Op tijd opstaan, want we hebben een lange rit en een stadsbezoek op de planning staan. Het is aardig weer, droog, maar we zien donkere wolken aankomen…..opschieten dus. Snel ontbijten, de spullen naar binnen en nèt als de eerste druppels vallen zijn we klaar. Ook de watertanks zijn weer geleegd en (half)gevuld zodat we er de komende dagen geen omkijken naar hebben. Om negen uur rijden we weg, zelfs de broodjes voor onderweg zijn al gekocht. Tot onze verbazing stond er vanmorgen een bakkerswagen op de camping en da’s maar goed ook want we zien later dat alle winkels overal dicht zijn. Het blijkt onafhankelijkheidsdag te zijn, weten wij veel, gelukkig hebben we verder niets meer nodig. Een prachtige bergroute voert ons via Bovec naar de Passo del Predil, een pashoogte (1156 m) op de grens met Italië. Wàt genieten we van de geweldige uitzichten, ook al regent het soms. Bij de grens kunnen de meeste auto’s zo doorrijden maar wij moeten aan de kant en de paspoorten inleveren. Het duurt een aardig tijdje, ik zie ze bellen en steeds in de paspoorten kijken en eindelijk krijg ik ze weer terug zonder enig commentaar, “doorrijden”, ‘n beetje vriendelijke communicatie is blijkbaar niet gewoon hier. Een paar haarspeldbochten na de pas komen we bij het gelijknamige meer, prachtig gelegen tussen de bergen. Een uitstekende plek voor een koffiestop, maar wel gauw de dikke truien aan, brrrr, ‘t is koud hier! Daarna verlaten we deze schitterende plek, rijden een klein stukje door Italië en komen dan bij de grens met Oostenrijk. Ook daar moeten we stoppen, maar nu op eigen initiatief: we hebben nog een dagvignet nodig. Dat is snel geregeld en we rijden verder over de Oostenrijkse snelweg. Langs Villach, waar we het hooggelegen slot herkennen waar we een paar jaar geleden zijn geweest. We houden een lunchstop in de buurt van Spittal en ik warm een blikje knakworstjes, lekker op brood. Na de Tauerntunnel stuurt de navigatie ons een stuk over een B-route i.v.m. file op de A10. Prima, hier kunnen we doorrijden en ‘t is supermooi. Tegen half drie bereiken we Salzburg, de eindbestemming voor vandaag. We rijden naar een camping aan de noordrand van de stad, hier vandaan willen we op de fiets de stad in. Er is plaats en al snel staan we tussen de andere campers in op de goed verzorgde camping. Het is inmiddels weer zonnig en behoorlijk warm, zo’n 28 graden. Er is een leuke fietsroute naar het centrum, een smal pad langs een beekje en vervolgens een breed fietspad langs de rivier, de Salzach. Na 20 minuten fietsen zijn we er en gaan te voet verder. We zijn lang geleden ook al eens hier geweest, maar als we nu door de stad lopen herkennen we niets, ‘t is totaal nieuw voor ons. Komt vast omdat het destijds een grijze, regenachtige en rustige dag was, precies het tegenovergestelde van vandaag. We lopen door de Getreidegasse, de belangrijkste winkelstraat met de vele mooie uithangborden, over de Alter Markt, het Domkwartier en de Mozartplatz. We drinken een kopje koffie op één van de terrasjes en gaan de Dom binnen. Die is een grote verrassing voor ons; we hebben al heel veel kerken bekeken, maar dit kerkinterieur is nieuw voor ons en we vinden het erg mooi. Je blijft kijken, naar alle prachtige schilderingen, de reliëfen overal, het houtsnijwerk van de banken, de koepel en de 5 (!) orgels. Er is ontzettend veel te zien, maar het is, doordat het een harmonieus geheel is, niet onrustig. En ‘t is er lekker koel, ook even fijn. Na nog meer etalages, gevels en fonteinen zoeken we tegen zessen een geschikt restaurant om te eten. De hoog boven de stad gelegen burcht bezoeken we niet, dat wordt teveel voor vandaag. In een smalle straat, heerlijk in de schaduw zitten we aan een klein tafeltje en smullen even later van een goede schnitzel. Op ons gemak lopen we terug en fietsen naar de camping. Even uitblazen, douchen en dan nog een tijd buiten zitten. Het is een zwoele avond, maar ‘t koelt voldoende af.
Geschreven door Henk.en.ada.op.reis