.
,
Zo’n reisje op de Moezel voldoet aan alle clichébeelden.
Hellingen bedekt met druivenplanten. Rijen met een tussenruimte van twee meter, dan weer van vier meter of twee-vier-twee. Rijen van de top van de heuvel naar beneden. Af en toe dwars op de helling. Planten op manshoogte, soms tot borsthoogte, mooi gesnoeid of met lange uitlopers. Hellingen gereedgemaakt voor nieuwe aanplant en zeer oude struiken.
Ze doen me denken aan de theeplantages op de hoogvlakten van Bandoeng.
Hier en daar een kapelletje of een kruisbeeld.
Kilometers lang, heuvel na heuvel; druiven. Om de zoveel tijd een aankondiging van een gebied waar weer een andere speciale wijn wordt geproduceerd.
Toen we vanmorgen vertrokken wilden we een korte trip maken. Bernkastel-Kues vonden we te ver en daarom was het plan om te overnachten in Neumagen-Dhron. Daar aangekomen werd een plaatsje gezocht, en we werden vriendelijk geholpen door een Duitser die in de box ernaast lag. ‘Het schip dat hier lag is vanmorgen vertrokken en misschien komt het vandaag niet meer terug, maar het lijkt mij een privé-box,’ was zijn commentaar.
Kaja begon meteen een gesprek over de toestand op de Franse wateren en dat we een kaart zochten voor het gebied waar we in terecht waren komen. Gelukkig had hij een Duitse watergids van de Moezel. Die mochten we lenen en Kaja heeft direct de betreffende pagina’s gefotografeerd.
Daarna naar de havenmeester, althans: het bleek een vrouw te zijn die erg populair deed maar allerminst klantvriendelijk was. Jullie liggen in box 22? Die is bezet en jullie hadden eerst moeten bellen om te reserveren!
Maar er zijn diverse plaatsen vrij?
Nee alles is bezet, hadden jullie maar moeten reserveren.
Maar hoe hadden we dat moeten doen?
Opbellen!
Maar we hadden geen telefoonnummer!
Dat kan je vinden op internet!
Ondertussen kwam een man op hoge poten het kantoor van de havenmeester binnen.
’Wie ligt er in mijn box?’
We gaven ruiterlijk toe dat wij dat waarschijnlijk waren.
‘Er is geen plaats en de box moet onmiddellijk vrij gemaakt worden,’ was het bitse commentaar van de havenmeester.
Ja maar...
Er is geen plaats!
Wij dropen af, gaven het boek terug aan de vriendelijke Duitser, startten de motor en gooiden los.
Verschillende Duitse bootgasten vonden het onvoorstelbaar dat we zo weggestuurd werden en gaven allerlei adviezen. Ze noemden onder andere een plek bij een wijnboer bij de volgende sluis, die een eigen aanlegplaats had en waar je vast wel kon overnachten.
Zo gezegd zo gedaan: we voeren verder en kwamen inderdaad vlak voor de volgende sluis een aanlegsteiger tegen van het wijnhuis Geierslay.
Het was er vrij vol maar achter een varend paleisje - met daarop een opa en een oma en twee kleinkinderen - konden we nog nét aanleggen.
De steiger deed me onmiddellijk denken aan het fantoomdeinen waar ik het al eerder over heb gehad. Afstappend van de boot en de eerste schreden zettend kwamen we meteen in de kermisattractie ‘cakewalk’. De steiger bestond uit verschillende secties en als de een naar beneden ging, ging de ander omhoog. Als de een naar links overhelde deed de ander het naar rechts.
Een mens heeft dan de neiging om elkaar te helpen door elkaar een hand te geven, maar dat is nu juist wat je niet moet doen want dan vererger je het effect alleen maar. Enfin: we kwamen er snel achter wat de juiste methode was om veilig de wal te bereiken want we wilden toch wel een glaasje nuttigen van de aanlokkelijke Geierslay wijn.
Op het terras zaten al een paar Vlamingen aan een tafeltje naast de plek die wij uitkozen, en na verloop van tijd kwamen er nog meer Vlamingen bij; het leek wel een Vlaamse ‘gathering’.
De trocken Riesling van het huis die we bestelden smaakte heerlijk en we besloten er wat bij te eten. Het werd Schweinelendensteak mit Wingertsknorzen und hausgemachtem Krautsalat, alles even heerlijk. En natuurlijk een duplicaatje. We bestelden een fles, en vertelden er gelijk bij dat we wat daarvan overbleef wilden meenemen.
Kaja vroeg nog naar de Wingertsknotzen. ‘Het kind moet een naam hebben,’ zie de eigenaresse eenvoudig, maar de gedachte dat het iets met een wijnstok te maken zou hebben bleek juist.
Na de maaltijd togen we Wadjanwaarts, maar eerst over een vangrail, een provinciale weg - moet je dan ook een reddingsvest aan? - weer een vangrail en toen de steiger......
Na een vermoeiende dag en een paar glazen trocken Riesling was de cakewalk een nog grotere uitdaging geworden maar we hebben het gered!!!
P.S. Als dit verslag niet geheel voldoet aan de verwachtte kwaliteitseisen dan schrijven we dat maar toe aan de Geierslay Riesling...
En: we dachten gisteren dat we al een e-mail notificatie hadden verzonden, maar dat bleek niet het geval te zijn.
Lees dus ook ons verslag van gisteren, 19 juli, over ons uitgebreide bezoek aan Trier.
Geschreven door Op.reis.met.de.wadjan