We ontbijten net als bijna elke ochtend op ons overdekte terras. Na het afruimen van de ontbijtspullen pakken zowel Jos als ik onze e-reader erbij. Op mijn verzoek doen we deze ochtend niet veel. Beiden lezen we het boek van Israel van Dorsten. Hij is een van de 9 kinderen van Ruinderwold. Hij heeft geschreven over zijn ervaringen. Het is aangrijpend en vooral onbegrijpelijk wat zich daar afspeelde. Vooral omdat ik die ervaringen gelukkig zelf niet heb is het moeilijk om je voor te stellen dat zoiets onopgemerkt kan.
Na de lunch vertrekken we naar Trier. Graag wil ik daar in ieder geval de Porta Nigra aanschouwen en een korte wandeling door het centrum doen. De heenweg gaan we langs de slingerende binnenwegen. Mooie uitzichten en langs de bossen. Zeker mooi om te zien maar ik merk dat mijn hoofd dit minder fijn vindt. Ik ben dan ook blij als we in de ondergrondse parking tegenover de Porta Nigra de auto kunnen parkeren en ik even kan 'levelen'. We nemen de trap naar boven en staan pal voor het historische bouwwerk.
Porta Nigra
Porta Nigra is Latijn voor zwarte poort en is een stadspoort uit Romeinse tijd. Vermoedelijk uit het jaar 170. De poort draagt sinds de middeleeuwen de naam Porta Nigra. Door verwering en roestafzetting van de zandsteenblokken, die oorspronkelijk met ijzeren krammen met elkaar verbonden waren, werden de blokken namelijk zwart.
Ik maak snel een foto voor we oversteken. En ik stuur enkele mensen de foto toe met de vraag: Rara waar zijn wij deze middag.
Kerken
We gaan onder de zwarte poort door en passeren de afzetting rondom een groot podium dat aan de andere kant de de poort staat. Jos vertelt me dat toen hij hier vorige week passeerde er stoelen stonden. Ze hebben dus nog niet alles opgeruimd of er staat nog iets op de planning. We lopen richting een van de 4 kerken die het centrum van Trier rijk is. Het is de St. Gandolfkerk. Deze ligt aan de markt. Deze katholieke kerk heeft een moderne inrichting.
Als we daarna de Basiliek bezoeken is dit van binnen wel een heel ander uiterlijk. Geen beelden en ook geen versiering aan de wanden. Bijna overal kijk je hier op de stenen: het schoonmetselwerk is goed te zien. Alhoewel schoon. Het is duidelijk te zien dat er veel verschillende stenen gebruikt zijn om het bouwwerk op te bouwen of gaten te vullen. En hier en daar lijkt het wel of er stukken zijn waar voorheen wat aan de muur hing maar het recent afgebikt is. We verlaten deze evangelische kerk en wandelen door de tuinen van keurvorstelijk Paleis richting Keizerstherme. Wat daar nog van rest dan.
Jos vertelt dat hij vanaf hier onder het spoor door richting het Amfitheater is gewandeld en vervolgens door de wijnvelden de lange route volgde naar Kell.
Noodgeval
We drinken wat op een terrasje in de paleistuin en net voor we weer de stad in gaan loop ik nog even naar t toilet. Beneden onder het café weggestopt bevindt deze zich.
Het gaat echt niet goed met me. Ik heb ondertussen zoveel buikpijn dat ik hier nog wel even moet blijven zitten. Met behulp van mijn telefoon contact zoek met Jos. Tenminste dat wou ik doen. Geen Wi-Fi, geen internet en zelfs bij het versturen van een sms-je krijg ik de melding dat ik geen bereik heb. Ik probeer terug de trap naar boven te nemen maar moet terug naar beneden want de buikpijn is te erg. Ik passeer de spiegel en zie dat ik er slecht aan toe ben. Het zweet loopt langs mijn gezicht naar beneden alsof ik 40 graden koorts heb en mijn gezicht ziet bleek. Vreemde combinatie.
Als ik 10 minuten later opnieuw een poging doe om terug de trap op te gaan, lukt het me om wel boven te komen. Jos was al op zoek naar mij. Het duurde wel heel lang. Dat snap ik.
Onze lieve vrouwenkerk
Met geïrriteerd gevoel in mijn buik gaan we terug richting Porta Nigra. We komen langs de onze lieve vrouwenkerk. Daar wil ik wel even naar binnen om te zitten. Deze kerk geeft mij een beter gevoel dan de anderen. Wellicht door de wat klassiekere, rustige uitstraling en de mooie glas in loodramen boven het altaar waar de zon mooi binnenvalt. Na een momentje van rust voel ik me beter. Gelukkig. Op een plattegrond hebben we gezien dat de dom en onze lieve vrouwenkerk tegen elkaar gebouwd zijn en er een kruisweg aan zit. Die zou ik graag zien. De toegang vanuit de onze lieve vrouwenkerk is niet bereikbaar. Daarom gaan we buitenom naar de Dom.
Protserige dom.
Deze kerk is van veel meer praalwerk voorzien, potserig. Al dat marmer en zo veel details in de beelden aan de wand en tegen het dak van het doopvont. We bekijken de plattegrond opnieuw en zien al snel de deur naar de kruisweg. We komen op een binnenplaats tussen de dom en onze lieve vrouwenkerk. De gangen zijn overdekt en in te midden is een tuin aangelegd waar ook diverse graven zijn gelegen. Het doet me denken aan de binnentuin van de franciscanen in Tilburg, bij pater Richard. Ik vind dat we met de klok mee moeten gaan door de gang. Ik had verwacht hier de kruisweg in de overdekte maar open gangen te vinden. Ik zie maar één beeltenis van een statie aan de wand. Ik vermoed dat de andere staties de tand des tijds niet overleefd hebben. Er hangen platen aan de wand met de geschiedenis van de Dom, waarschuwingsborden enz. Het is hier heel rustig en bedenk dat ik -als ik student in de stad Trier was- hier wel met mijn huiswerk of een leesboek zou gaan zitten om te ontsnappen aan de drukte van alle dag.
Als we bijna rondgewandeld zijn en weer bijna bij de deur naar de Dom zijn komen we in een klein 'kapelletje'. In de glas-in-loodraampjes is de kruisweg opgenomen. Bij bestudering van de teksten op de grond leren we dat hier de bisschoppen van Trier begraven liggen. En aangezien er nog diverse lege plekken zijn is al duidelijk dat de huidige bisschop al weet waar zijn laatste rustplaats zal zijn.
Even langs d'n Karl
We verlaten de kruisweg en maken nog een rondje in de Dom zelf. Bij de schatkamer van de Dom is zelfs een winkeltje ingericht om souvenirs te kopen. Dat laat ik even aan me voorbij gaan. Deze keer steken we geen kaarsje op. Ik besluit even op een bank tijd te nemen voor mijn gedachten aan wie mij lief is. Langs het doopvont lopen we weer naar buiten. Onderweg terug naar de auto passeren we het grote beeld van Karl Marx. Parmantig staat hij daar. Ik weet even niet wat ik van het beeld moet vinden. Deze Duitse filosoof werd in Trier geboren en daar zijn ze hier natuurlijk apetrots op. Maar het beeld is zo enorm groot. Wellicht sta ik te dichtbij om hem te waarderen. Ik moet op deze manier echt tegen hem opkijken, ik word er toe gedwongen en ik beslis liever zelf tegen wie ik op kijk. Ik keer hem mijn rug toe en wij vervolgen onze weg richting de ondergrondse parking waar de auto staat.
Op de terugweg tanken we en doen wat boodschappen bij de lokale supermarkt: Rewe.
Geschreven door Ilsedr.op.pad