En of de overnachting beter is! Een schitterend dorpje met een albergue in landelijke stijl met patio, heel gezellig, een eigen kamer met badkamer en wifi (€35). In Leon leidde de route nog langs San Marco een vroeger pelgrimshospitaal ( nu een luxe parador) met een beeld van een pelgrim die uitrust. De rit hiernaar toe was afwisselend, maïsvelden, uitgebloede zonnebloemen met lege dorpjes (zondag) maar er waren toch boeren aan het werk op het land.
In Artimio de Abajo zag ik allemaal heuveltjes met schoorsteentjes en een ingangspoortje. Zou hier iemand wonen? Ik was net foto’s aan het maken toen een andere fietser ook stopte. We babbelden even over onze fietstocht en Adri (uit Rijsbergen) vertelde dat hij met de racefiets en weinig bagage zo’n 150km per dag fietst en dat zijn vriendin het te voet doet met een vriendin. Op dat moment komt er een man aan op een scooter en ik ging toch even vragen wat die heuveltjes nu waren. Jose Maria vertelde dat het bodega’s waren met een tunneltje naar beneden waar wijn werd bewaard. De pietro picudo druif komt uit deze streek. Wij kwam bij zijn zoon warme churros brengen en bood ons er ook een aan. Zo, de stress van vanochtend was helemaal weg. In het volgende dorp had ik mezelf koffie beloofd want het schoot goed op en dan kon ik een overnachting gaan zoeken. In de bar van een albergue, volgens mij gerund door 2 oudere broers, dronk ik een cafe con leche. Ik hoorde een van hen meerdere keren vragen aan de telefoon : qué nombre? Maar blijkbaar begreep die persoon dat niet. Kan ik helpen? Allez, nog even telefoniste gespeeld. Je boekt hier dus gewoon op je voornaam. Ik was zelf aan het sukkelen om een plek te vinden en heb Lucas dan maar even gevraagd om mee te googlen. Zo vond ik deze albergue ‘El caminante’ (wandelaar) alhoewel ik eigenlijk op de fiets ben. In Hospital de Orbigo fiets je over een historische van oorsprong Romeinse bruge met 18 bogen. Tijdens het vervolg van de fietstocht zag ik ineens palen in rijtjes staan met een soort draden erboven. Toch even stoppen en kijken want er stonden er ook met planten aan die omhoog werden geleid. De vrucht kwam me bekend voor maar toen ik een boer met zijn tractor zag staan ben ik toch eens gaan vragen: lupullus oftewel hop. De hop uit deze streek wordt blijkbaar in heel Spanje gebruikt om bier te brouwen. Astorga is een hele mooie stad met een mooie plaza mayor, kathedraal en het voormalig bisschoppelijk paleis. Het was lunchtijd voor de Spanjaarden en de vele terrasjes zaten vol. In een zijstraatje vond ik een restaurant waar alleen Spanjaarden zaten en daar moet je zijn. Het dagmenu kostte €13 inclusief glas wijn en water, het was geen culinair hoogstandje maar ik heb lekker gegeten en je weet nooit wat er ‘s avonds mogelijk is. Normaal drink ik geen wijn als ik nog moet fietsen maar het waren nog maar 10km. Haha daar zaten nog wel wat heuveltjes tussen. Maar ik was mooi op tijd en na een lekkere douche en de was heb ik een beetje slaap ingehaald. In de schuur waar mijn fiets staat staan allemaal planken met kleine steentjes erin en oma vertelde mij dat dit een ‘trillo’ oftewel dorsplank (-slee) is waarmee vroeger het graan van het stro werd gescheiden. Slim gemaakt. Morgen gaan we weer de bergen in en
Moet er tot 1500 m geklommen worden. Mijn benen zijn wel moe na een dag fietsen maar de billen zijn helemaal ok.
Geschreven door Waar.is.Frieda