Het is niet de eerste keer dat we in Andalusië zijn en waarschijnlijk ook niet te laatste. Dit deel van Spanje trekt ons elke keer weer vanwege de mooie steden met Moorse wijken en gebouwen, de witte dorpjes, de overweldigende natuur voor een wandeling of fietstocht en het aangename klimaat in het voorjaar. Niet te vergeten het lekkere eten inclusief de “postres” en de “café solo”. Dus fietsen we nu een tijdje door de provincie en over veel ons al bekende, maar prachtige wegen. Geregeld ontdekken we ook nieuwe weggetjes door deze bergwereld. Een route die we vroeger niet namen vanwege de steile weg, is nu met hulp geen probleem meer. Maart is een mooie tijd om hier te zijn, het is rustig en wanneer je geluk hebt en dat schijnen we te hebben, dan is het weer aangenaam. We laten het in de ochtend eerst even opwarmen voordat we op pad gaan, maar dan warmt het al snel op tot rond de 20ºC. Een frisse wind uit de bergen zorgt voor wat verkoeling.
Op 9 maart verlaten we Cómpeta en klimmen meteen pittig langs dorpjes die tegen de berg geplakt lijken. Bij een supermarktje scoren we brood en met onze kaas geeft dat een perfecte lunch, afgemaakt met koffie op een terras. Na een mooie afdaling komen we aan In Viñuela, waar we onderdak vinden op een prachtige plek, een heel huis met terras en keuken. Om de hoek is een Engelse supermarkt, waar we “shepherd pie” en salade kopen, dat gaat een echte Spaanse maaltijd worden. Onze fietsen staan de nacht in het atelier van de eigenaresse, kunstenares in glas-in-lood. Dan gaan we door naar Comares en nemen eerst koffie in het dorp. Daar treffen we Fransen die moeite hebben om koffie te bestellen en zelfs links van rechts niet kunnen onderscheiden in het Spaans. Ze verblijven een maand in Torre Del Mar aan de kust en zullen met hun richtingsgevoel vast veel van het binnenland gaan zien. Na een saai stukje begint een lange klim naar het hooggelegen stadje Comares, waar we slapen bij Linda en Luis. Luis schudden we maar even de hand en dat is jammer, want hij blijkt in Zuid-Spanje beroemd te zijn vanwege zijn zang en gitaarspel. Maar daarvoor in de plaats krijgen we een spraakzame Linda en de Engelse bull terriër Dola, een grappig en heel zachtaardig dier. Dola heeft af en toe een dolle bui en maakt dan een achterwaartse salto. Dat is op zich geen punt, maar dan moet je wel opletten dat je niet met je mooie snuit op een rots terechtkomt natuurlijk. We gaan ook even bij het nieuwe huis van vrienden langs, mooi gelegen op de berghelling. We rijden door naar Colmenar over een hooggelegen weg met uitzicht over de Middellandse Zee ver beneden ons. We verbazen ons erover dat de wegen hier zo rustig zijn, vaak rijden we tijden alleen. Het begint ook voorjaar te worden en de brem en de amandelbomen staan al in bloei.
Dan wordt het weekend en dan gaan de Spanjaarden op pad. We rijden door naar Antequera, een prachtige dag met vele vergezichten. Maar ook veel fietsers, motoren en mannen in snelle auto’s, die ook wel eens over die smalle bergweggetjes willen rijden. Misschien een optie om ze allemaal electrisch te maken, scheelt een hoop stank en herrie. Maar ja, dan zal de charme er wel van af zijn, dat geronk schijnt er bij te horen. We wachten geduldig tot maandag, dan is de weg weer helemaal voor ons. Onderweg is het in Vilanueva de la Concepción tijd voor een lunch. Wij laden op en in het café is er altijd wel een stopcontact om onze accu’s op te laden. Uurtje pauze en dan weer verder de berg op naar Antequera. In het hotel gaan de fietsen in het kantoor, wij onder de douche en is het tijd voor een biertje op het terras. Wanneer we de stad verlaten komen we moeilijk voorbij een terrasje bij de kapel, koffietijd. Het is nog vroeg, maar altijd tijd voor een borrel blijkt. Twee mannen bewonderen onze fietsen en een gesprek volgt. Ze zijn onder de indruk, zulke fietsen met riem en versnellingsnaaf hebben ze nog nooit gezien. We nemen de hoge route naar Ardales en zijn blij verrast dat met hulp van “Europa” de weg een opknapbeurt heeft gehad. We zoeven over glad asfalt naar El Chorro. In Ardales kennen we een camping met huisjes en een goed restaurant, dus dat gaat helemaal goed komen. Evarien vraagt aan de ober of de fooi oké is, waarop hij gevat antwoordt dat € 3000,- hem beter uitkomt, want dan kan hij nu tenminste naar huis.
Na een koffiestop in Ardales is het tijd om via El Burgo naar Ronda te rijden, via de pas van de winden op 1190 meter hoogte. Die hebben we vorig jaar met een huurauto in 1,5 uur gedaan. Nu is het pas echt leuk en genieten we van de uitzichten en de kilometerslange afdaling naar Ronda. En je hebt ook nog tijd voor een stop. Hennie vindt in Ronda een plekje iets buiten de stad, maar dan moet je wel bedenken dat Ronda hoog ligt en de rest in een dal ver eronder. Google maps is altijd bereid ons de weg te wijzen, maar stuurt ons ditmaal over hobbelige rotsige wandelpaden, niet echt een succes. Moe komen we laat aan met het laatste zonlicht op de stad ver boven ons.
Geschreven door Evarien-en-Hennie.reisverslag