In alle vroegte vertrok ik vanmorgen uit Le Veurdre, niet omdat het zo'n lange etappe was (viel mee, 24 km), maar ik was vroeg wakker en dan ben je dus met alles vroeg. Toen ik wegging begon het te regenen. Een mild buitje, waarna het droog werd. De weer prachtige etappe had nog wat verrassingen, zie de foto's. Eerst werd de weg overstroomd door een heuse snelstromende rivier (opgelost door niet te durven, dus teruglopen, boertje ziet het en wijst een geitenpaadje aan, ik volg het geitenpad en kom bij iets dat brug zou mogen heten, hup de rivier over en terug naar de route) en later was het pad versperd door een grote dikke boom en daar ben ik overheen geklauterd. Nu ben ik in Valigny. Goed uitrusten, morgen staat een lange wandeling te wachten!
Er zijn best wel typisch Franse dingetjes die opvallen. Om met iets fijns te beginnen: ze zijn vrijwel allemaal positief over en hulpvaardig voor pelgrims. Ze willen je pad verlichten en dat stimuleert flink, moet ik zeggen.
Minder fijn is de relatie van de Fransman met z'n auto. Die is innig en liefdevol. Om het stokbroodje bij de bakker te halen wandelt de Fransman niet even, nee, met de auto, die hij ook met draaiende motor parkeert als hij de winkel binnengaat. Dat de toekomst van onze planeet op het spel staat, dat besef zie ik hier nergens. Gisteren zag ik over de hele dag 3 fietsers (2 daarvan racefietsers), vandaag 2. Dit terwijl het terrein best glooiend maar nergens supersteil is.
Ook bleek ik vandaag weer langs een motorcircuit te komen. Om 10 uur begon iemand daar rondjes te racen en pas tegen half 2, toen het circuit al ver achter me lag, hoorde ik dat hoge toerengehuil niet meer.
Fransen generen zich niet voor het feit dat ze roken. En volgens mij roken er meer Fransen dan Nederlanders. Als ik onderweg n hotelletje neem, hoor en ruik je 's morgens vroeg vaak dat de roker voor het ontbijt buiten even gauw de eerste peuk wegpaft en je hoort hoe hij zijn luchtwegen schoon tracht te hoesten, laat ik daar maar verder niets over zeggen. Nog 1 opvallende constatering: in alle pelgrimsonderkomens heb ik nog niemand zien roken.
Wie je wel in nagenoeg elk pelgrimsonderkomen ziet, is de grapjurk. Een beetje een allenig type, dat, als je hem begroet, niet terug groet, maar z'n neus snuivend naar zijn beide oksels brengt en dan met dichtgeknepen neus op je lach gaat zitten wachten. Die, als je vraagt of er iets te eten is, het menu pakt: bon appetit, monsieur! En zo kan ik de lijst van flauwiteiten nog veel langer maken, maar leuker wordt de blog daar niet van. En de grapjurk is nog maar één van de fenomenen die ik tegenkom. Over de andere later meer.
Geschreven door Pelgrimpiet