En de dag begon zo lekker….
Al moet ik zeggen dat we ondertussen wel een beetje uitgekeken zijn op eten van papieren bordjes en wafels. Wafels zijn heel lekker, zeker als ze vers zijn. Maar als je ze iedere morgen eet bij gebrek aan iets anders dan is de lol er snel van af. Het was de vaste kost in de Best Western Hotels en die hadden we op drie plekken na elkaar. Conclusie is in ieder geval dat de hotels van deze keten in Europa stukken beter zijn. Maar ok, ontbijt was inbegrepen, dus niet moeilijk doen.
Op naar Packwood. Dat ligt in de buurt van Mount Rainier NP. Daar hebben we voor morgen een timeslot moeten reserveren om het park in te mogen. Na een paar dagen vlakte en alleen maar zand, vulkaanresidu en kale bergen, is een boom ook weer erg leuk. Waarmee ik niets af wil doen van het landschap waar we nu doorheen rijden. De oneindige vlaktes zijn om je om te verbazen. Er komt geen eind aan. Stukken waar er niets met de grond is gedaan worden afgewisseld met ontgonnen land. Veelal graan. Al zien we in valleien ook tuinbouw. En dan ineens zijn er weer een hele batterij kale bergen. Heel apart. We merken wel dat de lucht langzaam steeds meer helder wordt. Daar zijn we wel blij om. We zien heel in de verte contouren van vulkaanbergen, maar we zitten nu nog te veel in de, wat ik voor het gemak maar, de smogzone noem. Na een flink stuk rijden verandert ineens het landschap. We rijden steeds meer bosrijk gebied binnen. En het wordt heuvelachtig en er doemen watertjes, stroompjes en grote meren op. Het grote meer doet ons aan Canada denken. Het water heeft een prachtige kleur. Met andere woorden het is gewoon lekker om via deze route naar onze bestemming te rijden. De zogenaamde scenic routes.
Zoals we aan het begin van onze reis al verteld hebben rijden we in een Mitsubishi Outlander. Fijne auto en groot genoeg om alle koffers en losse spullen in de kofferbak kwijt te kunnen. De ruiten zijn getint, dus men kan ook niet echt van buitenaf zien dat de kofferbak vol ligt. Zo’n dag of vijf na aankomst kregen we ineens een melding in de auto. Olie moest ververst worden en een beurt was nodig en ook de banden moesten gecheckt worden. Ok……. Niet onze verantwoordelijkheid. Maar toch maar even met Alamo gebeld. Je wil niet achteraf toch nog ergens last mee krijgen. Maar het meneertje aan de telefoon vroeg naar de meterstand en zei vervolgens dat we er gewoon mee door konden rijden. Opgelost. Iedere morgen een pingetje in de auto dat ons vertelde dat er maintenance (onderhoud) nodig was, maar verder bleef de auto het meer dan prima doen.
Vanmiddag reden we op ongeveer zo’n 15 km van onze bestemming. We zien steeds meer bergen en ook bergen waar wat sneeuw op ligt. Mooi!!!! We bewonderen de bergen terwijl we de kronkelwegen door de bergen draaien. Ineens komen we om een bocht en het was: wauw! Ineens zagen we Mount Rainier. En hoe! Een heel grote puist die uit het landschap omhoog rijst en voor het grootste gedeelte bedekt met sneeuw. Adembenemend mooi. Een klein stukje verder is er een uitkijkpunt waar we even kunnen stoppen. Er staan meerdere auto’s. Wat is dit een fantastisch uitzicht! We vergapen ons een tijdje, maken foto’s, maken ook foto’s van anderen, die mensen doen weer hetzelfde voor ons, en we zijn het helemaal eens over ons uitzicht: beautiful! Niks aan gelogen.
