, mocht er een vrijwilliger zijn ... De geïndexeerde vergoeding wordt maandelijks verdubbeld, maar lijkt altijd op het beginbedrag.
De kwantiteit aan bijgaande foto’s overstijgt zoals altijd de kwaliteit. Ik ben maar een flauwe fotograaf die probeert hier en daar wat moois vast te leggen. Mij tegenspreken is overbodig.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee