Terwijl jullie druk in de surprises en de gedichten zitten, gaan wij door met onze reis door Tasmanië. Ja dit wordt weer een verhaal volop wandelavonturen. Maar we larderen het ook nog met een spannend lekke banden verhaal, waar zelfs de man van de garage versteld van stond. Maar op de wegen van Tasmanië is veel mogelijk volgens hem. We zijn nu op weg naar het noorden en hebben nog zo’n 10 dagen op Tasmanië. We vragen ons wel af of dit nu een “roadtrip” is of een wandelvakantie. We hebben 2000 km gereden en 200 km gewandeld, 10 op 1 score dus. Wat die roadtrip betreft hebben we via spotify al wel van Morrison en 2 Cello’s genoten, die het allebei goed blijken te doen. Voor de rustige stukken door al die groene naruur hier zijn het de Cello Suites van Bach geworden.
We rijden vanuit Hobart naar het zuiden en Evarien merkt op dat er een lampje gaat branden op het dashbord. Wat is het, het lijkt wel iets van de remmen. De dikke manual brengt uitkomst, er is iets met de bandenspanning. Hennie stapt uit en schopt wat tegen de banden en concludeert dat het wel meevalt. Maar in Huonville checken we toch even de bandendruk. De rechterachterband is iets lager en dat wordt aangepast en we gaan verder, terwijl dat lampje ons blijft pesten. Och die moderne techniek altijd, we negeren het maar even.
Onder Hobart ligt een gebied van schiereilanden met glooiende heuvels, waar veel boomgaarden te vinden zijn met o.a. appels. Naar het westen ligt het South-West NP, een ondoordringbaar gebied van bergen en bossen. Maar aan de randen is nog veel te beleven. We gaan naar de Tahune Experience voor de “treetopwalk”. Bij de rivier is een hoge ijzeren stellage gebouwd, waarover je tussen de toppen van het eucalyptus bos loopt op tientallen meters hoogte. De Eucalyptus trees hebben zich gewapend tegen brand door een dikke bast, waardoor ze een stootje kunnen hebben. Aan het einde van de ijzeren brug hebben we uitzicht op de rivier en de bergen in de verte. Een wandeling via hangbruggen maakt het vanmiddag helemaal af.
We gaan naar het zuidelijkste puntje van Tasmanië, de South East Cape. Het is een dag van uitersten. In het begin rijden we over asfalt langs lieflijke dorpjes, groene weilanden en boomgaarden naar het zuiden. Dan volgt er een gravelweg van wel 40 kilometer door de bossen en uiteindelijk een wandeling door een woest landschap dat eindigt bij de grillige cape. Maar voordat we bij het begin van de wandeling zijn horen we een verdacht geluid. Ah, dat lampje had toch iets te betekenen, de band die al wat lager in druk was staat er slapjes bij. Dat is wel de meest afgelegen plek voor een lekke band. We zoeken de reserveband op, maar voordat Hennie kan beginnen met wisselen stoppen er al mensen om te helpen. Het heeft vast geholpen dat Evarien duidelijk zichtbaar de manual stond te lezen. Zo werkt het hier, wanneer je ver weg van alles bent; mensen helpen elkaar. Een man met een dikke 4WD met een boot op de aanhanger en getooid met een serie tatoes gaat voortvarend aan de slag en even later zit het kleine “thuisslopertje” er weer op en kunnen we verder. Maar eerst de wandeling. Het wordt een pittige, maar mooie wandeling. Eerst door het bos en over beekjes en dan ontsluit zich een brede vlakte tussen de heuvels. Veel struiken staan in bloei in deze tijd van het jaar. We lopen kilometers over een planken pad en nadat we de duinen gepasseerd zijn, zijn we bij de Cape, waar de golven op het strand beuken. Op de terugweg spotten we Walibies en een mierenegel, die zijn hoofd in de struiken wurmt en doet alsof hij er niet is. De terugweg op dat lichte bandje gaat aardig, hoewel we 2x slippen. Bij een garage vangen we bot, de man die banden plakt is pas morgen terug, Men verwijst ons naar Huonville, een klusje voor morgen.
Het ontbijt vandaag dreigt heel karig te worden, want een groep motorrijders was ons voor bij het buffet. We gaan op zoek in het hotel, in de keuken, in de bar, maar er is niemand te vinden. Uiteindelijk vinden we een mevrouw die aan het stofzuigen is, aan wie we kunnen vragen of er nog wat te regelen is. Dat lukt en voldaan vertrekken we naar Huonville voor de reparatie van onze band. Goodyear was “fully booked”, maar bij Bridgestone staan ze voor ons klaar. Ga maar even koffie drinken en kom over 30 minuten terug. De band is geplakt en we kunnen weer op pad. Maar wat was nu het probleem. De man haalt een bout van 15 cm en een dikke cm diameter tevoorschijn, die was de boosdoener en voor € 24,- kunnen we verder. Wel eerst boodschappen doen, want de mensen op Bruny Island, waar we nu heengaan, hadden ons al gewaarschuwd om genoeg eten mee te nemen.
20 minuten met de Ferry en we zijn er. Het is nog 30 minuten rijden naar ons huisje en onderweg stoppen we nog even bij een uitzicht over de “Neck”, die het noorden en zuiden van Bruny Island verbindt. Evarien neemt nog les om te poseren bij een Japans stel, wat haar best goed afgaat. Hannu, de man die de huisjes verhuurt is Fins en zijn ouders hebben samen met 4 Finse families in 1970 dit land gekocht. De situatie in Europa, de koude oorlog, gaf daar aanleiding voor. Geeft de verkiezingsuitslag in Nederland daar nu ook aanleiding voor, of zal dat nog meevallen. We hebben al een mooi perceel gezien hier dat “for sale” stond. Het huisje is in ieder geval perfect en ‘s avonds lopen de Walibi’s rond op het grasveld. Dat bleek weer handig te zijn vertelde Hannu, je hebt dan geen grasmaaier meer nodig, de Walibi’s doen al het werk. Alleen moest hij ze nog leren om alle plantjes op te eten, ze blijken nogal kieskeurig te zijn. We gaan nog even naar een vogelreservaat en Cloudy Bay, waar we naast de onze bekende scholekster ook de zwarte scholekster ontmoeten. Je kent de vogels, maar ze zijn toch even anders dan de Europese versie.
De volgende dag naar Fluted Cape, weer een wandeling uit het boekje. Het boekje is het boekje met “60 Great Short Walks” van de Park service van Tasmanië. Deze wandeling volgt een heek stuk de baai en het strand van Adventure Bay, daarna volgt een fikse klim naar de Fluted Cape. De klim wordt beloond met mooie uitzichten. Dan mooi door de bossen terug naar het dorp. We rijden terug en denken nog ergens koffie te scoren, maar dat valt tegen. Er zijn verscheidene plekken waar honing of chocolade verkocht wordt, waar ook alle toeristenbussen stoppen, maar koffie ho maar. We komen terecht bij Bruny Hotel, waar we eindigen in de bar. Een meisje ligt te slapen met het hoofd op tafel, blijkt later personeel te zijn. Na 15 minuten kan Hennie genieten van zijn Cappuccino, die best goed smaakt. Wanneer je hier trouwens later op de middag nog wat wil nuttigen kun je voor een dichte deur komen te staan. Veel koffietentjes zijn open van 10 tot 4 uur. Mooie werktijden, dan heb je ook nog iets aan de avond.
Dan rest ons op Bruny Island nog de Queen Elisabeth trek, waar we een mooie Arches te zien zullen krijgen. Tenminste dat had Hannu beloofd. Het eerste stuk gaat langs een lagune en dan komen we bij een bord, we kunnen kiezen; “the low tide route” of bovenover. We nemen de low tide route over het strand, want het zou nog laag water moeten zijn nu. Het is een prachtig verlaten strand en we slaan linksaf naar een rotspartij. Oh, dat had Hannu niet verteld, er moet geklauterd worden en de route is niet helemaal duidelijk. Uiteindelijk vinden we de route over het strand wanneer de golven zich net teruggetrokken hebben en tussen de rotsen door. Spannend maar het lukt, totdat we echt niet meer weten hoe verder, dan toch maar terug en bovenover. Dan mist Hennie Evarien en blijkt ze met haar schoen vast te zitten tussen de rotsen. Oeps, dat is wel even een dilemma, hoe hoog gaat dat water komen tijdens de vloed. Veters los en een beetje wrikken helpt en we kunnen verder. De rest van de wandeling is prachtig, maar de “Arche” blijkt toch op de low tide route te liggen, dus die hebben we gemist.
Dan verlaten we Bruny Island weer op een stralende dag en dat is wel belangrijk, want we willen naar Mount Wellington, de huisberg van Hobart, Ca 1200 meter hoog. We vinden een huisje vlakbij en rijden al vroeg de weg de berg op. Halverwege een koffiestop en iets verder parkeren voor de “organ pipes” wandeling, die onder langs 120 meter hoge basalten pilaren loopt. Het uitzicht op de stad en de schiereilanden daarachter, o.á. Tasman Peninsula, zijn prachtig op deze onbewolkte dag. Dat is genieten. Boven ons horen we stemmen, er hangen allemaal mannen aan de rotsen, zouden ze niet weten dat er ook een pad naar boven is? We rijden nog helemaal naar de top en komen daar op een soort hoogvlakte terecht met een heel andere begroeiing.
Nou dat was het wel, we zijn al een stukje verder op onze reis, inmiddels in d Cradle Mountains, maar daarover later meer.
Liefs van ons en een mooie zondag.
Geschreven door Evarien-en-Hennie.reisverslag