We stappen weer in de auto om het laatste stukje naar het hotel te rijden. Pling zegt de auto. Naast de gewone meldingen nu ineens een melding over bandenspanning en met name één band. Nou ja, bijna bij het hotel, daar maar even kijken. Achteraf gelukkig komen we in een langzaam rijdend treintje terecht. We sukkelen zo de heuvel af en zijn op bestemming. Daar constateren we dat de bewuste band wel iets minder vol zit. Dus naar het nabijgelegen benzinestation. Effe bijvullen met zo’n luchtspuitding. Maar helaas, out of order. Shit. Maar gelukkig is er nog een station. Die heeft aan de achterkant zo’n apparaat dat we zo kunnen gebruiken. De meter in de auto geeft aan dat de druk flink omhoog kan, dus perslucht erin. En toen……….. hoorden we de band lekker sissen. Zo lek als een mandje. O jee. En aaaccchhh. Maar weer Alamo bellen. Krijgen we weer iemand aan de lijn die bijna niet te verstaan is, rare accenten. Het is dan zo’n kwart voor drie. Conclusie: er komt een sleepwagen voor de auto en er komt een uber (taxi) om ons naar de dichtstbijzijnde Alamocentre te brengen waar we een nieuwe auto kunnen ophalen. Want brengen doen ze niet. Nou ok dan.
Gelukkig zijn we bij het hotel en hebben we hier 2 nachten plek. Maar morgen willen we het NP in, we hebben een timeslot. En we horen maar niets. De ophaalplek ligt zeker anderhalf uur rijden hier vandaan. Dus in de tussentijd bedenken we dat het handig is om vast met de uber onderweg te gaan, ik blijf dan hier en geef de autosleutels aan de auto ophaal meneer. Maar Alamo doet moeilijk, eerst auto inleveren dan de rest. Zeker weten dat auto is ingeleverd. Na tijdje nog geen towtruck. Wij weer bellen. Nu pas gaan ze checken waar de truck is en hoe laat hij er kan zijn. Daarna blijkt weer dat er geen uber kan komen bij ons, we zitten te ver in de rimboe. Stoom begint al aardig uit oren te komen. We krijgen een tijdstip, belachelijk laat. Maar we kunnen in ieder geval iets gaan eten. Na eten weer gebeld, er komt een lift voor ons omdat Uber dus niet kan. Weer wachten. Dan worden we gebeld, de meneer met zijn oplegger is er om de auto op te halen. Die vertelt ons dat het hem al zo verbaasde dat hij niet eerst een auto moest ophalen en bij ons kon omwisselen. Trucje klaar. Maar nee. Hij vertelt ons ook dat de kantoren al lang dicht zijn als we daar komen om een auto te halen. Nou, we weten nu alles van geisers en uitbarstingen en zo, maar wij staan op ontploffen. Weer gebeld, smoesjes smoesjes smoesjes. Je komt er niet uit. Lang verhaal kort, Hans besluit met de chauffeur mee te rijden richting het vliegveld. Dat is de hele nacht open. Anders kunnen we pas morgen een auto krijgen, of liever gezegd, gaan halen. We zijn op zijn zachtst gezegd boos. Ik schrijf dit nu rond 22.15 uur en Hans meldt net dat hij op het vliegveld is en zo een auto krijgt. Maar dan moet hij nog terug rijden. En in de plaats waar Hans vanuit de lift met de towtruckchauffeur een Uber kon pakken, was het helemaal niet mogelijk een Uber te krijgen. De towtrucker is zo lief geweest Hans naar het vliegveld te rijden. Alamo is nog niet klaar met ons.
