Voordat we aan het ontbijt gaan, hebben we bijna al onze spullen al ingepakt. Het is natuurlijk ook een stuk minder werk dan de eerste dagen. Toen sjouwde ons mam nog met bordjes, etenswaren, pannetjes en kommetjes. En ze bracht dan ook mijn tas met kleding en mijn met een riem vastgezette en opgerolde slaapzak met daarin mijn kussen, hoeslaken en pyjama naar de auto. Vandaag kan ook ons mam gewoon aanschuiven aan de ontbijttafel. We vinden het allebei heerlijk, maar ook een beetje vreemd. Het is immers de laatste dag van ons avontuur. We praten over ditjes en datjes van de afgelopen week en over hoe deze dag er uit gaat zien. We vragen ons daarbij zeker af wie er allemaal mee gaan wandelen. Na het ontbijt pakken we de laatste spulletjes in en met onze tassen gaan we in de loge van het hotel zitten. We wachten op Michelle. Zij loopt vandaag de hele dag met mij mee. Michelle is op tijd en samen met haar wacht ik nog tot de afgesproken vertrektijd. Ik weet immers niet zeker of er nog andere durfallen zijn die met Michelle en mij deze laatste etappe mee wandelen.
Michelle en ik installeren onze rug- en heuptas en we vertrekken richting het zuiden. Ons mam maakt nog een foto als wij vertrekken en gaat daarna op bezoek bij de viswinkel van Drunen. Ze maakt een praatje met de oude bekende en hoort dat de winkel op korte termijn gaat sluiten. Daarna gaat ze richting Loon op Zand.
Zoals ik de afgelopen dagen ook gedaan heb, maak ik een foto van het kombordje. Deze keer sta ik er samen met Michelle bij. Geeft wel een andere dynamiek, niet alleen samen op de foto maar ook samen wandelen. We vervolgen onze weg richting Loonse en Drunense duinen. Heerlijk in de bossen en al kletsend zetten we onze route richting het zuiden wat tempo bij. Nog voordat Michelle en ik de Loonse en Drunense Duinen weer uitgewandeld zijn, hebben we al ergens een verkeerde afslag genomen. Dat krijg je als je al kletsend vergeet om de juiste regels van de beschrijving te lezen. Hierdoor lopen we wel een stuk verkeerd. Omdat we later bij onze eerste stop (in Loon op Zand) zijn, informeren we ons mam. Zij heeft alle tijd en wacht geduldig op ons.
Michelle wordt gebeld door Geert en terwijl zij met hem praat passeren we de heide. Die is prachtig paars gekleurd. Geert vraagt hoe het gaat en Michelle geeft aan dat het heerlijk wandelen is en dat ze geniet. Na wat huishoudelijke zaken besproken te hebben, verbreekt ze de verbinding. Ze laat mij dan weten dat ze vooral verbaasd is om te zien dat ik niet moe ben, geen pijnlijke voeten heb en er goed uit zie. Haar voornemen om mij het tempo te laten bepalen deze dag, veeg ik opnieuw van tafel. Voor haar is het veel moeilijker om de dag vol te maken dan dat het voor mij is. Later op de dag zal ze me nog dankbaar zijn hiervoor, verwacht ik.
In Loon op Zand nemen we plaats in het cafeetje waar ik van tevoren al gereserveerd heb. Ik wist bij de reservering nog niet met hoeveel we zouden zijn. Dat we met zijn drieën zijn, valt hen zichtbaar wat tegen. Natuurlijk was het voor hen en voor mij leuk geweest als een hele grote groep wandelaars deze laatste etappe met me mee zouden lopen. Het zal voor anderen te ver zijn geweest. Ondertussen genieten we daar lekker van een kopje thee met iets lekkers. Al snel vervolgen Michelle en ik onze weg richting Tilburg. We zien op dit deel van de route de Efteling als we langs de N261 wandelen. Ook zien we in de berm van het bos hier afval (mogelijk drugsafval) liggen. We overleggen wie we hiervoor moeten bellen om het op te ruimen. We praten hier nog even over, wie doet dit binnen onze eigen gemeente en als we op het industrieterrein Kraaiven Tilburg oplopen zijn we verbaasd. Het was zo heerlijk in en langs de bossen en heide, dan valt het industrieterrein toch tegen.
Als we de woonwijken van Tilburg inlopen, check ik mijn GPS-horloge. Nog een kleine honderd meter en dan heb ik inderdaad 300 kilometer gelopen. Een euforisch gevoel overkomt me en ik geef, terwijl we verder lopen Michelle mijn fototoestelletje. Het moment is daar. Ik steek mijn armen in de lucht en laat de bewoners van de Tilburg horen: “Joehoe, het is gelukt.” Michelle maakt snel een foto van dit moment.
