Onze tocht van 3 weken fietsen door Andalusië zit er op en wat hebben we en hopelijk jullie ook, ervan genoten. We hebben in 17 dagen 850 km afgelegd en dat ging met heel wat hoogtemeters gepaard. Nu zijn we terug in Cómpeta en hebben twee dagen het tuinhuis via Vrienden op de Fiets, mooi gelegen boven het stadje. Koffie op het plein, menuutje voor de lunch en nu bij ondergaande zon en uitzicht op de Middellandse Zee in de diepte nog een spelletje “Set”. De auto ontdaan van al het stof en morgen kunnen we verder naar het Doñana Park om een paar dagen te vogelen.
Vanuit Grazalema waren er twee opties om naar Zahara te rijden, gesteund door onze Bosch motor nemen we de weg over de hoogste pas. We rijden samen op met een reisgezelschap van Engelsen, TREK. Wanneer we ze op de steenbokken op de rotsen attenderen hebben ze alleen maar oog voor de weg en boven aangekomen is het uitrusten en weer dezelfde weg retour. Daar komt ook een busje wielrenners afleveren, die direct vanaf de pas naar beneden rijden. Ieder blijkt zijn eigen kijk op het fietsen te hebben. Wanneer we doorrijden richting Zahara zien we onder ons vele wegen. Dat blijkt uiteindelijk een weg te zijn die zich zigzaggend een weg zoekt langs de berghelling. We naderen Zahara, dat prachtig gelegen is tegen de berghelling, van boven en vinden al gauw een Hostal voor de nacht. Douchen, biertje op het terras en wat wandelen houdt ons de rest van de dag bezig. Het lijkt wel vakantie.
Dan gaan we verder naar de “Via Verde de la Sierra”, een prachtige fietsroute op een ontmantelde oude spoorlijn door de bergen van Andalusië. Eerst afdalen door het stadje Zahara en langs het stuwmeer dat wel heel weinig water bevat. Naast de beperkte neerslag is het hier ook een probleem dat veel boeren fruit verbouwen dat heel veel water nodig heeft, zoals Avocado oftewel Aquacate in het Spaans. Bij het estación de Coripe had de beheerder Eugenie Hennie al herkent van de foto op het bericht van WhatsApp. Het wordt de derde keer dat we hier slapen en hij ontvangt ons hartelijk. Het is een mooie plek in het dal aan de Via Verde en we zijn hier vannacht weer allleen en krijgen een warm broodje met een dikke plak ham en geitenkaas om de nacht door te komen. Daar alleen hebben we al meer dan genoeg aan. Eugenie is er duidelijk op vooruit gegaan. De vorige keer ging hij aan het einde van de dag op een brommertje de heuvel op naar Coripe, nu heeft hij een bestelauto met een mooi logo op de zijkant en een Facebookpagina, waar we nu ook op staan.
De route gaat verder over de via Verde naar het eindpunt Olvera. Het is maar 21 km en niet steil maar op de één of ander manier schieten we niet op. We ontmoeten twee Nederlanders op de fiets, Susan uit de VS en dan weer die 4 Fransen waar we niet meer vanaf komen lijkt het. Hoog boven ons rond de rotsen zweven weer de vale gieren. In Olvera nemen we de weg naar Setenil en passeren op een colletje een klein klooster. Tijd voor de koude soep van Andalusië, salmorejo op het terras er tegenover. We zien een mevrouw in een auto de steile heuvel opkomen rijden. Ter hoogte van het klooster slaat ze een kruis en met nog één hand aan het stuur stuurt ze de volgende bocht in. Dat is het ware geloof, waardoor je ook met één hand aan het stuur veilig thuis komt. Hopelijk geldt dat ook voor fietsers die ze onderweg tegenkomt. Gelukkig is ze niet mobiel aan het bellen, war hier heel gewoon blijkt te zijn. Wanneer we voor elke mobiele beller in de auto € 10,- krijgen is onze vakantie betaald.
In Setenil, het plaatsje dat gedeeltelijk in en op een kloof is gebouwd, vinden we een kamer met terras en uitzicht op de stad. Wanneer we er in de avond gaan eten is het zalig rustig op de terrasjes. We ontdekken ook nog een processie van een broederschap die zich voorbereiden op de “Semana Santa”. Na een perfect ontbijt komt een taxichauffeur na ons toe met de vraag of hij onze bagage kan meenemen. We zijn toch van “Cycling Andalusië? Zullen we het doen, dan wordt het een makkelijke dag. Maar waar brengt hij onze spullen dan naar toe? We gaan bepakt verder en rijden nog even door het mooie stadje onder de rots en pakken koffie op een terrasje. De situatie is nu totaal anders dan gisteravond. Soms zit je er heel rustig, dan wordt er een bus Fransen met allemaal dezelfde oranje halsketting door het straatje geloosd, of bestelbusjes racen langs je terras. Er is altijd wat te beleven in Setenil. We rijden al snel op rustige weggetjes verder, passeren het station van Setenil hoog op de heuvel en stoppen nog even in Cuevas. Het plaatsje binnenrijden was simpel, maar terugkomen op de route was nog wel een dingetje. We volgen de borden “salida” en komen er toch nog uit. Een mooie afdaling brengt ons bij de Embalsa van Ardales, waar we weer een huisje op de camping scoren.
Dan is het ineens zomertijd geworden. Onze wekker staat op 8 uur, maar het is nog maar net licht geworden en heel fris. Dan nog een half uurtje dommelen en ontbijt op het terras. Uitchecken is niet zo makkelijk. Wanneer we bij de receptie aankomen is er niemand en staat er een bord met de tekst, ik ben zo weer terug in 4 talen. Voor de Spanjaarden, de Fransen en de Duitsers wordt 15 minuten aangegeven, terwijl de Britten 30 minuten moeten wachten. Brexit? We komen met 20 minuten weg. Het is zondag, er wordt veel gefietst en Evarien haakt aan bij een groepje op mountain bikes. Het wordt een dag met totaal 1505 hoogtemeters en onderweg lunchen we in een tuin van een restaurant. Wij laden op, maar de accu’s hangen we ook aan het stopcontact, anders kan het wel eens duwen worden.
Terug naar Viñuela en Cómpeta via een andere route dan op de heenreis. We gaan nu hoog door de bergen. Prachtig is het hier boven en we zien dat de natuur er al heel anders bijstaat na drie weken. Veel bloemen in de bloei en de bomen laten hun frisgroene blaadjes zien. Het is warm en Evarien’s mobiel houdt het voor gezien. Dan maar in de koeltas om weer op temperatuur te komen. In de dorpjes hoog in de bergen is er op maandag niets open, maar gelukkig hebben we onze eigen brander bij ons en is het alsnog koffietijd. In Viñuela lunchen we heerlijk Indiaas, dankzij de Britten die hier massaal een huis gekocht hebben. De laatste dag terug naar Cómpeta moeten we 1261 meter klimmen via een weg die slingert langs de heuvels en elke keer een nieuw dorpje aandoet. Dat moet kunnen zonder opladen. Beetje overmoedig en puffend duwt Hennie zijn fiets de laatste heuvel op naar het tuinhuis van de familie Schepel.
Nu gaan met de auto verder richting Sevilla, waar we Alejandro de fietsenmaker die vorig jaar zijn uiterste best heeft gedaan om Evarien’s fiets te maken nog willen ontmoeten in zijn nieuwe zaak. Daarna door naar het Parque Doñana, waar het goed vogels spotten moet zijn. We houden jullie op de hoogte.
Geschreven door Evarien-en-Hennie.reisverslag