We hebben geregeld dat onze bagage naar de camping in Cierp-Gaud wordt gebracht. Meteen het dorp uit beklimmen we de Col de Peyresourde, waar waar een heel enthousiaste man een pannenkoeken restaurant heeft. Hij woont daar vijf maanden per jaar en geniet volop van het leven boven op de col. Hij vertelt aanstekelijk over de beleving van het reizen met de fiets. Over klimmen en dalen, de uitzichten, de geuren, het geluid en in de bergen het vee dat op de weg loopt. Met handschoenen aan dalen af tot de volgende klim. Die is aanvankelijk redelijk steil maar daarna volgt 10 km een schitterende vallei in tot Bourg-d’Oueil, dat helemaal aan het eind ligt. Daarna toch aan de bak voor de Port de Bales. In de oorlog werden hier Engelse piloten naar Spanje gesmokkeld. Op een plaquette wordt dat nog eens aan herinnerd. Vorig jaar heb ik hierover nog een boek gelezen, le Rossignol, de nachtegaal. Op de top pakken we nog een bakkie en zetten de afdaling in. In de dichte mist rijden we voorzichtig naar beneden. Het is steenkoud op 1700 m. We moeten constant remmen om niet te veel vaart te maken. Sommige bochten zijn echt scherp. Onderweg worden we gebeld door de taxichauffeur. De camping heeft geen receptie om onze spullen af te geven, dus is hij naar het gemeentehuis gegaan. Ik moet voor hem contact opnemen met het gemeentehuis en krijg het antwoordapparaat. Maar uiteindelijk belt de ambtenaar van dienst mij op of ik wel gereserveerd hebben. Nee dus, maar dat was wel verstandiger geweest, zegt ze. Ik beloof dat we voor drie uur in het gemeentehuis onze zakken op komen halen. Daar aangekomen zijn ze netjes opgeslagen in de raadzaal. We kunnen in het gemeentehuis betalen voor de camping die midden in het dorp ligt, vlakbij het café en iets verder van een Intermarche. Topplek.

Geschreven door Jena.reisverhalen