We slapen hier prima in de Havikvallei. En elke morgen is er een vogelconcert.
De zon komt in de ochtend even in ons huisje, maar op het zuiden hebben we geen grote ramen. Dat is een meevaller, want het kan hier heet zijn. Dat wisten we, dus had Leo al een firma aangesproken om een airco te installeren. Die waren hier maandagnamiddag zoals afgesproken en ze hebben prima werk verricht. Het waren twee vriendelijke mannen, die een klein beetje Engels spraken. En wij met ons klein beetje Portugees, dat was een goeie mix. Tijdens de namiddag, als het buiten over de 30 graden gaat, mag de airco een beetje koelte geven. Leo heeft het ondertussen ook al gefixt dat ons huisje nu elektriciteit krijgt van de zonnepanelen.
Maandagvoormiddag was er nog een leuke verrassing. Jan, een Vlaming die met Sandra op zo’n 17 km woont, kwam hier toe op zijn zundap, om ons welkom te heten in de Alentejo. Eigenlijk had Leo het bezoek een beetje uitgelokt door uitleg te vragen over de digitale meter voor de elektriciteit. We moesten de meterstand doorgeven. Jan kwam even kijken of het in orde was gekomen. We kregen meteen nog een heleboel tips over het wonen en klussen hier. Voelt goed zo iemand in de buurt te hebben.
Gisteren was het een feestdag in Portugal, herdenking van de anjerrevolutie. Al de diensten en veel zaken waren dus gesloten. Maar hier in Vale de Açor, waren de gelegenheden die Leo mij wilde laten zien, wel open. We gingen eerst naar pastelaria Cravinho. Zoals overal, zei iedereen ‘Bom Dia’. En verschillende klanten wisten dat we de vreemdelingen van ‘Casa Madeira’, het houten huisje, zijn. Leo zijn entree hier in het dorpje, ging niet ongemerkt voorbij. Want de straat waar wij wonen was, door de vrachtwagen die het huisje plaatste, 5 uur afgesloten.
De uitbaatster van Cravinho spreekt vlot Frans. Ik liet haar foto’s zien van de inboedel, zeg maar rommel, van de vorige eigenaar, en vroeg, waar we daarmee terecht kunnen. Of er een containerpark is? Nee, gewoon naar de grote vuilnisbakken brengen. Wat er niet in kan, zet je ernaast. Dat wordt dan vroeg of laat opgehaald, of mensen die het kunnen gebruiken nemen het mee.
Onze tweede halte was het tankstation. Daar is ook een drankgelegenheid, en elke morgen zitten er mannen uit het dorp. We waren onderweg opzettelijk goedkopere pompen voorbij gereden om hier ter plaatse te kunnen tanken. Plaatselijke handelaars steunen, heet dat. We werden uitgenodigd plaats te nemen aan het tafeltje van Fernando. Hij spreekt Frans en kent iemand die ‘werken’ uitvoert.
Pastelaria’s bezoeken is een goeie manier om de buurt te leren kennen.
Geschreven door Afterboat