Even verder ploffen we op een van de Tilburgse SocialSofa’s neer. SocialSofa’s zijn betonnen banken versierd met een mozaïek met als gedachte: de omgeving mooier, gezelliger en vooral socialer te maken. Een initiatief bedacht door Karin Bruers om 1.000 banken in en rondom Tilburg te plaatsen. Dit was zo’n groot succes, dat er inmiddels honderden banken door heel Nederland staan. Deze SocialSofa langs onze route beeldt met zijn vrolijke kleuren een opkomende zon uit.
We leggen de voetjes enkele seconden omhoog. Net lang genoeg voor een slokje drinken en een foto. Dan lopen we weer verder, want bij Uitspanning De Zeven Geitjes wacht namelijk ons mam op ons voor een lunch. En wat hebben we een zin in een lunch, onze magen in ieder geval wel. Onze blazen hebben liever dat we eerst het toilet bezoeken voor dat we een kopje thee en een heerlijk broodje nuttigen. Maar dat moet nog even wachten. Als we halverwege de Reeshofdijk wandelen blijkt dat niet alleen ons mam hier is. Naast ons mam wachten Nancy, Karel en Bjarne op ons. Maar ook vriendin Mariëtte en klasgenoot van de muziekschool Fons zijn er. Fons verrast mij zelfs met een bos bloemen. Wat een warm onthaal. Het doet mij erg goed en als ik naar het toilet ben geweest schuif ik aan tafel aan. Naast mij aan zit mijn jongste neefje Bjarne. Hij snapt misschien nog niet helemaal wat we hier doen, maar iets lekkers te eten, dat wil hij wel. En ik ook. Michelle volgt mijn advies op om nog geen cola te drinken en geen vette hap te eten. Mijn ervaring is dat het koolzuur van de cola gaat opborrelen als je weer gaat wandelen. En een vette hap kan je maag ook van streek brengen tot zelf braken aan toe. Aangezien we nog wel wat kilometers te gaan hebben, lijkt me dat niet slim.
Tijdens de lunch klets ik met iedereen een beetje bij over de afgelopen dagen en de wandeling van vandaag. Na de lekkere en gezellige lunch kunnen we niet lang natafelen. Ik stel aan Michelle voor om haar voeten nog in te tapen, omdat ze wat last heeft van drukkende pijn. Ze twijfelt of dat wel slim is. Daarna gaan Michelle en ik weer op pad. Onder de toegangspoort van de uitspanning zwaaien we nog even. Als we bij de spoorwegovergang komen staat Fons op ons te wachten. Hij wijst ons hier nog even de juiste en korte route richting hockeyvelden en het Bels lijntje.
De volgende stop is ’t Luikske in Riel. We volgen daarvoor het fietspad ‘t Bels Lijntje. Een lang en rechte weg op het asfalt. Dit voelt Michelle duidelijk aan haar voeten. We hebben dan ook al best wat kilometers gelopen. Ik adviseer Michelle in de berm te gaan lopen. Uit ervaring weet ik dat het kan helpen. Zelf heb ik in veel schoenen blaren gelopen, maar met de schoenen van ons pap liep ik geen blaren meer. Niet alleen schoenen en sokken bepalen of je blaren loopt, maar ook hardheid en vlakheid van de ondergrond, snelheid van lopen en weersomstandigheden en ervaring hebben invloed. Als ik zere voeten heb, loop ik het liefst op gras. Asfalt is harder en veert niet mee. Het gras in de berm is wat zachter.
Terwijl wij het Bels Lijntje volgen richting Riel rijdt ons mam terug naar Alphen. Ze wacht tot de kindjes terug zijn uit school en komt dan met hen naar ‘t Luikske. De kinderen lopen vanuit Riel met mij mee naar huis. We zullen dus bij ‘t Luikske op hen wachten. Met Michelle bespreek ik ondertussen de route die we kunnen nemen. Langs t Bels Lijntje recht naar Alphen of over de Rielse Heide, langs het Ooievaarsnest en Landgoed De Hoevens. Dat laatste is natuurlijk een stuk mooier, maar wel meer kilometers. Michelle en ik kiezen voor de laatste variant. Vooral omdat we dan geen lang saai fietspad hebben, maar grotendeels door de natuur lopen.
Als we bij ‘t Luikske aankomen zitten daar al verschillende collega’s op ons te wachten. Michelle wist dit natuurlijk wel. Voor mij is het een grote verrassing. Bart, Michiel, Loes, Henny en Marion hebben de moeite genomen om hun wandelschoenen aan te doen. Ilona heeft zelfs haar hond meegenomen om mee te wandelen. De collega’s zijn verbaasd om mij zo vrolijk en fit aan te zien komen wandelen. Ik geef aan dat we nog moeten wachten op mijn kinderen. Collega en Bart en Michiel besluiten daarom een vette hap te halen.
Vriendin Ans is ook naar Riel gekomen om mee te wandelen. Zij heeft tijdens mijn voorbereiding regelmatig in de avonduren of als de kinderen naar school waren een rondje met me gewandeld. Al was het vooral omdat we bij wilden kletsten over ditjes en datjes in ons leven.
Ons mam komt aanrijden en heeft niet alleen Britte, Jannes en Lobke bij. Ook overbuurvrouw Anita heeft ze meegebracht. Terwijl de kinderen hun wandelstokken op lengte draaien ga ik nog gauw naar het toilet en dan vertrekken we. Bij het kombordje van Riel maakt ons mam een groepsfoto. Heel waardevol. Jammer dat ze er zelf niet bij op staat. We gaan richting de Rielse Heide, en lopen langs de poosplaatsen. Het zijn hier kubussen met gedichten erop. Een plek om even te rusten en al dan niet op basis van de gedichten te relativeren. Het weer is prachtig, de heide mooi in bloei. Iedereen loopt zijn eigen tempo terwijl er volop gekletst wordt.
Op de hoek bij het Ooievaarsnest nemen we even een rustpauze. We wachten hier op de wat langzamere wandelaars. Michelle neemt een momentje om op adem te komen. Ze zit er doorheen. Loes legt haar handen op bij Michelle, dit lijkt wat te verzachten. Als ook de laatste wandelaars er zijn gaan we via de Goorweg richting de Schellestraat. Halverwege komen we ons mam tegen. Zij heeft de auto naar de Tempeliersdreef gebracht en is ons tegemoet gelopen. Ik vind het heel fijn dat ook zij de laatste kilometers met ons meeloopt.
Het is een kleurrijk gezicht. Zo met de kinderen in hun felle 300 KM- 300 Herinneringen shirts en petten. Ik ben enorm trots op ze. Ze wandelen wel vaker met ons naar Baarle-Nassau, maar zo met mijn collega’s, die ze niet kennen en het is zeker het dubbele aantal kilometers.
Als we bij het Bels Lijntje zijn, belt Jos mij. Ik moet zeker langs de voorkant binnen komen, want de buurt heeft iets geregeld. Ik beloof dat te zullen doen. Het is met tegenzin, want ik geef er niet veel om om zo in de belangstelling te staan.
Langs het Bels Lijntje komen we geen kombordje tegen met Welkom in Alphen. Een tegenvaller voor mij, want daarmee had ik mijn fotoboek af willen sluiten.
Als we onze straat naderen loopt Britte alvast vooruit. Ik hoor ondertussen al wat rumoer in de omgeving. Als ik het hoekje omloop, is het duidelijk. De vlaggen hangen uit, alle buren hebben zich verzameld in de straat. Maar ook vrienden Frank en Mariette met Ellen, Nancy en Bjarne staan erbij.
Ze vormen een erehaag waar ik door heen mag lopen. Ze klappen en toeteren voor me. Wat een bijzonder moment is het om zo thuis te komen. Als ik de erehaag door ben zoek ik Jos. Die wil ik in de armen vliegen. Dan komt hij buiten lopen met het fototoestel in zijn handen. Hij was net weer even naar binnen om naar de soep te kijken. Na een dikke zoen staan er meer mensen om mij heen. Ze willen me feliciteren met het behalen van dit avontuur.
Ik word verwend met bloemen, kussen en knuffels. Na een kort praatje met deze en gene van de buurt bij de statafels aan de overkant van de straat besluit ik om toch naar binnen te gaan. Ik wil bij mijn gezin zijn, vertellen hoe geweldig het is geweest, hoe dankbaar ik ben dat ik dit mocht doen. Binnen word ik opgewacht door de kinderen die mooie tekeningen hebben gemaakt. Samen met hen en anderen ga ik genieten van de soep die Jos gemaakt heeft.
300 kilometer, 300 herinneringen
Een geweldige ervaring met een bijzonder doel dat ik niet snel zal vergeten.
Geschreven door Ilsedr.op.pad