Montenegro
Neen, Montenegro (en ook die twee andere landen) is geen koffieland. Een lekkere koffie ’s morgens hoort er wat bij, maar het lukte nergens. Maar de douches zijn hier overal wel uitstekend, dus kunnen we toch wakker aan de dag beginnen.
Montenegro. De naam van een land, waar je niet echt bij stilstaat. Maar je ziet bij het passeren van de grens letterlijk nomen est omen. Zwarte bergen, dus Montenegro. Het valt werkelijk op, omdat de eerste bergen hier zo kaal zijn en heel donker en zwart zijn. Op het eerste gezicht ken ik geen ander land dat heet zoals het eruit ziet. Alhoewel, zou Costa Rica ook niet net dat betekenen wat het is. Ook het tegendeel kan. Moeten we tegenwoordig niet eerder spreken over de Onverenigde Staten van Amerika?
Met de bus naar het kleine dorpje Perast. Op zich niks bijzonders, op het merkwaardige eilandje dat er vlak voor de kust ligt. Maar eerst bezoeken we op een merkwaardige manier de Sint-Niklaaskerk. Een kort historisch verhaaltje en een gids die ons dan op een drafje door de verschillende delen van een soort gefragmenteerde kerk voerde. Er valt weinig te zien, maar ook weinig gezien wegens te veel volk. Dat is dan weer één van die nadelen om in groep te reizen.
Een stuk interessanter is het piepkleine eilandje dat vlak voor de kust ligt. Eigenlijk zijn het er twee, maar op eentje mag je niet op, want er is een klooster op gevestigd. Maar op het andere staat de kapel Our Lady of the Rocks. Zoals altijd gaat dit terug op een legende. Op een rotsblok in de zee zou het icoon van madonna met kind hebben gelegen. Ze stortten bij elke geslaagde terugkeer stenen, waardoor een eiland ontstond. Het is moeilijk om na te gaan wat er bij legendes aan waarheidsgehalte aanwezig is, maar dit lijkt me wel een compleet verzonnen legende die wel aanleiding gaf tot de aanbidding van Maria. Al zeker bij afwezigheid van een vita, maar enkel steunend op een verhaal dat duidelijke sage-elementen bevat. Het kerkje met annex museum is een wirwar van gangetjes met een hoop merkwaardige objecten die er toch een beetje een warboel van maken. Bijna vanzelfsprekend vind je er heel wat ex voto’s, want waar kun je beter gaan bidden of bedanken voor genezing. Het blijft bevreemdend dat ondanks alle vooruitgang van de medische wetenschap mensen toch hun heil blijven zoeken in oneigenlijke vormen van behandeling. Geloof – of bijgeloof – doet soms vreemde dingen met mensen. Zoals het zogenaamde meesterwerk van dit museumpje, een soort geknoopte afbeelding van Maria met Chinese en Japanse zijde, maar vooral met het grijze haar van de maakster. Het aantal knopen – bij mij het ene oor in en het andere uit – was blijkbaar fenomenaal hoog.
De eilandjes bieden in ieder geval mooie gezichten op, zowel vanop het eiland zelf als vanop het vasteland, zoals telkens weer zal blijken bij onze latere wandelingen. Fotogeniek.
Van daaruit varen we met de boot naar Kotor. Een wondermooi vestingstadje dat terecht op de Unesco-lijst staat. Het is tegen de berg aan gebouwd en lijkt daar ingekapseld in de natuurlijke bescherming van de omgeving onder het fort dat boven op de berg ligt. Spijtig genoeg regent het, maar onze plaatselijke gids met zonnebril doet zijn aandoenlijke best om het stadje te verkopen, terwijl dat eigenlijk niet hoeft, want het verkoopt zichzelf. Je wil deze plek wel niet in de hete zomer met duizenden en nog eens duizenden toeristen. Elk voordeel heeft zijn nadeel, toerisme houdt deze plaats in leven, maar daardoor moeten er ook heel wat toegevingen worden gedaan. Veel van de gebouwen zijn nu restaurantjes of bars met alles wat erbij hoort. Erfgoed moet vaak concessies doen om erfgoed te blijven. Je ziet het vaak genoeg dat onroerend erfgoed staat te verkommeren. Vaak gebouwen zelfs of zelfs vaak met een lange geschiedenis. Wegens onwil, wegens gebrek aan geld, wegens allerlei redenen die niks met dat erfgoed, maar met foute cultuurpolitiek te maken hebben. In Kotor is de burcht bovenaan de stad meer een vaak gevaarlijke ruïne dan een waardig monument. Ik ga ervan uit dat dit hier eerder met (een gebrek aan) geld heeft te maken en er lijken zelfs werken op komst.
Het voorgaande geldt in ieder geval a fortiori op kleinere schaal. Ik kan je zo enkele voorbeelden opnoemen in mijn thuisgemeente Kontich. Je laat liever een huis van Braem verkommeren dan gehoor te geven aan de verzuchtingen van de erfgoedraad.
Vanuit Kotor rijden we naar een volgende parel aan de Adriatische Zee: Budva. De plaatselijke gids is een Oekraïense die al tien jaar in het stadje woont en ervan uitgaat dat Engels een taal is die sneller moet worden gesproken dan dat je het normaal gezegd krijgt. Het taalniveau van de plaatselijke gidsen is trouwens zeer verschillend, om het met de raamwerktermen te zeggen: van B1 tot C1. Nu, het is wel duidelijk dat B1 voor heel wat mensen in de groep meer dan genoeg is. Mevrouw de gids spreekt niet alleen snel, maar wil ook het snelheidsrecord rondleiding breken. Ze voert ons eerst naar de Montenegrijnse zeemeermin. Een mooi beeld van Diana. Mooier en ook groter dan den lille havfrue. Maar je kunt er wel niet bij, wegens achter een hek. Vreemd, je beschrijft het als een point of interest en dan stop je het weg achter tralies. Nu staat ze daar in de verte mooi te wezen met de zee op de achtergrond. Maar ook Budva is een mooi stadje aan de Adriatische kust. Veel gelijkenissen met Kotor.
Op weg naar het volgende hotel stoppen we even voor een blik op Sveti Stefan. Een eiland van 12 ha, vlak voor de kust. Nu verbonden met een weg. Maar verder veel te duur voor een gepensioneerde uit het onderwijs. Het zou minimaal 1500 euro per nacht kosten.
De volgende dag is Pflicht, je weet het op voorhand. RSD zeult ons mee naar juwelen en leer. Het wordt voorgesteld als zorgzaam omgaan met tradities, maar mij komt het meer over als paternalistisch en economisch neokolonialisme. En vandaar rijden we naar Kumbor voor onze week ter plaatse.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee