Het is 24 december, kerstavond bij jullie, hier zitten we aan een meer om 6 uur in de avond in het zonnetje bij 22 graden. We zijn niet bepaald in kerstsferen en een kerstverhaal zal dit niet gaan worden. Hoewel we een paar dagen geleden geen herberg (camping) konden vinden en dus op een grasveldje in het bos moesten kamperen. Maar eerst ons relaas van de eerste week op de Carretera Austral.
We gaan beginnen aan de Carretera Austral, een route door het zuiden van Chili vanaf Puerto Montt naar Villa O’-Higgins, een afstand van 1240 km, door één van de mooiste landschappen ter wereld. We zullen het met onze compacte campervan moeten doen. Soms is de weg prachtig nieuw geasfalteerd en dan weer rijden we over “ripio”, oftewel gravel. Terwijl wij een snelheid hebben van 20 à 40 km/hr, worden we ingehaald door localen in hun 4WD, met minimaal het dubbele van onze snelheid, ons achterlatend in een wolk van stof. Wij doen dan de ramen en de ventilatie dicht, maar de arme wereldfietsers hier worden niet ontzien terwijl ze al moeite genoeg hebben met de gravelwegen. Af en toe spreken we ze en dan horen we de heftige verhalen. Fietsen doen wij volgend jaar weer gewoon in Europa.
De overnachting in het appartement in Puerto Varas was weer perfect en we spreken af het slapen in de camper geregeld af te wisselen met een huisje. Die luxe is toch af en toe wel prettig, hoewel we kamperen op top locaties. Onze eerste dag begint weer met Giordi, de plaatselijke afgevaardigde van “Campertravel”. We krijgen een nieuwe brander, maar de waterslang die lekt moet nog met een tapeje gerepareerd worden. We ruiken af en toe benzine lucht buiten de auto. Wanneer Hennie eens onder de auto kijkt, blijkt dat de brandstoftank een stootje heeft gehad. Hier in Chili een kleinigheidje blijkt, daar maakt men zich niet druk om. We spreken af dat verder op de route een “Mecanico” er naar gaat kijken. Want het is zondag en in Puerto Varas de dag van de rust.
We nemen direct een alternatieve route via de 225 naar Ensenada en de V-69 naar Cochamo waar we een prachtige camping vinden. Maar eerst nog een stop bij de Chileense Jumbo voor hefeweizen en dat overheerlijke volkorenbrood, waarvan we er een paar inslaan. Over het algemeen zijn we niet heel enthousiast over het zuid-Amerikaanse witbrood. De camping heeft een veld hoog boven de weg met uitzicht op de Estero Reloncavi en in de verte weer zo’n pracht vulkaan, “El Volcan Yates. Op aanraden van de man van de camping maken we een wandeling steil omhoog naar twee uitzichtpunten. Eigenlijk onzin wanneer je al zo’n mooi uitzicht vanaf de camping hebt. Er zijn mooie warme douches en koffie en WIFI in het café/restaurant, wat wil je nog meer? We borrelen en eten met uitzicht op de vulkaan die tijdens de zonsondergang in de mooiste kleuren wordt gezet.
Op deze camping willen we eigenlijk niet weg, maar na alle tijd voor een ontbijt en koffie in het café moeten we toch echt op pad. De volgende stop is Puelo, niet veel verder aan de Estero. Iets verder op de route ligt een wandeling naar een waterval. Daar hebben ze er hier trouwens wel voldoende van. Maar dit is een Cascada Escondido, een verborgen waterval, die m.b.v. de Alltrails App zo te vinden is. Het wemelt hier van de Cascadas- en Lagos Escondido. Het wordt een pittige klim en wanneer we er haast zijn worden we begroet door een aardige mevrouw. Hoewel aardig, ze bezit de waterval en dat gaat ons 2.500 pesos per persoon kosten. De waterval is helemaal de wandeling waard. Wanneer we na een picknick doorrijden over de gravelweg, stuiten we op wegwerkzaamheden, perfect natuurlijk want dat betekent meer mooi asfalt. De weg moet open blijven, terwijl het werk doorgaat. Dat betekent heftige trajecten te trotseren en hobbelend worstelde ons Chevrolet busje zich er doorheen. Puelo is een beetje een suf dorp, maar we vinden er een mooie camping waar we 2 dagen blijven. De eigenaresse heeft veel handige tips . Wat RIo Puelo en veel andere kleine dorpen bijzonder maakt is het aantal winkels. Terwijl in Nederland de winkels al lang uit de kleine dorpen zijn verdwenen, zie je hier dat er in Rio Puelo minimaal 6 minimercado’s zijn, met allemaal ongeveer hetzelfde assortiment.
