Tinting en Balusu
Het was vandaag een heel interessante dag. Niet dat het anders niet interessant was, maar ik heb vandaag nogal wat informatie ontvangen die me bij mijn onderzoek behulpzaam zal zijn. En uiteindelijk was dat het doel van mijn reis. Maar eerst terug naar vorige nacht. Neen, geen sakit perut deze keer, maar mijn maatje. Ik word wakker omdat mijn CPAP plots niet meer werkt, waardoor ik moeilijker kan ademen. Ik denk dat er een tijdelijke elektriciteitsstoornis is. Dat gaat wel voorbij. Maar het gaat niet voorbij, dus zet ik mijn masker maar af. Wat blijkt ’s morgens, Chris heeft op het verkeerde knopje gedrukt, waardoor de elektriciteit in de kamer uit is. Zijn (verdiende) straf: hij heeft mijn gesnurk moeten doorstaan.
Eerste stop ’s morgens is opnieuw Ke’te Kesu. Met een bezoek aan Tinting. Kathleen Adams is – na haar onderzoek en verblijf bij de familie – de “aangenomen” zus van de familie. Kathleen is een Amerikaanse antropologe. Haar expertise is net de Toraja. We zijn ondertussen bevriend, heb haar ooit naar België gehaald om te spreken voor FARO. Ik vraag Tinting honderduit over Ma’nene’ en krijg eerlijke antwoorden over nu en vroeger, over waarom en waarom niet, over de toekomst. Je voelde zijn warmte voor zijn volk. Hieruit blijkt dat antwoorden over de herbegrafenis niet zomaar rechtlijnig zijn, maar dat er meer is waarmee we moeten rekening houden. Zoals altijd, er is meer dan één waarheid.
Onze tweede stop is Balusu. Hier staat de tongkonan van Ne’Matandung. Hij wordt genoemd als de aanstichter van de moord op Antonie Aris van de Loosdrecht. Zijn nakomelingen wonen hier nog. De kleinzoon en zijn vrouw met hun kinderen. Ook hier hebben we een aangenaam gesprek over de moord op onze Hollandse dominee. Zij zijn ervan overtuigd dat hun grootvader uiteindelijk niets met de moord te maken heeft. Toch is er meer aan de hand. Rook en vuur. In ieder geval hij is in gevangenschap in Bogor (Java) gestorven.
De schoondochter des huizes is overigens een nicht in eerste lijn van Ma’ Mery. Naar Torajanormen is dat heel dichte familie. Een telefoontje van Pa’ Mery zorgde er trouwens voor dat we werden verwacht en dat de koffie (met heel veel suiker) klaarstond.
De kleinzoon haalt er drie grote foto’s bij, waarvan één in gevangenschap. Zijn vrouw is een aangename vertelster die ons hun verhaal vertellen over wat zijn weten. Ze verwijzen naar het dagboek van onze Antonie, dat ik daarna terstond heb gekocht. Werk voor later. Maar ook nu weer wordt vooral gekeken naar wat de man heeft gebracht en niet zozeer wat hij negatief heeft beïnvloed.
We bezoeken ook hun museum(pje). Goh, wat zou het leuk zijn om hier eens alles te komen inventariseren, want nu ligt dat hier op een hoop stof te verzamelen. Ook mijn lievelingsstuk staat er gelukkig nog altijd. Zo lieflijk en zo mooi. Ook nu weer heb ik hen op het hart gedrukt om niets te verkopen. Het is te waardevol. De erfgoedwaarde kan niet worden overschat.
Satay ayam in een restaurant met 180° graden uitzicht op sawa’s, er zijn slechtere plaatsen om te eten. De sawa’s staan wel droog en dus wat bruin, maar blijven betoverend mooi.
Bij terugkomst gaan we nog langs op het plaatselijke voetbalveld waar nu de laatste hand wordt gelegd op de viering van 85 jaar katholieke kerk in Toraja. Het wordt een massaspektakel dat mij toch wat terugwerpt in de tijd. Mannen en vrouwen die met gevouwen handen opstappen. Lang niet meer gezien. Maar de passie en de overgave tonen hoe zeer zij dit belangrijk vinden. Morgen komt de bisschop (uskup) John Liku’Ada. Zes jaar geleden heb ik hem nog geïnterviewd in Makassar. Hij heeft me zelfs de originele kopij van zijn doctorale dissertatie bij de Gregoriana in Rome geschonken. Hij was goed bevriend met Ward toen die in Makassar werkte. Petrus Bine van STIKPAR en ook een interviewee van toen leidt de ceremonie, dus geen kans om hem goeie dag te zeggen. De echte ceremonie begint morgen om zeven uur en eindigt zeker niet voor drie uur in de namiddag. Toch een beetje te lang voor ons.
Eten doen we op uitnodiging bij Ma’ Mery. We worden getrakteerd op Pa’Piong, de specialiteit van de Toraja. Rijst en kip die worden gegaard in bamboe. Ma’ komt in mijn oor fluisteren dat ik absoluut de ayam kampung (scharrelkip) moet eten en niet de andere die ze ook heeft gekookt. Witte en rode rijst, kip, garnaal, soep en sticky rice. A real treat, the Torajan way. De immer stille Petrus Reba is hier plots veel spraakzamer. Hij is hier op zijn terrein. Hij weet te vertellen dat hij een telefoontje uit Balusu heeft gekregen om te vertellen hoe blij ze wel waren met ons bezoek. Doet deugd.
Via Whatsapp laat ik de Mery’s en Dorkas met Ward en Marie-Ange (Bu Yankie) spreken. Leuk om hen zo in contact te brengen en altijd verbaasd dat dit zo vlot kan over de continenten heen. De laatste stop is het kapperssalon van Selpi, derde dochter van Petrus. Zoals iedere keer knipt zij mijn haar. En zo komen we ook te weten – surprise, surprise – dat onze gids Damita een goeie vriendin van Selpi is, maar dat ze niet wist dat Pa’ Mery haar vader was. De wereld wordt kleiner.
We nemen afscheid van Damita en maken een afspraak voor volgend jaar. Ze verheugt er zich nu al op om onze groep rond te leiden.
Geschreven door Paul.gaat.op.reis.en.neemt.mee