Vorig jaar, deze tijd, namen we afscheid van ons varend huis. Onze She, nu Dubbel Zout, ligt nu in Seattle. Ons rijdend huis, onze Mus, die hebben we nog wel. Onze eerste Mus bouwde Leo in 2000. Op al die jaren hebben we heel wat campermensen leren kennen. We zien ze niet vaak, maar via internet blijft er contact. En enkelen zijn nieuwsgierig naar onze stek hier. Dus, vroeg of laat komt er hier wel eens een camper aangewaaid. Als we op onze landbouwgrond zochten naar een ‘vlakke plaats’ en hoe een camper daar op moest geraken, waren we het al vlug eens, waar dat plekje was. En Leo ging het meteen testen met onze Peugeot Boxer. Dat lukte, maar de elektriciteitsdraad naar ons pomphuis moest onder de grond. Daarbij bleef het. Maanden later gaf Floris de weg er naartoe wat meer vorm door er kapotgeklopte dakpannen te leggen. Die oude dakpannen moesten toch uit de weg en we hebben er nog veel. Maar eerst moest de ‘camperplaats’ genivelleerd worden. Af en toe was ik er wat aan bezig met schop en hak. Tot Leo vond dat er machines aan te pas moesten komen. Marco kwam de overschot van rijnzand en zavel (pleisterwerken muren en klinkers) opscheppen met zijn bobcat. Leo vroeg of hij de bobcat kon huren. Marco moest even lachen, maar wilde toch liever zelf het werk doen, voor 30 euro per uur. En vorige week was het zover. Leo had paaltjes in de grond geklopt waar we de twee camperplaatsen graag wilden. En we hadden ook gezocht, waar de elektriciteitsleiding en de waterdarm onder de grond zaten en dat gemarkeerd. Drie uur heeft Marco gewerkt. Op het einde heeft hij alles goed aangestampt door er verschillende keren over te rijden.
En dat heeft Leo dan nog eens herhaald met onze Mus. Gisteren zag ik hem plots vertrekken met onze Mus, zonder mij iets te zeggen. Had hij dat wel gedaan, dan had ik zeker iets gezegd in de aard van:
- Let op voor die rots,
- Daar mag de aanlooproute nog iets breder,
- Op die plaats moet de aanlooproute nog wat verhoogd worden,
- Het eerste palmboomke moet weg, dat staat onder de voet…
Leo vindt dat ik veel te veel panikeer. Hij zegt dan: ‘Ja, ik zie de koe in de wei.’ Het ging allemaal heel vlot. Hij is zeker 20 keer voor- en achteruit gereden over de camperplaatsen, telkens een beetje meer opzij, tot op de rand. Ik dacht dat hij daar zou inzakken, maar dat gebeurde dus niet.
De camperplaatsen zijn goedgekeurd.
Geschreven door Afterboat