Vijf kilo lichter ... Minstens.

Indonesië, Jakarta

Deze morgen voor het eerst daglicht gezien. De tropische warmte hadden we gisteren uiteraard bij aankomst al gevoeld. Het is moeilijk om die warmte te beschrijven. Het lijkt alsof je een tweede laagje vochtige huid krijgt. Herkenbaar voor wie ooit in de tropen is geweest. Het eerste daglicht is een gesluierde hemel. De zon priemt er alsnog door, maar niet volop. En dat is anders dan vroeger, toen je hier bijna altijd de volle zon had. Climate change.
Chris, mijn reisgezel, is landmeter en om hem te laten wennen aan zijn nieuwe omgeving had ik een hotel uitgekozen dat uitzicht gaf op een werf. Grapje, natuurlijk. Maar de eerste blik naar buiten toonde inderdaad een werf. Puur toeval. We zitten hier midden in een oude wijk die stilletjes aan wordt opgeslorpt door steeds meer hoge tot zeer hoge appartementsgebouwen in deze immense kota ibu (hoofdstad, letterlijk moederstad).
Ondertussen is de eerste opdracht volbracht. Boeken van schoonbroer Ward geleverd aan Sr. Gabriella en Marselina. Ze kwamen hier in het hotel. Met vier weeskinderen. Samen met 14 andere zusters bestieren ze een weeshuis PRR Cimanggis hier in Jakarta met 139 kinderen van 3 tot 19 jaar. Een project dat het grootste respect verdient. Een hartelijke ontmoeting. Zoals altijd hier in Indonesië. Mensen zijn vriendelijk, lachen en lijken tevreden en gelukkig. Ook al leven ze niet in Belgische luxe. Alles werd afgesloten met een obligate fotosessie. Mijn valies weegt nu meer dan vijf kilogram lichter.
Ik kan me voorstellen dat dit voor Chris toch wel een merkwaardige ontmoeting moet zijn. Het is niet iets wat je zo maar in ons kikkerlandje aan de zee meemaakt. Ze hebben een uur moeten rijden door de files (macet) van Jakarta met zijn twintig miljoen inwoners. Bovendien is het voor mij nog altijd onbegrijpelijk dat ze ondanks de hitte en de beperkte plaatsen in een auto er toch altijd weer in slagen om kreukvrij en netjes voor de dag komen. Wij zouden er dan alweer lang “verslunst” uitzien.
Op de tonen van de muezzin nog even verder schrijven. Vanop mijn bed, want een siësta was toch geen overbodige luxe na die vermoeiende reisdag. Maar nu weer helemaal paraat om verder te berichten om onze dag te beschrijven. Deze morgen een wijkwandeling gemaakt in de buurt van ons hotel. Kleine straatjes en steegjes. Open riolen, een wirwar aan elektriciteitsdraden, een palet aan geuren variërend van stank naar sateh sapi (sate van rundvlees) en telkens weer Selamat Siang (goede middag) zeggen. In deze wijken zie je geen toeristen, alleen inwoners van Jakarta die in veel te kleine woningen wonen en omgeven zijn door skyscrapers die letterlijk tot in de wolken reiken. De verschillen zijn gigantisch. En toch mogen we weer niet in de val trappen door alles te vergelijken met ons Belgenlandje. Anders, niet beter, niet slechter, gewoon anders. Zoals het afbieden. Haast een nationale sport hier. Je kunt zelfs afbieden op de wisselkoers.
Overigens, is afbieden niet het tegenovergestelde van opbieden. En dat is net wat onze banken doen. Vaak geen of weinig service voor veel geld. Ik wilde in ons bankkantoor, waar we nota bene sinds 1977 klant zijn, mooie bankbriefjes halen om hier te wisselen, want zo werkt dat. Noppes. Ons kantoor heeft geen cash meer. Een bank zonder geld, is dat nog een bank?
Ontzettend veel eetkraampjes, maar Chris durft nog niet de stap te zetten. We eten wel een lekkere – en totaal andere – nasi in een hotelletje. Kost ongeveer twee euro. Het bier is duurder, maar het is deze keer wel Bintang. Prijs van het bier is dezelfde als vroeger, maar de flesjes zijn van 50 cl naar 33 cl geëvolueerd.


Deze avond eten we met R en O die vandaag zijn gearriveerd. R werkt als curator Azië in het MAS en ik ken haar als medelid in de redactie van Volkskunde en het Olbrechtsgenootschap. Boeiende gesprekken over Azië, volks- en heemkunde, en het voorzitterschap van de heemkundige kring. Ondertussen een overheerlijke teriyaki beef. En de afspraak om morgen Monas (het nationaal monument) en het nationaal historisch museum te bezoeken. Dit is mijn vierde poging. Hopelijk lukt het deze keer wel.
De foto’s bij deze stukjes zijn deels van mij en deels van Chris. Aan (het ontbreken van) de kwaliteit haal je er mijn foto’s wel uit. Elk zijn job, zou ik zeggen.


Geschreven door

Al 7 reacties bij dit reisverslag

En iedereen met een GSM?

Magda L. 2023-09-02 19:35:48

Indrukwekkend landschap - sorry: wolkenkrabberschap...

Alex 2023-09-02 20:49:55

Oh, terug in je tweede vaderland! Plezant verslag! Geniet en (her)ontdek verder of zoals ze in Indonesiė zeggen: parit pit kalangan!

Wimenanneke 2023-09-02 22:10:27

De fog- krabbers… en daar die kleine, vriendelijke mensjes tegen. Het is anders. Idd. Jammer dat we t eten niet kunnen ruiken!

Lut 2023-09-02 22:31:18

een heel treffend beeld van Azië!

jan duden 2023-09-03 09:28:24

De wereld verandert en Jakarta blijkbaar óók. Het digitale is niet meer weg te denken.... hopelijk verdwijnt de smog... mooie ervaringen verder op pad.

Rita (Riet) 2023-09-03 09:48:15

Wat een kranige zuster! Jullie doen het goed met mekaar, zien we op de foto's. Maar ginder alles duurder, dan is het nog altijd spotgoedkoop.

Stefaan Top 2023-09-03 10:00:05
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.