De volgende dag gaan we naar een privé park net buiten Rio Puelo. Er zijn twee wandelingen die elk 3.000 pesos kosten. We pakken eens uit en doen ze allebei. Op het terras staan stoelen en tafels en we vragen of er ook koffie is. Nou we gaan pas volgende week open en dan is er koffie, sapjes en zelfs ook Kuchen vertelt het meisje. Ja, Hennie vertellen wat hij niet krijgt is wel iets te veel voor hem. Verder doen we een leuke ontdekking, dat je via een bootverbinding over Lago Tagua Tagua kunt doorrijden naar Lago Puelo in Argentinië. Daar hebben we vorige maand nog gewandeld. De verschillen tussen de twee landen zijn opvallend. Hoewel de wegen in Argentinië vroeger beter waren, zijn ze nu door matig onderhoud zeer slecht, terwijl men in Chili hard aan de infrastructuur werkt. Argentinië kent een groot aanbod aan cafeetjes en restaurants en daarop loopt Chili weer achter.
We vervolgen de weg naar Hornopirén waar we de volgende dag de boot nemen. Weer wordt er aan de weg gewerkt en staat het sein geregeld op “pare”, maar dat geeft ons mooi de gelegenheid om ons spelletje scrabble af te maken. Op aanraden nemen we de kustweg en die is echt leuk. We rijden langs kleine dorpjes met haventjes aan de baai. Daar liggen de half afgebouwde boten op het zand. Er moet nog verder aan gewerkt worden om ze zeewaardig te krijgen. We vinden daar ook een prachtig picknickplekje. Het is in elke baai en haven een mooi gezicht, al die kleurrijke bootjes van de vissers. Maar daar hoort toch ook een ander verhaal bij. De Chileense regering heeft grote bedrijven licenties gegeven om immense kweek bedrijven in de baaien en voor de kust aan te leggen. Jaarlijkse omzet van € 4 miljard. Daar wordt massaal voedingsstoffen en antibiotica gebruikt, met als resultaat overmatige algengroei, waardoor de andere vissen het onderspit delven. De traditionele visserij wordt hierdoor natuurlijk sterk geraakt . We komen uiteindelijk weer op de Ruta 7 terecht en rijden door naar Hornopirén. Ons huisje zoeken is nog wel een dingetje en gaat ons uiteindelijk lukken met hulp van iemand in een ijssalon,, maar we komen er.
De volgende ochtend moeten we om 8 uur bij de haven zijn voor de Ferry. We sluiten aan in de rij en merken dat er het eerste uur niets gebeurt. De Ferry ligt een stukje verderop voor anker. De enige koffieplek hier is open en het super aardige meisje voorziet ons van perfecte koffie tijdens het wachten. De weersvoorspelling voor vandaag is slecht, de hele dag regen, op zich niet zo erg wanneer je toch op een boot zit, maar het zou wel leuk geweest zijn om iets te zien van die mooie omgeving. Natuurlijk ook weer een beetje voorspelbaar voor een gebied waar het zeker 270 dagen per jaar regent, en wel meer dan 4 x wat er in Nederland valt. De voorspellingen zijn verder voor de rest van de week perfect, dus wij klagen niet. We vinden een plekje bij het raam op een U-vorminge bank. Al snel komt er een Nederlands echtpaar bij ons zitten en daarna een groep van 8 mannen uit Brabant. Het is een vriendengroep die nu hier rondreizen met een vriend die nu hier in Chili woont. De reis is saai met veel regen en weinig zicht, maar de gesprekken zijn levendig. Na 4 uur gaan we weer aan land en rijden 20 minuten in colonne door voor de volgende Ferry naar Galeta Gonzalo aan het begin van het Parque Pumalin. We rijden niet hard, maar waarom zou iemand ons dan inhalen voor het inschepen van de volgende Ferry. Ah, het zijn Nederlanders en waarschijnlijk net pas in Chili, moet nog een beetje onthaasten. De tweede Ferry is veel kleiner dan de eerste en dat betekent dat we 2 uur moeten wachten. Uiteindelijk zijn we over, nemen overheerlijke en vooral warme pompoen soep in de lodge en rijden door een prachtig park verder. De zon laat zich weer zien en er rest ons nog tijd voor een korte wandeling. Het wordt de Sendero de Los Alerces. Na een tijdje komen we bij de woudreuzen van waarschijnlijk wel 60 meter hoog en een respectabele leeftijd van 500 jaar. Dat ze hier staan is best bijzonder en te danken aan Douglas Tompkins, medeoprichter van Esprit en North Face. Samen met zijn vrouw verwierven ze 825.000 hectare verdeeld over heel Patagonië. Dat is maar goed ook, want sinds de tijd van Pinochet werden bosgebieden ter grootte van Nederland verkocht aan buitenlandse bedrijven voor totale kaalslag. Over gravel rijden we door, het wordt later en het wordt tijd voor een camping. Dan verschijnt het bordje camping Los Arrayanas en even later staan we biven het strand met uitzicht op de baai, met warme douches en WIFI.
In de ochtend worden we wakker met het geluid van de aanrollende golven en vogelgeluiden. Het geluid van water is hier in Chili vaak heel bepalend, in de vorm van een kabbelend beekje, denderende watervallen of het tikken van de regen op ons camperdak. We gaan terug het park in en gaan weer eens op zoek naar een Cascada Escondido, die we na een heftige klim over houten trappetjes bereiken. Het blijft prachtig om hier door de bossen te dolen, hoewel de wandelingen vaak maar kort zijn. In een park van tienduizenden hectares blijkt maar hooguit een paar procent toegankelijk te zijn, de rest is dichtbegroeid bos. Af en toe staan er pijlen naast het pad. We kunnen ons niet voorstellen dat je hier verdwaalt, want naast het pad ligt alleen maar ondoordringbare jungle. In de middag hebben we een afspraak met mecanico Hugo, die ons door Campertravel is aangewezen als monteur. We komen bij een donkere schuur aan met een serie auto’s voor de poort. Daar is inderdaad Hugo bezig auto’s te repareren. De slang van het water is snel gerepareerd. Hij stuurt een maatje onder de auto om de benzinetank te controleren. Er is geen lekkage, dus wordt die goedgekeurd en hij blaast eens door de dop van de tank die het dan ook ineens weer blijkt te doen. Vol vertrouwen gaan we ons weegs. Zou hij ook APK keuringen doen? Iets voorbij Chaiten vinden we een volgende camping aan de rivier, waar we alleen staan met nog twee motorrijders. Maar dan ineens wordt het druk, een kinderfeestje. Later komt de eigenaresse naar ons toe voor de registratie en vertelt dat haar dochter een certificaat heeft gekregen omdat ze de kleuterschool heeft afgemaakt en door kan naar de “Primero”. We feliciteren beide en het meisje begint direct te stralen.
De volgende ochtend worden we wakker van loeiende koeien, die aan de overzijde van de rivier staan. Het is een echt plaatje van oude Hollandse meesters. Vandaag nog een paar mooie wandelingen voordat we doorgaan naar Futaleufu. Het eerste in Parque Pumalin Tompkins over een mooie route langs de rivier en door de bossen. De tweede brengt ons dichtbij de Vestisquero Yelcho gletsjer. Aan het begin van de route stond een bordje “cerrado”, gesloten, maar je bent maar eenmaal in Chili, dus net zoals vele Chilenen lopen we door en dat verzet wordt beloond na 1,5 uur lopen. Aangezien er nog veel onderhoud aan het pad moest gebeuren moeten we af en toe over bomen klimmen of onder omgevallen bomen doorkruipen. Mooie wandeling resulteerde in een prachtige Mirador op de gletsjer. Na nog een uurtje waren we terug bij de auto en moesten we nog best een stuk rijden naar Futaleufu. En daar was nog heel wat gravelweg onderdeel van. Toen het na 9 uur werd, besloten we om maar een plek te zoeken, je hebt tenslotte je bed mee. Hennie zocht op de Overland App en op het moment dat hij iets gevonden had riep Evarien, hier rechts is een mooie plek in het bos, precies de ontdekte Overland plek. We kampeerden 20 meter van de weg af, voldoende om geen stof te hoeven happen van langsscheurende auto’s en ver genoeg dat je niet opvalt. ‘s Morgens worden we gewekt, ditmaal door blatende schapen.
Dan toch nog even een verhaal, geen kerstverhaal maar toch een heel bijzonder verhaal. Onderweg op de Carretera Austral zien we bij het plaatsje El Amarillo ineens rechts van de weg de romp van een vliegtuig liggen met het bordje koffie. Stoppen dus en van de mevrouw die het vliegtuig 2 jaar geleden kocht kregen we de geschiedenis te horen. Het is een oud Amerikaans vliegtuig, DC-3 uit 1944, dat nog meegedaan heeft aan de invasie van Normandië. Later is het met nog 20 andere vliegtuigen verkocht aan Chili. De Chileense overheid heeft het vanaf 1972 gedurende 2 jaar gebruikt om het zuiden van Chili in kaart te brengen voor de aanleg van de Carretera Austral. Op één van de laatste vluchten in 1974 is het hier neergestort, waarbij alle inzittenden het overleefden. Een familie die hier woonde heeft de romp van het vliegtuig m.b.v. ossen over meer dan 4 kilometer versleept naar de plek waar het nu ligt en heeft het omgebouwd tot huis, waar ze 20 jaar hebben gewoond. Twee van de zoons hebben er 5 jaar over gedaan om een pad te hakken naar de rivier met machetes. Daar hebben ze een nieuw huis gebouwd waar ze nu, inmiddels 80-ers, nog wonen. Nu gaat het een museum/koffieshop worden. Bijzonder verhaal uit een bijzondere tijd.
Hier gaan we het bij laten. Voor jullie allemaal een mooie kerst en een goed begin van 2025. Liefs van ons en we zijn al weer begonnen aan het vervolg van deze ook bijzondere reis.
Geschreven door Evarien-en-Hennie.reisverslag