Fred, op zaterdag 29 juni:
Verlaten, smalle straten, ramen gesloten met luiken. Louvre luiken, dichte luiken, stalen luiken, luiken om de zon buiten te sluiten. In Nederland doen we dat ook, zonwering plaatsen, maar niet nadat we geklaagd hebben dat de bomen in de straat voor ons huis al het licht wegnemen en de gemeente ze allemaal gekapt heeft.
In Frankrijk zorgt de gemeente goed voor haar burgers. Waar mogelijk worden bomen aangeplant om voor de noodzakelijke koelte te zorgen. Men klaagt niet, niet over de eventuele vogelpoep, niet over boomwortels waarover gestruikeld kan worden. Het hoort erbij.
In het oude Toul zijn de straatjes echter nauw, buiten de pleinen is er geen ruimte voor bomen dus heeft men luiken voor de ramen.
De straten zijn nauw dus kan er niet geparkeerd worden dus zien ze er leeg uit, mediterraan bijna. Hier en daar een bloembak tegen een witgekalkte muur. Straatjes met vreemde bochten, het is per slot van rekening een vestingstad. Smalle steegjes waar je niet met z’n tweeën naast elkaar kan lopen. Koperen straatlantaarns. Deuren en kozijnen zoals honderden jaren geleden bij de bouw opgeleverd. Toen misschien met een likje verf maar dan is het idee om dat af en toe te vervangen nooit bij de eigenaren opgekomen.
De deuren zijn nog steeds in gebruik, hangend in oude scharnieren en soms voorzien van een modern, afstekend, slot, een brievenbus met een bordje ‘Non Impremé, merci’ of ‘NON PUB SVP’.
We wandelen door de verlaten straten; de Fransen zijn verstandiger, blijven binnen, nemen een siësta en wij genieten van de doorkijkjes, de hofjes en de verrassende pleintjes met bomen en perkjes en veel goed verzorgde bloembakken met een keur aan bloemen.
Op een van de torens van de kathedraal een ooievaarsnest met een ouder en twee jongen.
Een gemeentewerker die met een waterwagen de planten van het benodigde vocht voorziet. Een terrasje waar toch nog enkele Fransen buiten zitten voor een praatje en een glas bier, wijn schijnt aan populariteit in te boeten.
De klok van de kathedraal slaat. We zijn nog steeds niet achter het systeem van luiden, soms drie keer achter elkaar twee slagen waarna het aantal slagen van het uur volgt maar soms zit er een totaal ander volgorde in.
De klok van de kapittelkerk ‘St Gengoult’ beantwoordt de klok van de kathedraal, het is twaalf uur.
Kaja:
Nu even wat prozaïscher: het is twaalf uur en we hebben net twee wasmachines volgeladen en draaiende gekregen in de begrijpelijkste laverie tot nu toe. Om twee uur staan we weer buiten met twee volle tassen met droge en gevouwen was. Tussen twaalf en twee hebben we de tuin van het Hotel de Ville bezocht en daar lekker in de schaduw gezeten. Bij het Bureau de Tourisme troffen we John en Jill, de Australiërs van de True Blue die ons gisteren opnieuw uitnodigden voor een drankje op hun boot. ’s Middags waren ze even bij ons op de Wadjan en dronken een glaasje overheerlijke zij het lauwe - want geen koeling aan boord - anijsdrank. We hebben inmiddels een aardige verzameling verkoelende siropen in ons bezit. John was blij en opgelucht, want ze hadden bij het Bureau de Tourisme kaarten kunnen kopen van de route die ze mogelijk willen gaan volgen. Ze hebben met de mede-eigenaren en volgende opvarenden van de boot afgesproken dat ze die in Straatsburg zullen achterlaten, maar het is maar de vraag of dat in verband met de bevaarbaarheid van het Canal des Vosges haalbaar is.
We begonnen vanmorgen met een telefoontje naar mijn jarige zus Marleen, over wie ik, toen ze een week na mijn vierde verjaardag op een zondag geboren was, op maandag op de kleuterschool blij en trots aan de non vertelde dat ik een zusje had gekregen en nu een tweeling was. Zelfde dag jarig als ik, logisch toch?
Na het lezen van een deel van de zaterdagkrant dus op pad met de was. En aan het eind van de middag een warme tocht naar een winkel aan de rand van de stad waar we een koppelstukje voor onze waterslang kochten. We konden er eerder een lenen van de havenmeester, maar het is handig om er zelf een te hebben. Tot op heden hadden we zoiets nog niet nodig gehad, alle koppelingen bestonden uit een schroefdraad, maar hier in Toul is het systeem anders.
Dankzij dat koppelstukje konden we zojuist genieten van een heerlijke buitendouche op de steiger. Keurig in badpak c.q. zwembroek, maar stukken lekkerder dan een warme douche met dit weer. Vanavond bezoeken we bij de kathedraal en het Hotel de Ville het klank- en lichtspel dat hier in veel steden wordt gehouden in de zomer. We zijn benieuwd.
De toestand wat betreft de bevaarbaarheid van de waterwegen wordt nijpender, hoorden we gisteren.
De sluizen 9 tot en met 1, op het zuidelijkste deel van het Canal de la Meuse waar we tot eergisteren nog op voeren, dreigen vanaf drie juli gesloten te worden omdat er te weinig water is.
Dat betekent eigenlijk dat de doorgang naar het zuiden over die vaarweg vanaf Givet, waar je Frankrijk binnenkomt, onmogelijk wordt. We hebben mazzel dat we inmiddels op het Canal de la Marne au Rhin zitten, zij het in een andere richting dan die welke oorspronkelijk in onze bedoeling lag.
Voor ons dus geen problemen. Maar misschien wel voor al die anderen die niet op tijd blij sluis negen aankomen en dus ook sluis één, de laatste, niet halen.
Nu is natuurlijk niet gezegd dat het om een blijvende sluiting zou gaan, maar anderzijds horen we ook voldoende berichten waaruit blijkt dat de mensen die het weten kunnen er vanuit gaan dat de Maas niet lang meer open zal zijn.
Tot zo ver de woorden. We merken dat het bijhouden van dit reisverslag door het zeer warme weer meer tijd en energie kost. Eerder zaten we vaak de hele avond in de kajuit, waardoor we soms al aardig op weg waren naar de duizend woorden. Ik hoop dat de beelden van de afgelopen dagen laten zien dat we het zeer naar onze zin hebben.
De nieuwste foto’s van Fred worden nog aan dit verslag toegevoegd. Hij is vanmorgen, het is inmiddels zondag 30 juni, een rondje gaan maken door de stad om zijn verzameling uit te breiden.
Geschreven door Op.reis.met.de.wadjan