3gangen menu
Gisteravond zijn Jos en ik in Dannenfels wat gaan eten. Bij een ander hotel want zowel in ons hotel en het naastgelegen landhuis zijn de restaurants gesloten. Het is maar een schamele 300 meter maar gezien de hoogteverschillen besluiten we met de auto te gaan. We krijgen een rustig plekje in het restaurant en bekijken de kaart. We kiezen geen 3 gangenmenu: een hoofdgerecht is voor ons beiden genoeg. En misschien lust ik nog wel een toetje.
De serveerster brengt om wat sneetjes brood met een mengsel van gedroogde tomaten met een ketchup-mayonaise-sausje. Een mooie geste omdat we beiden al wat honger hebben gekregen. Daarna werden 2 borden met salade (sla en worteltjes uit vat o.i.d.) geserveerd. De sla is vol over goten met een witte naar azijn ruikende dressing. Bij de geur alleen al blokkeren mijn smaakpapillen en word ik wat duizelig en misselijk. Daarom schuif ik het bord van me weg. Jos besluit om zowel zijn eigen als mijn bordje leeg te eten. Volgens hem valt het best mee. Jos lijkt zichtbaar te genieten van de sla met al die extra vitaminen, mineralen en azijn-zuren. Ik aanschouw hoe de dressing in zijn paar dagen oude baardharen een paar seconden blijft hangen en daarna naar beneden sijpelt. Hilariteit ontstaat. Gelukkig brengt een veeg met de katoenen servet een einde het schouwspel.
De salade blijkt bij het hoofdgerecht te horen want als onze borden met schnitzel geserveerd worden liggen er enkel een paar ronde aardappelkroketten bij. Mijn schnitzel is overgoten met een pepersaus. Op het eerste gezicht ziet het er goed uit, bij nadere inspectie is de hoeveelheid vet in de saus bovengemiddeld te noemen. Desalniettemin heb ik mijn bordje ver leeggegeten. Ik had mijn zinnen ondertussen al wel gezet op een nagerecht. Maar toen ik mijn grote glas Sprite op had was mijn buik meer dan gevuld. Jos en ik kozen juist niet voor een 3 gangen menu maar komen tot de conclusie dat dit theoretisch gezien wel geserveerd is.
Eruit
Na weer een slechte nachtrust, dat ervoor zorgde dat ik weer veel gesnurkt heb, gaat mijn wekker om 6:15 uur. Want Jos heeft voor 7 uur ons ontbijt geserveerd. Het ontbijt ziet er netjes verzorgd uit. Met een volle buik van het lekkers deze morgen, kus ik Jos wat succes toe en zwaai ik hem rond 8 uur uit. Ik besluit nog lekker even op bed te gaan liggen in onze villa voor een nacht 'Villa Frodo'. Ik heb tot 10 uur, dus een dutje doen kan makkelijk. Eerst check ik nog Brabants Dagblad en mijn mailboxen. Na circa 10 minuten hoor ik iemand op het grind schuifelen. Het blijkt de dame te zijn die ons ontbijt heeft verzorgd. Zij verzoekt mij om binnen een uur te komen afrekenen en de sleutel in te leveren. Ze moet namelijk zo meteen terug naar het dorp. Ik geef aan dat ik er binnen 20 minuten ben. Als ik daarna in de auto zit moet ik denken aan de klas van Peter Hoefnagels.
https://youtu.be/c3EEmne1Agg?si=zjg03SV3yIOxLPlf Mooi? gevolg van WO II
Om half negen zit ik dus in de auto. Wat nu te doen. Ik had nog geen concrete plannen gemaakt. Dus voer ik het adres van het volgende hotel in bij Google Maps. De aansluiting tussen auto en mijn telefoon gaat steeds beter. Ik kijk wel wat de route mij brengt vandaag. Terwijl ik op de 47 rij ter hoogte van Niefernheim zie ik boven op de berg een toren staan. Die trekt mijn aandacht, dus stuur ik die kant op. Daar aangekomen blijkt het een ere monument voor alle gevallenen en vermisten van de eerste en tweede wereldoorlog. Ik tref een vrouw van een bepaalde leeftijd (rond 80 jaar) en ik begin een praatje met haar over het monument. Zij vertelt dat de naam van haar schoonvader er op staat. Samen klimmen we naar boven en zoeken de naam. In 1943 is hij overleden. Hij bleek in het begin van de oorlog met zijn vrouw en zoontje van enkele maanden oud te zijn gevlucht en hier onderdak te hebben gevonden. Helaas is de jonge vader dus in 1943 overleden. Hij liet zijn vrouw met 2 jarige zoon achter. Die zoon is een kleine 60 jaar geleden getrouwd met de vrouw die naast mij staat. Ik concludeer dat de oorlog toch wat moois heeft gebracht. En blijkbaar zegt haar man dat ook regelmatig. Want zonder de oorlog was zijn moeder nooit in deze streek terecht gekomen.
Beschoten
Al sinds ik de auto uit ben hoor ik in de verte knallen alsof het jachtseizoen geopend is. Nu de vriendelijke mevrouw en ik terug lopen naar de weg en opnieuw wordt er geschoten. Deze keer zo dichtbij dat ik wat ineen kruip. We worden toch niet beschoten? Het geluid echoot nog in mijn oor. Zo hard klonk het. Ik snel mij naar de trap die naar beneden naar de weg gaat. Naast de trap ligt naast een van de vele wijnvelden in de omgeving. Er worden schoten gelost om de vogels te weren van de bijna rijpe trossen druiven. De oogst zal dit jaar eerder zijn dan voorgaande jaren, gezien de staat van de druiven. Liefhebbers van Duitse wijnen en bieren hoeven niet bang te zijn: Oktoberfest blijft Oktoberfest.
Wegenverkeerswet
Onderweg ben ik opnieuw van de hoofdweg naar Michelstadt afgegaan en rij ik een toeristische route. Zo kom ik onder andere door Offstein, een mooi dorpje met authentieke huizen. Helaas kon ik geen foto's maken, er was zo snel geen parkeerplekje vrij in de smalle straatjes. Bij Worms ga ik met de auto de Rijn over. Net ervoor denk ik ons Jos te spotten die met zijn zwarte helm en rode shirt op een bankje gaat zitten. Ik weet dat hij hier ook oversteekt, dat heeft hij gisteren op zijn telefoon laten zien aan mij. Ik overtreed de wegenverkeerswet en toeter. Ons Jos staat op en draait zijn gezicht mijn kant op. Het blijkt ineens niet meer ons Jos te zijn maar iemand anders z'n Jos. Hoe heb ik me kunnen vergissen?
Ik heb weinig tijd om er over na te denken want een gebouw boven het andere weggedeelte van de brug trekt mijn volle aandacht. Zo veel dat ik aan de andere kant van de Rijn omkeer en nogmaals de brug afrij. Wat jammer dat ik nu geen bijrijder heb of ben. Nu met mijn telefoon in mijn rechterhand om een foto te maken van het bijzondere gebouw op de brug waar ik dus nu ook onderdoor rij. Echt keimooi. Weer terug aan de andermans z'n Jos kant maak ik een legale in- en uitvoeg manoeuvres om weer de brug over te gaan. Anders kom ik nooit bij het hotel.
Unesco wereld erfgoed op mijn pad
Door de toeristische route te nemen kom ik bij het plaatsje Lorsch. Bij een informatiebord aan het begin van het dorpje/stadje stop ik de auto om wat te 'levelen'. Als mijn interne waterpas weer stabiel is kijk ik op het informatiebord. En warempel er staat Unesco Wereld Erfgoed in deze plaats. Dat moet zo zijn en binnen no-time sta ik op een parkeerplaats op een kleine 50 meter wandelen van het museum van de Lorsche abdij. Het kan niet beter, toch?
Bij het museum ontdek ik op het affiche buiten dat ik de rondleiding van 11 uur op 7 minuten na gemist heb. Maar om 12 uur heb ik nog een kans, zegt het affiche. De dame bij de kaartverkoop van zowel museum als rondleiding geeft aan dat aanvullende voorwaarden gelden. Een rondleiding is voor minimaal 2 personen, ik kan dus niet mee tenzij minimaal een andere gegagdigde zich meldt. In de tussentijd kan ik in het museum op onderzoek. Een deel gaat over de abdij/klooster en het andere deel gaat over de lokale sigarenfabriek.
Piet Bambergen en de Lorsche Abdij
Wat hebben die nou toch gemeen.
Bij de expositie over het klooster/abdij zie ik enkele vondsten van een archeologisch onderzoek. Een vlammetje in mij wordt opgestookt en roept in mijn hoofd. Ga kijken, zoek verder, lees voor wat is het, waar lag het, wat is de connectie met de plaats. Op een of andere manier heeft mijn werkervaring bij de gemeenten op het gebied van archeologie en erfgoed hier aan bij gedragen. Maar wellicht is ook ons pap hieraan 'schuldig'.
Bij een van de vondsten staat dat de Universiteit van Bamberg veel archeologische onderzoeken heeft uitgevoerd hier. Bamberg, bamberg waar ken ik dat van.
Piet Bambergen slingert mijn hoofd binnen. Een Nederlandse komiek en acteur die bij mij vooral bekend van de op tv vertoonde kluchten.
https://youtu.be/O9z_aqp3QkU?si=x4bpZEI75ct8Mbge Sigarenbandjes sparen
De rest van het museum is ook wel interessant maar is toch op een ander vlak. Desondanks neem ik de tijd om ook daar langs alle vitrines en machines te gaan. Opa rookte sigaren en wij, kleinkinderen kregen dan regelmatig sigarenbandjes om te sparen. Het liefst zo kleurrijk mogelijk met een manneke erop. Die bewaarden we in lege sigarendoosjes. Hier zijn er ook veel verschillende te zien. De geur van tabaksbladeren is ook aanwezig doordat er bladeren te drogen hangen.
Koningshalle
Rond kwart voor 12 heb ik het museum inclusief toilet goed bestudeerd en wil naar buiten gaan. Ik zie 2 mensen dartelen voor de ingang. Ik hoop naarstig dat zij voor de rondleiding in de Koningshalle komen. En ja hoor, naast die 2 mensen zijn er last-minute nog 7 deelnemers. It git aon!
Anne verzorgt de rondleiding en weet ontzettend veel van de historie van de abdij en de reden waarom het opgenomen is in de lijst met werelderfgoed. We staan bijna de hele tijd stil. Dat merk ik in mijn linkerbeen als we eindelijk de trap van de Koningshalle op gaan. Boven wacht een mooie kamer. Kapel waar de oude beeltenissen nog laten zien dat engelen muziek maken voor Moeder Maria en Jezus Christus.
Oude centrum Michelstadt
Na een uur rijden voeg ik mij bij Jos die in de hotelkamer op mij en schone kleding uit de auto wacht. Op de hotelkamer vraag ik me af wat het personeel hier van mij weet: er liggen setjes oordopjes klaar.
Ik schrijf alvast een deel van mijn verslag en Jos neemt een douche. Op Jos zijn voorstel om naar het oude centrum van Michelstadt te wandelen reageer ik positief. Daar heb ik geen spijt van. Vakwerkhuizen vulden aan beide kanten het straatbeeld en als kers op de spreekwoordelijke taart kwamen we via een poort in de stadstuin terecht. Bij een Turks eettentje vulden we onze buiken om daarna terug te wandelen naar het hotel. Voeten omhoog, hoofd op het extra gevraagde hoofdkussen, benieuwd wat morgen mij en Jos zal brengen.
Geschreven door Ilsedr.op.pad