Ma’nene’

Indonesië, Rantepao

Het is moeilijk om deze dag te beschrijven. In ieder geval is hij veel meer dan alledaags. Zoals afgesproken vertrekken we om negen uur vanuit onze “comfortabele” homestay naar een herbegraving.
Damita, onze gids, zwijgt geen minuut. Ofwel praat ze met ons, ofwel met Marthen of met Petrus, aka pak Mery. Ze spreekt overigens behoorlijk Engels. Ze antwoordt gewillig op al mijn vragen. Ik neem ze op met mijn dictafoon. Ik moet dan altijd terugdenken aan de jaren zeventig en het haast vergeten woord bandopnemer. De kwaliteit van de dictafoon in deze iPhone is buitengewoon goed. Ik denk beter dan de beste en duurste Revox of Grundig van toen.
Even buiten Rantepao stoppen we bij een plaats waar ze een rante aan het opbouwen zijn voor een pesta mati. Damita wijst me terecht. Ik zeg pesta mati en dat woord lees ik ook in alle studies. Maar zij zegt dat een Toraja nooit pesta zal zeggen. Dat is voor een huwelijk of een geboorte of een dergelijk feest. Voor een dodenfeest gebruiken ze upacara (BI) of acara (Toraja) mati. Ook dat betekent feest, maar je haalt het best niet door elkaar. Dus vanaf nu enkel nog upacara.
De rante is in volle opbouw. Door de smalle plaats zijn de pondok (bezoekersplaatsen) in twee etages. Bamboe hebben ze genoeg, maar de planken moeten worden aangekocht. Hergebruik, geen sprake van. Ze laten alles staan en vergaan. Voor de tongkonan doen we een praatje met de vrouw des huizes en ze troont ons mee naar de tongkonan waar haar moeder ligt opgebaard in de typische ronde en rode kist. Kokervormig. Naast haar liggen wat eten, drank en sigaretten. Neen, volgens de Toraja is ze niet dood, maar sakit = ziek. Zoals eerder verteld, je bent hier pas dood als de gong op de lakkian heeft gegalmd. Het is toch weer een voorrecht dat we hier zomaar een tongkonan mogen binnenstappen en heel even deelgenoot zijn van een speciale gebeurtenis in het leven van de Toraja. Heel speciaal.
En dan verder de bergen in. Niet zomaar de bergen in. Eerst op vrij goede betonwegen (anderhalve auto breed) en wat asfaltwegen, maar al snel op iets wat meer op een piste lijkt. Vaak het gevolg van een landverschuiving of overstroming. En bovendien zeer steile hellingen die op sommige plaatsen over de dertig procent gaan. Wees gerust, Chris is landmeter en weet perfect wat hij zegt als hij zegt dat het minstens dertig procent is. Het is moeilijk om het gevoel van een dergelijke tocht weer te geven. Want ondertussen rijden we langs afgronden, waar je in de diepte mooie, groene sawa’s ziet liggen. Of een trits tongkonan tegen een bergwand. De ma’nene’ is in een afgelegen dorp, zodat onze drie reisgenoten het ook niet altijd weten en het af en toe moeten vragen. En zelfs moeten terugdraaien (Oh my god) of achteruitrijden (Oh my god bis). Soms is de helling zo steil dat we uitstappen en een stukje jalan kaki (stappen), vooral als de weg weer is beschadigd en de wielen van de auto met voorwieltractie wat slippen. Kan ook niet anders, want op de controle in Kontich zou de auto wel worden goedgekeurd, behalve voor het profiel van de banden.
Na nog meer draaien en keren, stijgen en dalen komen we in het dorpje Limbong aan. En we zien onmiddellijk de bedrijvigheid. De ma’nene’ is in volle gang. Een helling opklimmen, langs een aantal mensen die een lijkwade dichtnaaien. We worden vriendelijk onthaald. En de mensen maken zelfs, zonder dat we dat vragen, plaats vrij, zodat we kunnen zien wat er gebeurt. We zijn de enige niet-familieleden van de mensen die worden herbegraven. En dat maakt het toch wel uniek. Deze ma’nene’ werd niet gepubliceerd in het bureau van toerisme. Zal onder andere met de locatie te maken hebben. Ver weg en moeilijk bereikbaar.
Het gemummificeerde lijk dat we zien is een man die acht jaar geleden is gestorven en nu voor het eerst terug wordt bovengehaald. Volgens zijn zoon Felix zal dat nu elke drie jaar gebeuren. Als je denkt dat dit enkel voor ons westerlingen een merkwaardig gebeuren is, dan heb je het verkeerd voor. Dit is voor elke niet-Toraja, dus voor elke andere Indonesiër een merkwaardige gebeurtenis. Bij mijn vorige passage hier in Toraja heb ik Javanen gezien die het gewoon niet snapten. Want wat is dat nu allemaal?
In het kort: aluk to dolo is het geloof in de voorouders die de levenden bewaken en beschermen. Door en na de missionering zijn geloof en traditie (adat) gescheiden geworden. Je moet blijvend voor je (voor)ouders zorgen. In eerste instantie via de upacara mati (begrafenis), maar ook daarna via de tau-tau (later hierover meer) en in enkele gebieden van Toraja – maar zeker niet overal – via ma’nene’. Vergelijk het met de provincie Antwerpen: sommige gebruiken worden gedeeld in de hele provincie, maar enkele zijn nog springlevend in bijvoorbeeld de Kempen, bijvoorbeeld het driekoningenzingen. Alle vergelijkingen lopen mank, maar ik wil enkel maar aantonen dat dit niet algemeen is, wat men nochtans vaak beweert. Bij ma’nene’ worden de lijken uit het graf en uit hun koffer of lijkwade gehaald. Ze worden grondig gereinigd. Met stofdoekjes en stokjes die ze tot borsteltjes ombuigen. Indien nodig doen ze het lijk een nieuw hemd of broek aan. En uiteindelijk wordt de persoon in een lijkwade gewikkeld, dichtgenaaid en opnieuw bijgezet. Maar voor het zover is, wordt die persoon haast doodgeknuffeld en vastgepakt. Getoond, gefotografeerd, neergelegd en weer opgepakt. Grappige tot luidruchtige momenten worden afgewisseld met serene en ingetogen ogenblikken. In dit geval kreeg de dode een baseballpet en een bril op en een sigaret tussen zijn lippen geduwd, wat tot hilariteit, maar ook gevoelens van verbondenheid leidt. Maar dan zijn ze plots weer stil. Een tweetal jongeren, vermoedelijk kleinkinderen, hebben het even moeilijk. Ze zijn hier toch wel meer dan een uur mee bezig. De dode wordt ook rechtop gezet tussen de mensen en zo worden er dan weer foto’s genomen. Damita vraagt of ik naast de man wil gaan staan. Dat weiger ik pertinent, dat is indringerig gedrag. Ik ben al heel gelukkig dat ik dit op een afstand(je) kan volgen en wil niet in de val trappen van die mensen die vonden dat ze zo nodig aan de ma’badong moesten deelnemen. Ook al ben ik hier om te leren uit mijn fouten bij mijn eigen artikel, zoals openbaarheid en geld. Die fouten vloeien voort uit het feit dat ik de vorige keer bij een ma’nene’ was die op een anders al toeristische plaats werd gehouden, in Batutumonga en Loko’Mata’. Maar uiteindelijk ben je zelf, of je het nu wil of niet, of je het nu bestudeert of niet, ook een toerist en dus een buitenstaander. Het lijkt vreemd, het is vreemd. Is dit beter of slechter? Neen, het is anders, zoals ik mijn studenten interculturele communicatie altijd bijbracht.
