Het verhaal van de overtocht met de Ferry is nog niet af. Want tegen de tijd dat we onder de wol kruipen is het “waaien” aangewakkerd tot een volwaardige storm. De storm heeft ook een naam: Hans! Het kan niet toepasselijker. Maar het schommelstoel gewiebel is opgeschroefd naar flink jutteren van links naar rechts en soms ook van voor naar achter. En zeer onregelmatig. Niet zo dat we er zeeziek van worden, maar echt lekker lig ik in ieder geval niet. We liggen zo in ons bed dat het wiebelen in de richting van voeten naar hoofd gaat en omgekeerd. Fieke had een bed dat een kwart slag gedraaid stond, een stuk prettiger volgens eigen zeggen. Om nu te zeggen dat we lekker vroeg in slaap vielen, nou nee.
Wanneer we de volgende ochtend opstaan varen we al in de Oslo fjord. Mooi. We gaan lekker ontbijten en kunnen weer aan een raampje zitten met uitzicht op de fjord. Na het eten gaan we het dek op. Waarschijnlijk heeft de storm aan kracht ingeboet. Binnen de fjord waait het in ieder geval een stuk minder. Daarnaast is het gestopt met regenen. Dus leuk om een beetje rond te lopen.
Om 10.00 uur legt de boot aan en moeten we ons naar de auto begeven. Al snel rijden we van de boot af en zetten we wiel aan Noorse bodem. We besluiten de iets langere route naar Geilo te nemen. Op deze manier kunnen we langs de staafkerk van Heddal, de grootste van Noorwegen.
We rijden de hele weg in de regen. Geen flinke regen, maar iets meer dan motregen. Maar de wegen zijn goed en het is helemaal niet druk, heel goed te doen. Rond het middaguur komen we bij de kerk aan. Een heel mooie verrassing. Een staafkerk heet zo omdat elke staafkerk verticale hoek palen heeft, die noemt men staven. En heeft iedere kerk een raamwerk van hout met planken als muren, staafmuren. Vandaar staafkerk.
Als je de kerk ziet is het eerste waar je aan denkt: Vikingen. Prachtig om te zien deze helemaal uit hout opgetrokken kerk. Aan de binnenkant veel houtsnijwerk uit de tijd. Inmiddels was het gestopt met regenen, dus het was heerlijk rondlopen daar.
Op weg naar de staafkerk werden we in de auto opgeschrokken door een noodsignaal dat via onze telefoons binnenkwam. Het geluid van het signaal was niet te missen. Er werd melding gemaakt van zeer zware regenval in het zuiden van Noorwegen. En er werd aangeraden niet de weg op te gaan als het niet nodig was. Maar ja, wij waren onderweg, hebben een hotel in Geilo en konden dus geen andere kant op dan die we al gekozen hadden. En hoe we ook zoeken, we kunnen er niet goed achter komen wat “het zuiden van Noorwegen” nu precies betekent. Dat is wel een zeer rekbaar begrip.
Een half uurtje nadat we de staafkerk achter ons hebben gelaten begint het weer te regenen. En nu iets harder. We rijden een prachtige route die over de bergen voert en door de dalen gaat. Dit is geen snelweg, maar de provinciale route. Het is een mooie route die over een soort hoogvlakte gaat. Zo apart. Er is niets, veel meren en op die vlaktes staan ook huizen. Normaal gesproken zouden we meerdere stops gemaakt hebben. De regen en wind zijn spelbreker. We zien overal riviertjes met grote kracht stromen. Er komt overal water van de bergen af, veel kleine en grote watervallen. Soms kan de grond het niet meer aan en loopt het water de weg op. Dat is een van de dingen waarvoor ernstig gewaarschuwd werd, floodings. Overstromingen. De auto moet soms door flinke plassen heen, het water spat alle kanten op en je voelt de snelheid van de auto even verminderen. We zien dat het hier heel erg kan spoken. Dit maakt ook dat we op een gegeven moment denken: en nu is het mooi geweest. Gelukkig zijn we dan niet ver van de bestemming van vandaag verwijderd.
Toch kunnen we het niet laten en stoppen nog een keer onderweg. Er staat namelijk nog een staafkerk vlak langs de weg. De Uvdal staafkerk. Leuk om even te zien. Hij ziet er totaal anders uit dan die in Heddal. Ook het interieur is anders, deze heeft aan de binnenkant veel meer weg van een “gewone” katholieke kerk. We kijken via de openstaande voordeur even naar binnen. Naar binnen kan niet meer, het mannetje dat ons te woord staat, staat met de stofzuiger in de hand. Nee, nee, ik heb net alles schoongemaakt, dus je mag er niet meer in. En braaf als we zijn, doen we dat dus ook niet.
Aangekomen bij het hotel krijgen we twee kamers met een fantastisch uitzicht op de omgeving. Op ons verzoek wordt de tussendeur open gemaakt, zodat we één grote ruimte hebben. We besluiten in het hotel te eten. Tijdens het eten regent het nog steeds behoorlijk.
Nu zittend op onze kamer lijkt het minder. We zullen wel zien hoe het er morgen voor staat. Dan gaat de reis richting Bergen. Daar blijven we een paar dagen.
Geschreven door Hmf.gaan.opweg