We zijn weer terug in Melbourne bij Denise en Bruce na een onvergetelijke reis over Tasmanië. De was hangt al te drogen, de boodschappen voor het avondeten gedaan en er was tijd voor koffie in het gezellige centrum van Sandringham. Met de trein naar het centrum van Melbourne is wel na Tassie een hele cultuurschok, maar ook een heel aangename. Maar daarover later meer.
Na Mount Wellington was het tijd om door te rijden naar het Noorden, we vonden een plek in het stadje New Norfolk aan de Derwent River, niet ver van ons doel: “Mount Field NP”. Maar eerst het aardige stadje verkennen. Het blijkt marktdag te zijn en in tegenstelling tot andere plaatsjes zijn er een aantal aardige koffieplekken. We kiezen “the Black Swan”, een boekwinkel met koffie, maar wanneer we binnenlopen blijkt het meer andersom te zijn. Mooie boeken over “gardening” zijn er te vinden en zelfs Piet Oudolf heeft het tot hier gebracht. New Norfolk heeft ook een rijke eetcultuur. De “Agrarian Kitchen” is gesloten wanneer we er aankomen, dus wordt het alternatief de KENO met een aantal sterren minder. Een eetgelegenheid waar een groot gedeelte van de lokalen aanwezig is vandaag. De bediening staat met 3 vrouw sterk achter de bar en dat is ook de plek waar we ons eten en drankjes moeten bestellen. Aansluiten in de rij dus. Ons eten is er snel en tijdens het dineren kun je ook nog een gokje wagen kondigen verschillende TV schermen aan in het restaurant.
Mount Field NP is 30 minuten rijden en heeft een groot aantal wandelingen te bieden. We besluiten om de 3 watervallen wandeling te doen. We nemen eerst het pad naar de eerste, samen met een jong bruidspaar dat hier hun heugelijke dag laat vastleggen. Dit regenwoud is prachtig en we vinden er talloze boomvarens en een groen dek van bomen boven ons. Het miezert vandaag een beetje, maar dat is wat het regenwoud een regenwoud maakt en geeft de dag de juiste sfeer. Ook al is het nog lang geen herfst, paddenstoelen komen we geregeld tegen. De “tall tree walk” doet zijn naam eer aan en we zien Eucalyptus bomen van 70 tot 100 meter. De volgende dag willen we naar het Alpine gedeelte, maar het is zwaar bewolkt daarboven en de Ranger raadt het af. Het alternatief worden de Marriott Falls. Onderweg daarheen passeren we een snelstromende beek en Evarien spot in het water een Platyphus (vogelbekdier). Dat is bijzonder want ze laten zich niet veel zien. Deze wel en elke keer spotten we hem op een andere plek in het snelstromende water. Onze dag is weer helemaal goed door deze ontmoeting. Het leuke van Australië is dat je er dieren vindt die alleen hier voorkomen, zoals de Platyphus en de Mierenegels. De Platyphus is een zoogdier dat eieren legt en in het bezit is van een snavel. We beseffen hoe bijzonder het is om op dit stukje van deze planeet rond te kunnen lopen.
Dan gaan we door naar het centrale deel van Tasmanië en de Cradle Mountains, één van de hoogtepunten van Tassie. Er is een “Overland Track”, 8 dagen met een rugzak van 20 kg door de bergen. Die trek doen we niet, maar aan het begin en einde van dit langeafstandspad zijn prachtige wandelingen te maken. Vanuit Bronte Park, waar we een huisje hebben gehuurd voor een paar dagen rijden we naar Lake St. Claire voor de wandelingen. Het is ongeveer 35 km en het is in de ochtend afschuwelijk om te zien dat er veel dieren de afgelopen nacht doodgereden zijn. Wanneer het hier gaat schemeren zie je veel dieren zich ophouden langs de weg en het risico dat ze aangereden worden is groot. Begrijpelijk dat we het liefst niet rijden na 5 uur ‘s middags. We nemen een bootje naar de andere kant van het meer. Voordat we vertrekken wijzen een paar jongens ons op een slang die tussen de rotsen ligt te zonnen. “It’s á Tiger Snake”. En met gevoel voor drama voegt hij eraan toe: “It will kill you”. Oké we blijven maar even uit de buurt. We maken een mooie wandeling langs het meer en genieten van de vele struiken met bloemen. De vogels hoor je constant, maar ze spotten is een probleem. Ze verstoppen zich tussen al dat groen.
We bezoeken ook “The Wall”, een project van Greg Duncan, een kunstenaar die in 2005 begon aan het maken van een beeldengroep in Huon Pine van 100 meter. Het toont beelden uit het leven op Tasmanië en de natuur. Indrukwekkend om te zien hoe de figuren soms ruw uitgehakt en ook glad gepolijst zijn. Elk detail is uitgewerkt en zelfs de plooien van een shirt of broek zijn natuurlijk weergegeven.
Verder naar Strahan aan de westkust, dwars door het National park. Een prachtige rit met onderweg een paar stops met wandelingen. We stoppen in Queenstown een stad op zijn retour, de helft van de winkels staan te huur of te koop. De heuvels rondom worden beheerst door mijnbouw. We zijn blij dat we voor Strahan gekozen hebben, gelegen aan een mooie baai en gezegend met koffieshops en eettentjes. We maken een grade 1 wandeling naar weer een nieuwe waterval. Niet zo bijzonder denken we nog in het begin, maar alles veranderd wanneer we in het water onder de waterval opnieuw een Platyphus ontdekken. ‘s Avonds gaan we naar een theatervoorstelling in de openlucht “The Ship that never was”. Het is gebaseerd op een waar verhaal van 10 gevangenen die een schip dat ze zelf gebouwd hadden stalen om te ontsnappen. Aangezien er maar 2 spelers zijn moeten de andere 8 gespeeld worden door het publiek, wat natuurlijk hilarische situaties oplevert.
We hebben geluk en vinden een huisje in het Cradle Mountain NP en maken daar een aantal prachtige wandelingen. Op een hoogte van 900 tot 1100 meter hoogte liggen een aantal meertjes. De wandeling voert ons langs Crater Lake, Wombat Lake en Dove Lake en elke keer worden we verrast met nieuwe uitzichten. Alles staat nu in bloei en hele vlakken kleuren geel of oranje. Altijd zijn de Cradle Mountain hoog boven ons aanwezig en bepalen het uitzicht. We maken nog een rondje om Dove Lake van Ca. 6 kilometer over alleen maar boardwalk. De dag kan niet meer stuk en compleet gelukkig nemen we de shuttle bus terug naar de Lodge, waar het tijd is voor een biertje en een maal.
Het einde van de tijd op Tassie komt dichtbij en we rijden door naar Mole Creek, een nieuw overwegend agrarisch gebied. We vinden hier een topplek met een prachtig uitzicht en we bezoeken een paar grotten in het karstgebergte. Weer eens heel wat anders dan al die wandelingen bovengronds. We bezoeken nog het stadje Sheffield dat bekend is voor zijn “murals”, oftewel muurschilderingen. In Sheffield ontmoeten we op het terras van de koffieshop Ludo, die net zijn Alpaca uitlaat. Hij heeft tot zijn 19de in Nederland gewoond en heeft avondschool gevolgd in Baarn. Genoeg onderwerpen om een gesprek gaande te houden, hoewel we niet het idee hadden dat laat voor Ludo een probleem was.
Nog twee dagen voor de noordkust en de boot terug naar Melbourne. We hebben nog tijd voordat de Ferry vertrekt en gaan naar het Narawntapu NP om te vogelen in de hut aan de lagoon. Dan begint dat vervelende lampje van de bandenspanning weer te branden. Hennie schopt weer eens tegen de band en concludeert dat het wel goed zal gaan. De benzinemeter geeft ook aan dat we snel moeten tanken, maar na de wandeling zien we wel weer. We spotten mooie vogels en zijn op de terugweg naar het Visitor Center wanneer we over een houten brug verder moeten. Evarien loopt voorop en er schiet iets weg onder haar voeten, het is een klein slangetje dat zich tussen de planken probeert te verstoppen. Wat nu gedaan, Evarien aan de ene kant en Hennie aan de andere en de Tiger Snake ertussenin. Het slangetje is wat nerveus en probeer weg te kruipen. Het is gelukkig een kleintje want de volwassen Tiger Snake kan 1,5 meter en armdik worden. Het is wel even een adrenaline-momentje en Hennie trekt een sprintje, zodat we toch nog op tijd de Ferry kunnen halen.
We hebben wel de BIG 5 van Tassie gezien.
1. De Tasmaanse Duivel.
2. De Platyphus.
3. De Mierenegel.
4. De Wombat.
5. De Walibie.
6. De Tijgerslang.
We zijn benieuwd naar Victoria waar we een maand gaan rondtrekken. We houden jullie natuurlijk op de hoogte.
Geschreven door Evarien-en-Hennie.reisverslag