Buiten geselt een storm het eiland. De zee is onstuimig, de regen gutst neer. Rond tien uur deze morgen was er een noodmelding, hoewel het weer toen nog redelijk was. Onze keuze om vandaag de musea te bezoeken blijkt dus de juiste. Nat zijn we niet geworden, want tijdens de buien waren we telkens onderdak. Nu is het echter “vollen bak”.
We bezoeken vier musea:
1. Het kasteel van de grootmeester van de Orde van Malta
2. Panagia Kastrou of de kerk van de Maagd Maria
3. De decoratieve kunstcollectie
4. Het archeologisch museum
Ik hou het vandaag wat korter. De vele foto’s moeten maar spreken.
Vooraf toch dit:
• Ik ben een fotograaf van het derde of zelfs vierde knoopsgat, waardoor belichting, compositie, enz. niet altijd juist zijn.
• Een aantal beelden zijn scheefgetrokken, omdat ik ze wegens de afspanning niet recht in beeld kon krijgen.
• Beelden achter glas zorgen haast altijd voor reflectie. Zeker als er een suppoost mij komt zeggen dat ik mijn telefoon niet tegen het glas mag houden.
Heb dus medelijden met mij en neem de foto’s voor wat ze waard zijn.
De huidige grootmeester heet John Dunlap, maar volgens de foto zou de naam John Diklap toepasselijker zijn. Hij is al de 81e grootmeester van de Maltezer Orde.
Het kasteel van de grootmeester is – zoals in een van de vroegere verslagen vermeld – heropgebouwd na een intense aardbeving. Het is een majestueus gebouw met vele kamers, vooral gevuld met een zeer eclectische inhoud. Maar absoluut de moeite waard. Je ziet in de vele luchters en meubels de hand van de Italiaanse bouwers. De heropbouw gebeurde onder Italiaanse heerschappij. Niks mis mee, ook al lijkt het soms wel een beetje als een tang op een varken: een Italiaanse art-decoachtige luchter boven een Helleense mozaïek uit de derde eeuw voor Christus. Maar goed, laten we niet te kritisch zijn, want het geheel is toch wel indrukwekkend en de mozaïeken zijn prachtig. Veel taferelen verwijzen naar de Griekse mythologie. In sommige kamers zie je dan weer een faïencevloer. De werkuren zullen goedkoper zijn geweest, want zulke tegeltjes leggen een stuk vlotter dan een mozaïekpuzzel. Toch een absolute aanrader.
Daarna gaat het naar de kerk van de Maagd Maria. Een kerk die ooit ook moskee is geweest, maar nu is ontwijd en dienstdoet als museum. Prachtige iconen sieren de muren. Sint-Joris speelt vaak de held, want minstens de helft van de iconen draagt zijn beeltenis. Er worden zo heel wat draken gedood. Verder ook elf iconen van de apostelen. Die lelijke verrader Judas mocht er al niet meer bij. Eigen schuld, dikke bult.
Vreemd genoeg zijn er weinig afbeeldingen van Christus, de Pantokrator.
Er zijn enkele frescofragmenten die laten vermoeden dat er hier ooit veel meer waren, maar dat die tijdens de islamperiode zijn bepleisterd.
Het derde museum heeft een naam die niet past bij de collectie. Het is eigenlijk een volkskundige collectie: veel borden, huisraad, een soort merklappen en ander huisgerief uit de Dodekanesos. We mogen geen foto’s maken, omdat er nog niets over is gepubliceerd.
De verrassing van onze museumtocht is het archeologisch museum. Niet alleen het gebouw met zijn vele trappen, gangetjes en overlopen is indrukwekkend, maar ook de bijbehorende tuin. Je struikelt haast over de beelden en komt ogen tekort om al die mooie mozaïeken te zien. Hier, op het snijpunt tussen Azië en Europa, is er ook een mozaïek waarop Zeus zich als stier heeft vermomd en de mooie Europa heeft ontvoerd en al dan niet verkracht. Hij heeft ze in ieder geval tot zich genomen. In mijn gedachten zie ik de jonge en mooie Europa zich uitstrekken en zo ons continent vormen. Maar waarom noemen we dit werelddeel dan de Oude Wereld?
De hoeveelheid artefacten van hoge kwaliteit is eindeloos. En dan te bedenken dat de Fransen en de Engelsen het grootste gedeelte naar het Louvre en het British Museum hebben afgevoerd.
O ja, in ons museum in Kontich hebben we ook enkele fibulae, een zwaard (gladius) en kleine beeldjes. Hier zijn ze met kwistige hand over wel twintig zalen verspreid. Bovendien zijn ze zeer mooi gepresenteerd met goede uitleg. Een echte Augenweide, een streling voor het oog.
Is het zinvol om je af te vragen hoeveel zomertoeristen dit museum binnen zouden stappen?
Ik leer hier ook dat je “wc” of “toilet” veel speelser kunt omschrijven: water and refreshments.
Na een bezoek aan dit verfrissende etablissement zegt Strava ons dat we vijf kilometer in de vier musea hebben afgelegd. Nou moe, zou Guus Flater zeggen.
Gedaan met schrijven voor vandaag. We werden echter nog vergast op en totaal verrast door de mooiste regenboog die ik ooit heb gezien. Een prachtige afsluiter van een heerlijke museale dag.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee