Mijn grootste ontdekking was gisteren Komitas. Een man die bij de werkende bevolking vroeger tot drieduizend volksliedjes heeft opgetekend. Niet met een bandopnemer (voor de jeugd: ouderwetse dictafoon), maar met en papier. Liefst onopgemerkt om de melodie zo puur mogelijk te registreren. Zou Hubert Boone (Brabants Volksorkest en een Vlaamse Komitas) deze ongelofelijke schat aan muziek kennen? Een echte aanrader op Spotify.
Oudejaar vierden we in een guesthouse. Bij een familie. Een kwieke mama die moeiteloos wodka achteroverslaat. Net als haar twee zonen, speciaal naar huis gekomen om mee te vieren. Een zoon studeert in Dublin, de andere in Praag.
Zelf mogen we dolmades en brood klaarmaken. “We” betekent in dit geval de anderen. Ik hou het bij een gesprek met Ann (neen, niet Mie, maar een andere Ann) dat onder andere over Volkskunde en aanverwante onderwerpen gaat. Zij heeft nog vaak interviews afgenomen van mijn leermeester en vriend Stefaan Top voor het Radio 2-programma Koffers en C°.
Eten en drinken zijn de hoofdzaak van de avond. De wijn is eerder licht en voornamelijk zoet. Het hoofdbestanddeel van de hapjes bestaat uit verscheidene soorten groente. Allemaal erg lekker.
Er wordt ook een toostmeester aangeduid, een tamada. Hij leidt de ceremoniële speeches. Wij doen het elk om de beurt. Het mag niet verwonderen dat dit jaar de vredeswensen de wensen voor gezondheidswensen overtreffen. Mochten alle wapens toch maar zwijgen. Niet enkel Gaza of Israël, maar ook in Oost-Congo, Soedan, Jemen, Myanmar en andere streken waar niets ontziende oorlogen woeden. Ook de Armeense enclave Nagorno-Karabach die het dit jaar zo zwaar te verduren had.
Om twaalf uur een glaasje champagne en we zijn alweer een jaar verder. Alles in een zucht voorbij. Op kousenvoeten word ik dit jaar 68, waar zijn die 67 vorige jaren naartoe.
Slapen maar en dromen van een vrede volle toekomst. Ook al loeren zwarte beesten om de hoek. Zelfs met gekleurd haar.
Om half elf opnieuw onderweg. Voor een dag met impressionante hotspots. Met een eerste stop aan een boog met terras waar je een prachtig uitzicht hebt op Ararat: the h(e)aven of the ark seen from an arch. De grote Ararat is 5165 m hoog, de tweede piek 3125 m. Nu allebei Turks grondgebied, maar meer Armeens dan Turks. Ararat is inderdaad de plaats waar Noah vastliep en de beesten losliet. Nu lopen er hier nog rond: de Kaukasische en Iraanse luipaard, de lynx, wolven, bruine beren, 23 soorten slangen (waarvan vier giftig), jakhalzen. Ik vraag me wel af hoe die olifanten van hier in Afrika zijn geraakt.
Volgende stop is de kerk van Geghard. A stunning place. Versteend van de verstomming. Waarom die woordkeuze? Wel die kerk, eigenlijk drie kerkjes. Eentje tegen de rots aan gebouwd. En twee uit de rots uitgehouwen. Je loopt van de ene kerk in de andere. Een van die kerkjes is echt wel indrukwekkend. Niet enkel de ruimte aan zich is uitgehouwen, maar er zijn ook vier pilaren waarrond men de rotsmassa heeft weggehouwen. Ronduit indrukwekkend. Dat zijn ook de vele inscripties en uitgehouwen kruisen. Dat Armeense kruis van de allereerste christelijke gemeenschap ziet er ook anders uit. Het is de combinatie van een kruis en een levensboom die tegelijkertijd het einde, maar ook het bloeiende leven symboliseert. Met oneindige slingers die de eeuwigheid weergeven. Dit heb ik nog nooit gezien. Heel speciaal. Haast niet te begrijpen dat dit mogelijk is. Blijkbaar is daar meer dan vijftig jaar aan gewerkt. In de dertiende eeuw. Dat betekent dus heel primitieve werktuigen. Hoe speelden ze het klaar? Vooral die pilaren.
Een tweede hoogtepunt was ook du jamais vu. De Symphony of Stones. Een ongelofelijke rotsformatie. Net alsof rotsen in orgelpijpen tientallen en tientallen meter naar beneden vallen. Moeilijk om te beschrijven en moeilijk om te fotograferen. Een must-see in het echt, heel overweldigend.
Het middagmaal eten we in een lokaal restaurant waar ze ons ook tonen hoe het Armeens (zeemvellen) brood, lavash, wordt gebakken. Naast de granaatappelwijn (erg zoet en zogezegd 18%) eten we het beste varkensvlees dat ik in jaren heb gegeten. Erg succulent. Varkens zullen hier nog erg natuurlijk naar de slachtbank en ons bord worden geleid.
We eindigen die volle dag bij de Grieks-Romeinse-Armeense tempel Garni. Prachtige ligging met de bergen op de achtergrond. Vooral de lucht en het licht van de zonsondergang zijn echt wel indrukwekkend en doen denken aan wat we onlangs in de Himalaya hebben gezien. Maar vergelijken wil ik verder niet. Gewoon kijken en genieten. Net zoals van de pint en de wodka bij aankomst.
Een lang, maar uiteindelijk nog veel te kort verslag om deze mooie, zonrijke dag te beschrijven. Maar de bedstee roept. Nog wat slaap in te halen. Of nee toch, eerst nog wat lezen. Annette Hess met Deutsches Haus, interessante roman over de verwerking van het Auschwitzdrama. Een aanrader.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee