De sfeer op Camping Caliço te Vila Nova de Cacela, daar waren we gebleven. Eigenlijk noemen ze het 'Parque' Caliço. We wilden de staancaravan zien die daar te koop stond. Omdat we te vroeg waren slenterden we tussen de huisjes en we werden meteen aangesproken door een Engelse dame. Na een paar minuten wisten we dat ze in het bestuur zat van de Community van de bewoners, dat er vooral Engelsen, maar ook Fransen, Zweden, Duitsers en één Belg woonden en zij wist al vlug van ons dat we interesse hadden in de aankoop van een huisje. Oh, dat wilde ze ons alvast tonen. We vielen bij haar in de smaak denk ik, want ze deed haar best om al de troeven van het park te onderstrepen.
Een uur later hadden we het huisje van binnen en van buiten gezien en waren we ingecheckt voor een nachtje op de camping, even alles laten bezinken. In het Parque waren heel wat bewoners, maar op de ‘camping’ waren we alleen. De sanitaire blok was nochtans berekend op veel gasten, heel groot, een hele rij douches, maar het deed me onmiddellijk denken aan mijn internaatstijd. Leo vond het water bij de mannen ok. Bij mij werd het afwisselend heet en koud, zonder de kranen aan te raken. Leo zijn reactie: Kom volgende keer maar bij mij.
Na een heel rustige nacht beslisten we toch maar geen deel uit te maken van de Community. We waren niet verliefd op het huisje.
Om eens helemaal tot rust te komen trokken we naar de camperplaats van Manta Rota. Vlak bij de zee, in de duinen, voldoende vlakke plaatsen, een stukje weg van het centrum. Eigenlijk grenst de camperplaats aan het natuurgebied van de Ria Formosa. Reden voor mij om eens een flink eind te stappen, tot aan de lagune, en verder tot de verbinding met de zee en dan langs het strand terug.
Voor kerstavond kozen we Castro Marim, gezellig stadje bij de burcht.
En op kerstdag trokken we naar Alcoutim. Zo dikwijls zijn we daar met de She geweest. En nu dus voor het eerst, niet langs de rivier maar langs de weg. Toen we in de verte de witte huisjes zagen, zei Leo: Start de motor en leg de fenders klaar, ik rol het voorzeil op.
En vandaag wilde ik naar Minas de São Domingos. Even op reis naar het verleden. De Romeinen haalden hier al koper en zilver uit de grond. In de negentiende eeuw kwam een Engels bedrijf wat dieper in de grond wroeten op zoek naar koper en andere grondstoffen. Het werd een glorietijd voor het mijnwerkersdorp, maar het winnen van zwavelzuur bracht ernstige verontreiniging mee, mensen werden ziek, het milieu raakte verontreinigd, de Engelsen verlieten Portugal om niet te moeten saneren, en nu zijn er nog de ruïnes en een verontreinigd meer. Wij waren er helemaal alleen.
We konden het niet laten om even langs te gaan bij Jan en Sandra en nodigden onszelf dus uit. Blij dat we het gedaan hebben. We maakten kennis met Baloe, de grootste pup die we ooit zagen.
Normaal zouden we nu al ergens richting Albufeira slapen, want Nik komt daar morgen toe. Maar Leo wil morgen nog even naar Ayamonte een diodebrug kopen voor ons Mus. Daarom zijn we weer terug naar Castro Marim gekomen. We zitten hier dicht bij de brug naar Spanje.
Geschreven door Afterboat