H: Tow truck driver was een hele vriendelijke man oorspronkelijk uit Iran. Hij moest de auto wegbrengen naar Puyallup, dat ligt een half uur onder Seattle. Hij had een klein hondje bij zich in de auto, en die had in het begin niet zoveel met mij op. Ik had zijn plekje ingepikt, dus hij had gelijk. De rit naar Puyallup duurde anderhalf uur en in de tussentijd lekker zitten kletsen over van alles en nog wat. Onder andere over politiek. Dat kon gelukkig zonder problemen, want hij vond zowel Trump als Biden een idioot. We reden de hele weg langs Mount Rainier, prachtig gezicht. Ondertussen had ik met Alamo afgesproken dat er een Uber zou staan op de locatie in Puyallup, maar helaas er was niemand. Direct weer gebeld, om te informeren. Iedere keer krijg je weer een ander aan de lijn, en die gasten zijn erg slecht te verstaan. Waarschijnlijk zijn dat allemaal Indiërs en die hebben een afschuwelijk accent. Dus na de standaard riedel zijn er weer 5 minuten voorbij en dan blijkt er weer niets gedaan te zijn. Maar nu gaan ze het echt regelen zeggen ze… niet dus. Ik heb een buitenlands nummer en dat werkt blijkbaar niet met Uber samen en ook Alamo kan of wil mij daarop niet terug bellen. Hopeloos, want 20 minuten later is er nog steeds niets gebeurd en het begint al te schemeren. De locatie in Puyallup is niet erg veilig qua buurt, en de tow truck driver, die al de hele tijd is blijven wachten, biedt aan om mij zelf naar het vliegveld te brengen. Ik accepteer dankbaar en een half uur later in het stikke donker staan we bij Alamo op het vliegveld. Hij loopt zelfs nog even met me mee naar het hokje om één en ander uit te leggen. Ik bedank hem heel hartelijk en stop hem zo’n $100 cash toe, als vergoeding voor de benzine en de rest als dank. Ik had anders zelf in Puyallup een taxi moeten zien te regelen en dat was nog veel duurder geweest. Uiteindelijk is de dame op het vliegveld heel behulpzaam maar ze moet natuurlijk nog wel even checken of de auto wel echt is ingeleverd. Uiteindelijk een half uur later krijg ik een Nissan Rogue aangeleverd en kan ik naar huis rijden. Ik heb een usb kabeltje meegenomen zodat ik mijn telefoon kan opladen, want die staat inmiddels nog maar op zo’n 30%. Helaas, deze bak heeft alleen usb-C. Ai, dan maar zien hoever ik het red, als ik Seattle maar uit ben. Apple car play doet het ook niet zonder kabeltje, dus ik zet mijn telefoon voor de display en hoop dat die er niet bij iedere bocht afvliegt, wat die natuurlijk wel een paar keer doet. Ik red het tot ver buiten Seattle als de spaarmodus inkickt en het beeldscherm op zwart gaat. Gelukkig doet het geluid het nog wel en hoef ik nog maar een paar keer af te slaan. Het is inmiddels echt pikke donker en ik rijd langs de andere kant van de vulkaan (Mount Rainier) terug door het bos en deels door het nationale park en er is op een gegeven moment geen kip meer op de weg. Geen kip, maar wel herten, muizen, egels en alles wat ik niet kon herkennen. Ik rijd voorzichtig met groot licht aan de laatste 40 mijl zo door het bos, terwijl ik bij iedere bocht een hert of beer op de weg verwacht. Gelukkig blijft het bij muizen die snel wegschieten en de herten blijven langs de kant van de weg grazen. Daarvan ben ik er zo een stuk of tien tegengekomen en je schrikt je iedere keer weer een rotje. Maar alles gaat goed. Als ik het park uit ben en de highway 12 op rijd naar Packwood is het nog maar een klein stukje en ik herken de weg, want die heb ik vanmorgen, nee sorry, dat is inmiddels gisterenochtend, nog gereden. Hé hé, wat een opluchting. Op de andere weghelft ligt plots een aangereden hert. Dat moet net gebeurd zijn, want die is nog niet echt plat en er ligt een plas bloed bij. Bah! Dat is niet fijn om te zien, en ik ben dubbel blij dat mij dat niet is overkomen. Nog voorzichtiger rijd ik de laatste kilometers naar het hotel, waar ik ruim na half één aankom. Ik doe kort verslag, en plof dan in bed. Wekker staat op 8:00. 😴
Geschreven door Hmf.gaan.opweg