Vandaag hebben we (heb ik) een missie. Mijn sneakers vallen aan de binnenkant zowat uit elkaar. Het verval zet steeds harder in, sinds gisteren prikt er iets hards in mijn hiel. Rete-irritant... Dus doe ik ze vandaag bewust aan als we richting Breda fietsen, om zo het keuzeproces voor een nieuw paar wat te bespoedigen. Vanaf Vrachelen is het 12 kilometer fietsen. We rijden door bossen, langs dorpjes en weilanden, en parkeren drie kwartier later de fiets in het centrum van de stad. Het winkelen wisselen we af met culturele activiteiten en het ontdekken van de stad. Wat een gezelligheid biedt Breda. Vooral de hoeveelheid horeca valt op. Eettentjes, koffieshops, terrassen... En het grote aantal kroegen doen een wild nachtleven vermoeden. We bezoeken het Begijnhof van Breda, waar in één van de woningen een piepklein museumpje is gevestigd. Leuk om te zien hoe je hier woont. Het romantische beeld dat ik er altijd van had moet ik bij deze wel bijstellen. Alles moet blijven zoals het is. Dus ook de enkelsteens muren en het enkele glas. 's Winters schijnt het er ijskoud te zijn en betaal je je blauw aan stookkosten. Grappig feitje: in dit Begijnhof wonen ook nu nog, net als alle honderden jaren daarvoor, alleen maar vrouwen.
Na de lunch zetten we vol in op sneakerwinkels. Met resultaat! Ik ben nu in het rijke bezit van maar liefst twee paar nieuwe gympjes. De oude? Die heb ik aan een Bredaase vuilnisbak gedoneerd. Op mijn nieuwe Puma's wandelen we vervolgens naar het Stedelijk Museum Breda. Lang kunnen we daar niet meer rondlopen, om 5 uur sluit het museum en het is al 4 uur als we aankomen. Lang leve de museum jaarkaart! We slaan het moderne deel over en gaan direct naar de sectie geschiedenis: over de telgen Oranje-Nassau en hun invloed op Breda, de 80-jarige oorlog, het turfschip met daarin de soldaten die uiteindelijk de stad bevrijdden van de Spaanse bezetters, en ga zo maar door. Leuk en informatief.
Om half 6 zijn we wel uitgeshopt en uitgecultureeld. Om nu al ergens een restaurantje te zoeken, lijkt ons wat vroeg. Daarom fietsen we weer terug richting de camper en zien we wel of er op de terugweg ergens een eetgelegenheid voor ons is. Google heeft een heel andere route voor ons bedacht dan op de heenweg. Het is maar goed dat we onze fietslampjes hebben opgeladen vannacht, die hebben we hard nodig zo tussen de weilanden in het aardedonker. In Den Hout, het laatste dorpje voor de camping, is maar liefst één restaurant: De Herberg. Er is geen plek meer, sorry, mossel- en stoofavond en alles is gereserveerd, bommetje vol. Of vinden we het erg om aan de bar te eten? Wij niet, en bij deze: de stoof was heerlijk!
Geschreven door Nienkoen