De afgelopen nacht was niet geweldig, voor het eerst weer in een slaapzak en op een matje slapen is weer wennen. Bovendien waren de Franse buren nog tot 02u buiten aan het babbelen en lachen. Om 06:15 kwam de poetsvrouw met een golfkarretje het toilet naast mij poetsen.Vanochtend heeft het ook nog geregend hetgeen betekent dat de tent toch een beetje moet opdrogen voordat hij weer in de fietstas kon. Dus het was even zoeken en organiseren om alles weer compact op de fiets te krijgen. Maar niet onbelangrijk: de zon scheen! Ik had erger verwacht maar toen ik weer op het zadel zat voelden mijn billen nog best goed. Dat is mijn grootste angst want op een vroegere fietstocht kon ik er echt niet meer op zitten. In Cambrai was ok op een gegeven moment weer de route van Sweerman kwijt maar stond ik ineens voor de kathedraal mer 3 zwaar bewapende gendarmes ervoor. De mensen gingen naar binnen voor de mis en ik vroeg de madame aan de ingang of het mogelijk was om een stempel te krijgen. Ja hoor, een oudere mevrouw liep mij voor naar de accueil en vertelde dat de bisschop werd verwacht. Ik vroeg hoe zij zo’n stempel noemde en ze antwoordde ‘tampon’. Leuk dat je de kerk binnengaat om een tampon te vragen, haha.
In Rumilly en Cambresis was het tijd voor koffie en ik kwam in een sportcafé terecht. Bij het buitengaan sprak een man mij aan over de St Jacobsschelpen op mijn fietstas, hij zei dat de route door het dorp liep en hij zei ook nog ‘soyez prudent’, dat had ik nog niet gehoord, behalve van mijn familie. Een beetje verder liep de route langs een verloren torentje dat vroeger deel uitmaakte van een omwalling en een oude abdij. Daarna fietste ik vooral door graanvelde. En kleine dorpjes met af en toe flinke klimmetjes. Pfff dat wordt wat in de Pyreneeën. De buren op de camping waarschuwden ons ook al voor de volgende etappes. In Bantouzelle was er een rommelmarkt en moest ik te voet door het dorp. In Gouy reed ik over een beekje over dat de Schelde bleek te zijn en even verder kon je de bron van de L’ Escaut gaan bekijken maar daar wilde ik eigenlijk geen tijd in steken want ik had nog wel wat kilometers te gaan en met die tegenwind voel het toch wat tegen. Voor St Quentin gong de route een heel stuk langs het kanaal met meerdere sluizen, na St Quentin volgde het jaagpad langs de Somme maar de staat van het pad liet wel te wensen over, amai wat een hobbels en kuilen. Camping Vivier aux carpes is top met een speciale ‘aire de pélérins’ met allemaal Hollanders natuurlijk, hartstikke gezellig om ervaringen mee uit te wisselen. Zwemmen in het ewembad (je), drankje en pizza, leuke gemeeschappelijke ruimte met goed internet en stopcontacten om alle apparaten weer op te laden. Nu gauw naar bed, het is al veel te laat en morgen weer regen, joepie!
Geschreven door Waar.is.Frieda