Ik spreek met de zoon en vraag naar zijn gevoelens. Je kan dit alles samenvatten in het woord senang – een woord dat wij niet zo kennen, maar de Nederlanders des te beter. Ik ben gelukkig, ik voel me goed, het is ok. En aangezien zijn naam Felix is … En hij – en zijn familie – zei ook dat hij senang was dat wij erbij waren. Dus wij ook senang. Wat geld voor sigaretten is dan ook graag gegeven.
En dat is blijkbaar het algemene gevoel, senang. Zo vertelt Damita, die twee jaar geleden haar man en vorig jaar haar vader verloor, dat ze af en toe nog de geur van hen ruikt. En dan voelt ze zich bij hen. Ik weet niet goed, hoe dat bij ons zit, dus ik kan daarop ook geen commentaar geven. Maar soms voelt ze haar man nog dicht bij haar, zoals die keer dat ze ziek was en hij haar kwam om te zeggen dat alles ok zou zijn. Voor mij is dat bevreemdend. Ik ga niet zo snel mee in dat soort dingen. Zoals Daud, de baas van Homestay Riana en ook gids, die vertelde dat een dode desnoods naar huis kan gaan, als hij niet thuis is gestorven. Een “walking dead”. Ik heb dat verhaal ook gehoord van mijn neef Jaak Catteeuw (oudste kleinkind van de familie Catteeuw en dag op dag 20 jaar ouder dan ik, dus 87), die heel zijn leven als Scheutist in Indonesië heeft gewerkt. Volgens mij niks meer dan een sage, zonder grond van werkelijkheid. Ik heb het nooit nagekeken, maar het zou me niks verwonderen, mocht je die sage ook in andere culturen vinden. In ieder geval, supernatuurlijke zaken zijn niet zo mijn ding.
Damita gaf nog een interessante vergelijking. Westerlingen sparen om op reis te gaan. Naar het buitenland. De Toraja sparen voor hun begrafenis, wat in zekere zin ook een vergelijking is. Een interessante zienswijze. Hun spaargeld is misschien te vergelijken met de verzekering die je bij ons daarvoor bij Delia en andere maatschappijen kunt afsluiten.
Er wacht me thuis nog werk om mijn opnames opnieuw te beluisteren en de data te verwerken, maar hier heb je toch in doorsnee van wat we allemaal hebben gezien, gehoord, geroken, gevoeld. Je hoofd zit vol na zo’n dag. Ik kan me voorstellen dat dit voor Chris wel veel moet zijn. Voor het eerst zo’n verre reis en dan dag na dag dergelijke ervaringen die vaak op geen enkele manier aan onze maatschappij en cultuur refereren. Ook voor mij is het telkens weer een uitzonderlijke ervaring die je meedraagt en koestert. Hier maakt de dood deel uit van het leven. En misschien zou het overal zo moeten zijn. Misschien.
Ik zou hier nog zo veel meer kunnen vertellen, maar het moet behapbaar blijven. We hebben wel driehonderd foto’s en enkele filmpjes. Die laatste kunnen niet op pindat en in de beeldjes zal ik mij moeten beperken.
We zijn nu in Lolai Lempe in een hotel, beter bekend als negeri di atas awan, ofte het land boven de wolken. Wat dat precies betekent, zullen we morgenochtend tegen halfzes ervaren. We moeten dus vroeg op.

Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Het blijft toch heel bijzonder die Tauraga s...

Rita (Riet) 2023-09-12 16:54:34

Wat een bijzondere reis Paul. Fijn dat we mee kunnen genieten van jullie ontmoetingen en verwondering!

Katrijn 2023-09-12 17:57:18

Ik vind het ongeloofelijk interessant. Je moet eigenlijk hun taal ook kunnen verstaan om de volledige impact van deze gedachtegang te apprecieeren . Taal is fascinerend.

Boudewijn 2023-09-12 20:08:17

Indrukwekkend allemaal...! (Maar blij dat ik niet in die auto zat.. Ik zou het besterven.)

Ilse 2023-09-13 13:39:19

Uitgedroogd ziet opa er maar heeeeeel akelig uit! Brrr!

Stefaan Top 2023-09-13 13:54:38
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.