Niet zo’n goed begin. Een koude kamer, een heel dun dekentje en een koude douche. En ondanks de zon is er voorlopig een koude noordenwind, die vanuit Turkije blaast. Grapje.
Onze eerste verblijfplaats is een groot hotel. Heel veel Duitsers. Grote keuken. Grote keuze, maar geen haute cuisine. Op de deur staat “goede eetlust”. De docent Duits vertalen die in mij wordt gewekt, zegt: dit is een machinevertaling van “bon appétit” of zelfs “guten Appetit”. De gestipte "ij" voor "Smakelijk" zal wel te moeilijk zijn geweest, zeker?
Gedaan met klagen. We gaan op stap. Naar Lindos, een stadje dat al drie millennia bestaat. Aan de oostkust van Rhodos. Het eiland is ongeveer zo groot als een halve Belgische provincie (97 x 45 km) en was een geschenk van Zeus aan Helios. Gevolg: 300 zonnedagen per jaar. Verder gevolg: intensieve olijventeelt en twee oogsten sinaasappels per jaar. Vruchtbaar eiland omdat het in bijna alles zelfvoorzienend is. Het ligt op de rand tussen Europa en Azië.
We rijden door verlaten dorpen. Niet definitief verlaten, maar wel sinds 1 november, want dan eindigt hier het toeristische seizoen. Dit jaar al drieënhalf miljoen toeristen.
Een Duitse toerist sprak van “Eine Geisterstadt”, een spookstad. Deels is dit waar, want alle mogelijke flatjes en appartementen zijn dicht. Stel je voor, in de zomer komen hier minstens negentig bussen per dag aan. De doorgangspoortjes bij de Akropolis bewijzen dat duidelijk. Nu kun je gewoon doorstappen voor de helft van de zomerprijs. En dat heeft zo zijn voordelen. Makkelijk om foto’s te nemen zonder al die “hinderlijke toeristen”. Ik weet het, nu moet ik mijn mond met zeep wassen. Bij deze dus. Maar het is hier toch wat stilletjes, zelfs de Griekse vlag houdt het voor dit seizoen voor bekeken.
Met onze Kontichse reisgenoten Anita en Gerda stappen we gezwind door de enge steegjes en de trappen op naar de Akropolis, boven op de heuvel. Uiteraard, want daarom heet het ding ook Akropolis. Op die manier word ik even in de tijd teruggegooid. Tweemaal ben ik toen op een traditionele Griekenlandreis meegereisd, na de poësis en na de retorica. In 1973 en 1974. Vooral die tweede reis was memorabel, omdat net dan het kolonelsregime viel en het conflict tussen Griekenland en Turkije helemaal oplaaide. We zaten zelfs even vast op Kreta omdat de ferry’s niet meer uitvoeren. Het is ook de periode van Mikis Theodorakis, Melina Mercouri, … Ik herinner me ook nog de kleine open bestelwagens die rondreden om soldaten te ronselen voor de strijd tegen de Turken. Enosis, of aansluiting bij Griekenland, werd door de Turken gewapenderhand tegengehouden en zorgt nu, vijftig jaar later, nog altijd voor een verdeeld eiland. Het enthousiasme van die jonge mannen leek me erg vreemd. Toen en ook nu nog.
Vanaf de Akropolis hebben we een prachtig uitzicht op de Egeïsche Zee en in de verte het vasteland van Turkije. Het is eigenlijk een klein beetje de Atheense Akropolis in het klein. Een heel klein beetje, natuurlijk. De heropbouw, onder andere van de stoa, is nog in volle gang. Maar het is toch altijd merkwaardig om in de voetstappen te treden van de “democratische” Grieken van vele eeuwen geleden. Democratie werd toen natuurlijk heel anders ingevuld. Alhoewel … gezien de recente gebeurtenissen in Amerika, weet ik het niet altijd meer. En de roman Alkibiades van Ilja Pfeijffer heeft ons niet alleen de juiste uitspraak van de naam geleerd (met klemtoon op “bi”), maar ook de oorsprong en vele gezichten van democratie. Leugens en onwaarheden speelden toen net als nu een grote rol.
