Een weekendje uit met mijn ouders, om ze nog een keer te laten genieten van het kampeergevoel. Naar Beers. Om preciezer te zijn, naar camping De Barendonk, waar ze eigenaresse Liesbeth jarenlang (en jaren geleden) met de VVKK (Vereniging Van Klus Kampeerders) geholpen hebben met onder andere het opknappen van het douchegebouw en keuken, en het bouwen van trekkershutten. Hier liggen veel herinneringen en hoe mooi is het dat we ze met de camper nog een keer mee kunnen nemen? We rijden er gezamenlijk in de camper naar toe. Slapen doen we wel apart. Mijn ouders in een trekkershut, Ries en ik in de camper die we er direct naast mogen zetten.
We halen ze eind van de ochtend op. Het plan is om halverwege de reis te lunchen bij de Haarrijnse Plassen, net voor Utrecht. Daar hebben we twee weken geleden gewandeld en we waren zo onder de indruk van dit onbekende stukje waterrijk Nederland, dat we ze dit willen laten zien. Maar ja, wegens tropische temperaturen zijn we niet de enigen die hier verkoeling zoeken. Het is druk. Heel druk. De idyllische parkeerplekjes die we twee weken geleden te kust en te keur hebben gespot, staan nu rampende stampende vol met auto's van dagjesmensen. We draaien nog een terreintje op waar we in de verte nog wel een plekje denken te zien. En tja. Lang verhaal kort. Dat hadden we beter niet kunnen doen.
Terug kan alleen in zijn achteruit. En da's lastig met de kriskras geparkeerde auto's. Ries besluit de camper te draaien. Op het stevig uitziende pad naast het reepje asfalt. Wat een mul zandpad blijkt te zijn. En toen stonden we vast. Vooruit? Nee. Achteruit? Nope. De hoeveelheid zand die bij elke nieuwe poging over de voorruit stuwt, laat een kuil achter waarin het linker voorwiel steeds dieper in wegzakt. We doen met blote handen en de in de camper aanwezige oprijblokken en -platen nog een paar hopeloze pogingen om los te komen maar alles wat we proberen maakt het probleem (en de kuil linksvoor) alleen maar groter en uitzichtlozer. Dit gaat ons niet lukken. Via de verzekering - die overigens de kosten niet dekt want eigen schuld, dikke bult - worden we doorverbonden met bergingscentrale Collewijn in de buurt. Het kan even duren voor er hulp beschikbaar is want het is druk. Met het wegslepen van foutparkeerders begrijpen we later, want ook waar wij staan mag je blijkbaar helemaal niet parkeren. Die tijd gebruiken we om alsnog te lunchen.
Veel sneller dan gedacht zien we de gele sleepwagen aan komen rijden. Even krijg ik visioenen van ons koffiemolentje, achterop een zelfde type wagen, maar dat beeld zet ik snel van me af... Deze man-met-sleepkabel gaat het lukken! Maar goed, wat over de telefoon als een eenvoudige sleepklus klonk, blijkt in de praktijk een stuk weerbarstiger. De sleepmeneer kijkt en schudt zijn hoofd. De camper staat dusdanig dat hij er met zijn sleepwagen niet goed bij kan. Daarbij heeft de camper geen trekhaak waar hij zijn lier aan vast kan maken. Hij gaat een poging wagen maar we moeten er wel rekening mee houden dat er een hijskraan aan te pas moet komen want of het hem gaat lukken zonder de onderkant aan gort te trekken? Hij vraagt het zich af. Gelukkig zijn de goden-in-gele-sleepwagens ons nu beter gezind dan drie maanden geleden. In twee etappes, met hulp van Ries (achter het stuur van de camper) en mij (achter het stuur van de sleepwagen, héél hard de rem intrappend omdat anders de sleepwagen niet blijft staan) lukt het. De camper komt vrij. En wij ook, met de schrik dan.
Iets later dan gepland maar nog steeds keurig op schema, komen we in Beers aan. Wat volgt is een heerlijke 24 uur, waarin mijn ouders bijpraten met Liesbeth, haar man Jan en dochter Tessa, we de barbecue laten roken, heerlijk kletsen, veel water drinken en nog meer vocht via de poriën verliezen, en heel veel spelletjes spelen. Op de terugweg zondag brengen we nog een verrassingsbezoekje aan de ouders van Marco die in Dieren wonen. Het is ontspannen, het is gezellig, het is precies (nou ja, op het gat graven na dan...) het weekend wat we mijn ouders, en onszelf, wilden geven.
Geschreven door Nienkoen