Het kleine kerkje in Lindos is tegelijk een enorme verrassing en een verademing. Grieks-orthodoxe kunst betekent beschilderde muren, gewoon van onder tot boven. Prachtige taferelen uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Met een Laatste Avondmaal waarop ik niet onmiddellijk brood zie. Een bijzondere aanvulling voor mijn collectie. Ik moet het toch nog even verder bestuderen. Kijk gerust mee en zeg me als jij iets ziet wat aan mijn oog ontsnapt. Ik ben betoverd door het knappe werk in zo’n kleine ruimte en denk meteen ook aan Divna Ljubojević en Hristos anesti. Gewoon klikken en je laten vervoeren door die magistrale stem. Zij is Servische, maar zingt liederen uit de orthodoxe liturgie. Zovele jaren geleden betoverde ze als heel jonge vrouw niet alleen mij, maar ook Ludo en Frank zaliger op een concert in de Singel. Sindsdien is ze mijn vaste kompaan bij werk dat enige aandacht vergt.
Nog meer muziek. Terwijl de dames een winkeltje binnenstappen, wandel ik wat verder en hoor plots bekende klanken uit een bar. Ik hoor de mij bekende stem van Charis Alexiou, mijn meest geliefde Griekse zangeres. Mocht je haar niet kennen, klik dan op Apopse thelo na pio en word instant verliefd. Een beetje macaber, maar dit mag gerust op mijn begrafenis (begravinge). Binnen een goeie vijfentwintig jaar wel te verstaan.
En nu terug naar ons hotel. Ik zit hier in het zonnetje op het terras. Ver weg van de Belgische regen en kou. En toch blij dat de boekvoorstelling van Jane zo goed is verlopen.
Op de vele reacties op mijn bericht van gisteren – waarvoor dank – is het niet mogelijk om rechtstreekse antwoord te geven. Ik pik er toch eentje uit. Ik wist niet meer dat mijn vroegere leraar Gaby Van Huylenbrouck (met spatie) toen de tickets voor Mistero Buffo had gekocht. Van de lauwe reacties van de eerste rijen stijve bourgeois-Kortrijkzanen herinner ik me niet veel meer. Ik had waarschijnlijk meer aandacht voor mijn toenmalig lief. Ze is overigens nog altijd mijn lief (en niet mijn leed) en zit nu naast me, zonder te weten dat ik dit over haar schrijf.
Tijdens die les in Xaverius viel het op dat de leerlingen niemand kenden uit die toenmalige bezetting. De heel jonge Jan Decleir ziet er nu heel anders uit, en de jeugd kent hem enkel als Sinterklaas in de nooit genoeg bejubelde reeks Dag Sinterklaas van Hugo Matthysen. Wel herkenden ze Fred Van Kuyk, die blijkbaar Opa Fonkel speelt in Mega Mindy. Dat was dan weer nieuw voor mij. De karakterkop van Fred ziet er eigenlijk nog altijd hetzelfde uit als in 1973.
Ondertussen zit ik hier op het terras, in de neigende zon, te genieten van een aangename warmte. Wat heerlijk toch, als je voelt dat al je botten worden opgewarmd, terwijl je schrijft en naar Charoula (het koosnaampje voor Charis Alexiou) luistert. Meer moet dat niet zijn. En meer is het ook niet.
Blijkbaar werken die links niet:
Apopse:
https://open.spotify.com/track/3QYpOyKIETq6RKuqdsCb1o?si=4eee967945e54b3e Hristos anesti:
https://open.spotify.com/track/0JBoB7GdysAUw1ZNnqna9B?si=19725dbacf5a4844 Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee